vrijdag 11 juni 2021

De Meersen rond Gent

Voor deze week konden er geen concrete wandelplannen gemaakt worden vanwege de vele dokter en kliniekbezoeken. Het toeval liet toe dat ik vandaag dan toch een toerke kon verzetten. Het mooie weer was te uitnodigend om dat te laten liggen. De Blaarmeersen in Gent waren gisteren nog in het nieuws gekomen vanwege aflappartijen tussen jongerenbenden uit Brussel en Noord Frankrijk. Die nitwits hadden zichzelf op een niet orthodoxe manier toegang verschaft tot de strandzone om er wat herrie te komen schoppen. Dit zijn geen manieren maar getriggerd door dit nieuws koos ik voor een wandeling in en rond dit recreatiegebied. Samen met de Bougoyen - Ossemeersen zijn de Blaarmeersen een groene lap natuur aan de westrand van Gent. Gelegen tussen de watersportbaan, de Leie en de Ringvaart om Gent is dit een uitgelezen wandelgebied. 


En Eureka, vandaag heb ik terug de trein genomen. M'n 2 coronaspuiten zijn ondertussen een voldongen feit dus kunnen we nu met mondjesmaat de teugels lossen. Het was geleden van in maart verleden jaar dat ik nog van den IJzeren Weg gebruik maakte. Plaats zat op de trein, ook omdat ik buiten de spits opstapte maar ik denk dat het verplicht thuiswerken er ook wel voor iets tussen zal gezeten hebben. Om 11 uur stapte ik aan de achterkant van het Gent St. Pieterstation buiten. Stralend weer, warm, het beloofde de moeite te worden. De ingang van het natuurpark Overmeers was een 500 meter verderop. Dit park is een natuurgebied van ongeveer 7 hectare. Wandelaars, natuurliefhebbers en scholen kunnen er volop genieten van het groen en de mooie waterpartijen. Blikvangers van het natuurpark zijn de watervogels en amfibieën die zich thuis voelen in de grote Schoonmeersvijver en de beekjes. Ik ben er geen mens tegengekomen. Een hof van 7 hectaren voor mij alleen en ik moet er nog niet eens het gras afrijden 😊. 

Eens ik dat park buiten stapte viel er een kleine kilometer langs de R4 naast de Ringvaart gewandeld te worden. Vanaf het bruggetje over de Leie was er wat bekijks. De wereld komt terug tot leven. Groepen schoolkinderen troepten samen aan het sas. Er stond voor hen een dagje kanovaren op de agenda. Nog wat verder, hop een veldweg in die terug in de de richting van de spoorweg leidde. Hier onderdoor en voilà, ziedaar de Blaarmeersen, het corpus delicti van het recente jongerengeweld, maar nu één gebied van peis en vree. Dit recreatiegebied is 100 hectare groot. Het is een prachtig groengebied met bosjes, ligweiden en wandelwegen rond een centrale vijver met een strand en sportinfrastructuur. Het gebied was oorspronkelijk een meersengebied langs de Leie. Voor de inrichting werd in de jaren 1960 een ontwerpwedstrijd uitgeschreven maar de eerste werken begonnen pas in 1976. De aanleg gebeurde op kosten van de stad Gent. Voor de aanleg werden  de meersen opgehoogd. Later werd ook de vijver gegraven en begon men met de oprichting van de sportinfrastructuur. Met de groei van de aangelegde bosjes groeide het aanvankelijk kale gebied na enkele jaren ook tot een groen domein uit. Bij het binnenstappen van het domein had het precies gesneeuwd. Een tapijt van pluizenpollen bedekte ganse paadjes. Die pluizen vlogen daar dan ook in het rond. Lastig moet dat zijn voor de mensen met hooikoorts. 

Op het paadje tussen vijver en wandelpad, een beetje uit het zicht van de zondagskuieraar, is het geweldig aangenaam om te  wandelen. Je loopt naast de vijverrand met de rietpartijen onder overhangende takken van bomen door. Niettegenstaand er wel wat volk op het domein rondliep liep je hier helemaal alleen. Prachtig, met hier en daar wat jongelui die lagen te chillen op de pontonnetjes. De vijver zelf biedt een prachtig panorama. Aan een geweldig groot jungleparcours bestaande uit torens, luchtbruggen, klimrekken en touwladders werd ik aangesproken door 4 kereltjes van een jaar of 10. Ze waren verloren gelopen bij een zoektocht. Of ik zo vriendelijk zou willen zijn om hun meester op te bellen. Die zou hen depanneren. Een hulplijn dus zoals in 'Komen Eten'. Waarom niet ? Ze gaven me het te bellen nummer. Het verraste me dat deze kereltjes zo voorkomend en beleefd waren. Ik werd bedolven onder de dankjewels. Later kwam ik hen terug tegen, ditmaal in compagnie van hun andere klasmaatjes en hun schoolmeester. Deze kwam me op aanwijzen van de voorheen verdwaalde ventjes opnieuw bedanken. Ja toch, soms verschiet ik ervan dat er nog welopgevoede kinderen en mensen bestaan. Ik weet niet of het vak 'Wellevendheid' nog opgenomen staat in het leerprogramma. Waarschijnlijk misschien onder een andere vorm maar 60 jaar geleden hadden we een schoolboekje voor het vak 'Wellevendheid'. Er werden zelfs punten op gegeven net zoals op vlijt. Het boekje titelde : 'Met de hoed in de hand'. De meester gebood toen : Neem jullie 'Met de hoed in de hand'-boekje waarna we in koor al brullend moesten herhalen en aanvullen 'Met de hoed in de hand kom je door het hele land !'. Kwestie van ons op de hoogte te brengen dat je met schone manieren en beleefdheid veel bereikt. 

Vooraleer ik de Blaarmeersen vaarwel wenste stapte ik nog gauw de Karel Sabbeberg op. 34 meter hoog. Deze Karel Sabbe, een Oost-Vlaming en ultraloper, liep dagelijks 100 keer deze berg op en af bij wijze van training. Hij trainde voor het record te breken van de Apalachian Trail. Een trail van 3200km  liep hij in 41dagen 7uur en 39 minuten. Ook het record van de North American Pacific Crest Trail staat op zijn naam. Deze keer betrof het ook maar een 4279 paaltjes. Knap maar ik zie er het nut niet van in. 

Zie daar kwam ik al aan de Watersportbaan. Deze heet officieel de Nationale Watersportbaan Georges Nachez. Ze is 2300 meter lang, 76 meter breed en een gegeerde plek voor roeiers. Ook erg in trek bij joggers en lopers. Deze watersportbaan heb ik een klein stukje gevolgd. Ik zat al op het grondgebied van Drongen. Na het oversteken van de Drongensesteenweg tot aan de Waterbaan stapte ik de Bougoyen Ossemeersen binnen. Opnieuw een oase met 220 hectaren aan natuur in de Gentse stadsrand. Het is één van de vogelrijkste gebieden in Vlaanderen gelegen in een uniek middeleeuws riviergraslandencomplex. Zalig wandelen. Sporadisch spot je hier en daar wel een jogger. Heel de omgeving straalt een voelbare rust uit. 

Een pint zou ondertussen wel al eens kunnen smaken ! Het natuur- en milieucentrum De Bougoyen kon daarin tegemoetkomen.  Voilà zie, een sjiek bolglas met daarin een Crabbelaer dat met goudglanzende pracht straalt te midden van een terrastafeltje ! Hoe lang is dit niet geleden zeg ! Schol ! Meer dan een jaar geleden dat ik deze weelde nog eens mocht aanschouwen. Aan dit centrum kan je ook een lange blotevoetenwandeling door de meersen maken. Om begrijpelijke redenen mogen honden hier niet aan meedoen.  Zo die Crabbelaer smaakte. Ik kwam nu terug uit in de stadsrand van Gent. Deelgemeente Rooigem meer bepaald. Het is al eens welgekomen om zo eens een stukje stedelijk gebied mee te pikken. Ik belandde duidelijk in een buurt waar de bedstee van Jan met de Pet en Jeanneke met het sjalleke staan. Deze keer werd ik verrast door het straatbeeld. Herkenbare déjà vu's die massa's herinneringen opriepen aan mijn eigen jeugd. Straten nog geplaveid met kasseien. Huizen met houten raamkozijnen in allerlei kleuren geschilderd, hier en daar een dakpan die ontbreekt, een droogrek aan de voordeur, een geruzie in de verte, hoog opgeschoten onkruid tussen de kasseien van een steegje, een bal in de goot, een man in een marcelleke prutsend aan een brommer, een verroeste fiets zonder zadel op slot aan een boom, een kindervoiture met 3 wielen wachtend op een herstelling, een hangmat gespannen tussen een verkeersbord en een boompje, kinderen op blote voeten waarvan de helft met een snotneus, de geur van heerlijke soep, de groet van een buurtbewoner. De waaier aan prikkels brengt je jeugd in herinnering. Deze volkswijken omringen zich met een zekere charme, ze hebben een ziel. Ik ben zinnens om geïnspireerd door het boek 'Het teken van de hond' van wijlen Jef Geeraerts een wandeling samen te stellen die me langs de vele plaatsen moet leiden waar ik ben opgegroeid. Dat moet ik zeker doen. De blauwdruk hiervoor ligt al klaar. 

De wandeling zat er bijna op. Nog even het citadelpark aanlopen en dan was ik zo goed als rond. Ook in dat citadelpark was er veel leven te bespeuren. De Gentenaren kunnen blijkbaar het grote aanbod aan parken en plantsoenen waarderen. Vele mensen troepten er samen om er na een werkdag van het weer en de rust te genieten. Pintje erbij ... hopelijk mogen we de coronamiserie stilletjesaan uitwuiven.  Van een pintje gesproken ... op het terras van Den Baziel aan het station heb ik mezelf getrakteerd op een Omer. Ik denk dat de Horeca haar schade moet inhalen. 4,5€ moest ik betalen voor een glas. Das ook genoeg maar toch nog geen 10€ die ik 15 jaar geleden voor een pintje moest betalen op de Ramblas in Barcelona. Evengoed heb ik net zoals toen ook nu met mondjesmaat van mijnen Omer genipt. Hij smaakte wel.  


N Mouskouri - A place in my heart



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.