vrijdag 8 maart 2024

Visé en de Voerstreek

 Op zondag 3 maart had ik afspraak met m'n kleinzoon Staf om een door Walking in Belgium georganiseerd wandelingetje te maken.  Het is altijd plezant voor zo een ventje om eens met de trein op uitstap te gaan. Wandelclub 'De Nacht in Vlaanderen' organiseerde haar 40ste Verloren Kosttocht. Een zwerftocht door het Houtland, het Provinciedomein d'Aertrycke en het Verloren Kostdomein. Place to be : Torhout. Rond 10 uur meldden we ons aan op het startpunt en we kozen voor de 10 km. Helaas het weer ! Al met de treinreis heen zagen we dat de Westvlaamse velden herschapen waren in een modderbrij met her en der immense plassen. Soit, meer water en slijk dan vaste grond. Daar aan de start zag ik al enkele terugkerende wandellustigen stappen met klodders slijk aan hun bottienen. We kozen om het proper te houden en hielden het op 5km. Ook daar moest ik soms aanpassingen doen om niet in de modder terecht te komen.  De Staf gaf aan dat zijn mama had gezegd dat hij zorg moest dragen voor zijn goeie bottienen en dat hij niet in plassen en slijk mocht lopen. Een enorme opgave. Na een kleine 2 uurtjes zat het wandelingetje er al op en keerden we terug met de trein. Al bij al toch weeral een dag die we samen konden invullen. Zijn bottienen bleven proper. Hopelijk komen er nog dergelijke uitstapjes.

Met enige droefheid doe ik melding van het heengaan van de Catsjoe, onze 6de stapmaat. De Catsjoe was een gewaardeerd en heel braaf beestje. Het is wel jammer voor hondenliefhebbers dat deze trouwe viervoeters geen langer leven beschoren wordt.  De ouderdom eiste haar fysieke tol en onze maat de Ronny zag zich gedwongen haar te laten inslapen. Het is een humane daad die het dierlijk lijden kortsluit en het einde van een vriendschap op een waardige wijze kan bezegelen. De Catsjoe heeft een fantastisch hondenleven gehad. Eéntje waar menige Blackies, Mollies en Pekkies, moesten ze het kunnen, voor zouden hebben willen tekenen. Nu rust ze in peis en vree in het hondennirvana. Het gemis voor onze maat de Ronny is dermate groot dat er weldra  een nieuw beestje zijn of haar intrede zal doen. We zijn benieuwd. 

Onzen Hugo had vergadering, de Ronny kampte met hielspoor en bij de Michel kwam dan weer de schouwveger langs. Alleen de Marc had opportuniteiten. Opnieuw vroeg er uit want Visé en enkele sprokkels uit het wandelknooppuntennet onder Maastricht stonden op de agenda. Het sjieke weer dat beloofd werd bracht een extra boost om het ochtendlijke manoeuvre van heel vroeg op te staan gezwind te laten verlopen. Door al dit enthousiasme vergat ik verdorie m’n i-phone thuis. Ik realiseerde het me maar eerst in de statie van St. Niklaas. Te laat om terug te keren, ik zou de trein missen en de afspraak met de Marc mislopen. Dat leverde een probleem op om nog fine te kunnen tunen met het treffen van mekaar. Maar het kwam goed, ik trof z’n eega aan op de trein naar Leuven waar ik ondertussen in Berchem was opgestapt. Zij spoorde ook naar Leuven en zo kon ik via haar dan toch nog de Marc bereiken voor verder af te spreken. Marc was immers in Antwerpen op een andere trein gewipt richting Luik. Een caminowijsheid werd nog eens in de verf gezet : Alles komt goed, er valt steeds een oplossing uit de bus. Anderzijds moet ik tot m’n grote ergernis weer vaststellen dat de afhankelijkheid van dat I-phonegedoe angstwekkende vormen heeft aangenomen. Het is klote dat ne mens zich ongemakkelijk moet voelen als dat gsmmeke niet ter beschikking staat. Enige reflectie hieromtrent wordt nodig want maatschappelijke storingen op sociaal vlak zijn al volop aan de orde. 

In Leuven trof ik de Marc aan en we namen afscheid van Monique zijn echtgenote ... with a kiss  btw 😏. Onderweg naar Luik viel er veel mist te bespeuren over de velden. Als die opklaarde zou het ongetwijfeld magnifiek weer worden. Rond 9u stonden we in Visé. Even uitkijken welke richting we moesten nemen en weg. We verkozen het start en eindpunt om te keren zodat met de eerste kilometers het klimwerk te verteren viel en vervolgens de laatste kilometers langs de Maasoever met de vingers in de neus konden uitgewandeld worden. Het pad liep al direct een hondertal meters de hoogte in. Vooraleer we de prachtige natuurlandschappen konden aansnijden vielen er toch wel een 3-tal kilometertjes agglomeratie te doorkruisen. Daar heb je niet veel aan. Hooguit vallen er dan de kroegjes te inventariseren voor een borrel ter afsluiting van de trip. Maar dit was geen erg, hetgeen er zou volgen was meer dan de moeite. 

Eens de bebouwing voorbij kwam het zicht op de meest weids glooiende landschappen van het vaderland, met name de Voerstreek. De temperatuur was al wat gestegen, er kon een laagje kleding minder. Toch stond er een fris windje op de plateaus. De Marc zijn botanische kennis borrelde weer op ! Speenkruid hier, daar zie maartse viooltjes en sneeuwklokjes, meidoornhagen, een prunus die in bloei stond, sleedoorn, perengaarden - ik stel me de vraag hoe je zo een boom herkent zonder er 1 peer op aan te treffen - idem voor een haag van kruisbessen - het bezit van zulke kennis maakt me wreed jaloers. Pracht en schoonheid alom. Er fladderde zelfs al een vlinder voor ons uit ! Ik dacht een vlindervosje. Dat is wel heel vroeg. Als de fruitgaarden hier in bloei staan moet het uitzicht adembenemend zijn. We waren er ietsje te vroeg in het jaar eigenlijk. Maar we kunnen nog altijd eens terugkomen niet ? Ja toch ! 

We waren goed op tred gekomen. We zaten nu volop in de velden. We passeerden Mons- Mombaye, een gehucht van Visé, daarna kwam het dorp Berneau aan de beurt waarbij we de spoorlijn naar Aken moesten oversteken.  Verderop in Auw Ling aan de St. Jozefskapel ging het resoluut richting 's Gravenvoeren uit. Wat een mooi dorpje ! Keurig net afgeborsteld. Je waant jezelf in een miniatuurlandschap van modeltreintjes waarvan de foto afgebeeld staat op de verpakkingsdoos. De Marc herinnerde zich een etentje aldaar met zijn wederhelft in het sfeervolle restaurant 'De Zwaan '. Oergezellig moet dat geweest zijn. 
Hier in 's Gravenvoeren maakten we kennis met de Voer. En die zou ons met regelmatige tussenpauzes gezelschap houden. Mooie bruggetjes, snelstromend helder water, molentjes ... het leverde idyllische prentjes op.  De Voer is een zijrivier van de Maas die in het Voerdal door het oosten van België en door het uiterste zuiden van Nederlands Limburg  stroomt. Zowel de Voerstreek, de gemeente Voeren alsmede de daarin gelegen plaatsen 's-Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren en Sint-Pieters-Voeren hebben hun naam aan deze beek te danken. Bij de Commanderij van Sint-Pieters-Voeren ligt de bron van het riviertje. De Marc stoefte over de schoonheid van de omgeving rond deze bron. Met een debiet van 4000 liter per minuut ontspringt deze bron aan de oppervlakte.  (Bron Wiki).  Een wandeldoel voor in de toekomst.  

Met naar de uitkijktoren van de Mescherheide van Schelberg te tenen hadden we de grens met Nederland voorbijgewandeld. Ik vroeg aan de grens aan de Marc om te poseren aan de grenspaal voor een fotootje. Geslaagde kiek ! Na even het landschap bewonderd te hebben daarboven op die uitkijktoren zouden we de picknicktafel opzoeken onderaan de toren. Het waaide echter iets te hard om er gezellig te picknicken en we wandelden verder in een grote boog door naar Mesch. We troffen in de verte een grote kolonie witte reigers, de Marc schatte een 50-tal, hield daar een rustpauze.  Bij het overvliegen van een Boeing schrokken ze  en vlogen ze even op. Ik wist niet dat witte reigers trekvogels waren en het verwonderde ons dat ze een open weidegebied als rustplaats kozen in plaats van een kreek of ven. 

Dit was een mooi intermezzo, dat was weeral meegenomen. Iets verderop konden we schoven aan een picknicktafel onder het waakzaam oog van een lijdende Jezus aan het kruis. Die kruisen kwamen we regelmatig tegen onderweg. Na het schof maakten we kennis met 2 wandelaars op leeftijd. Dan toch wel van een zekere leeftijd, ik schatte 80 jaren. Al vind ik het raar dit neer te pennen als je godbetert zelf de 70 nadert 😏. Maar goed, deze heren hielden zich onledig met het laatste traject Amsterdam - Visé te stappen. De man die het woord voerde was een doorwinterde wandelaar. Verschillende kokardes ter herinnering aan zijn wandelexploten waaronder deze van de  4daagse van Nijmegem sierden zijn  wandelvest. Alle grote marsen in Nederland had hij gelopen maar sinds hij een herseninfarct had gehad kon de linkerhelft van zijn lijf niet meer zo goed mee. Het Pelgrimspad Amsterdam - Visé is maar liefst 450 kilometer lang en loopt in twee delen van Amsterdam naar Visé in België. Je krijgt onderweg heel veel verschillende landschappen te zien : De binnenstad van Amsterdam vlak na de start, tot het open rivierenlandschap halverwege en het heuvelrijke Limburg aan het slot van het pad.  Chapeau van mijnentwege heren ! Ik hoop in jullie voetsporen te kunnen treden. We vervolgden ons pad maar weer.

Het verblijf op Nederlands grondgebied was maar van korte duur. Over de grens wandelden we nog door een stukje van het natuurgebied van de Berwijn. Na Moelingen en de ondertunneling van de A2 gepasseerd te hebben zaten we in de Maasvlakte van Caaster Beemde. Het begon te korten. Aan het sluizencomplex  van de barrage van Lixhe, de stuw van Lieze in 't Vlaams, staken we de Maas over. Die barrage is indrukwekkend. Je vraagt je af hoe mensen zoiets kunnen ineensteken. Aan deze stuw is een hydro-elektrische centrale gekoppeld die in 1979 in gebruik werd gesteld. De centrale heeft vier turbines met een nominaal vermogen van 5.300 kW en levert jaarlijks gemiddeld 60 miljoen kWh. De stuw heeft tevens een belangrijke functie in het reguleren van het waterpeil in het Kanaal van Ternaaien en het Albertkanaal. Het hoogteverschil bij de stuw is 6,7 meter. Aan de oostkant van de stuw is een vistrap en naast de stuw ligt er een verkeersbrug. Zo, dat heb ik dan ook weeral eens gezien. 

Eens over de stuw  was het zaak om verder door te wandelen langs de Maas tot aan de brug met de oversteek naar Visé. Hierbij passeerden we een mooie kroeg La Capitainerie genaamd . Deze lag aan de jachthaven waar het kanaal Hacourt - Visé in de Maas uitmondt. De Marc stelde voor om een pintstop in te lassen. Ik paste. Te moe in de benen en moest ik gaan zitten hebben, ik zou niet meer recht hebben kunnen staan en er moest nog een stukje afgedweild worden. Ik overdrijf nu wel maar toch, dat eerder klimwerk had aan de kuiten  gebeten. Ook bij de Marc.  Zo daar was de brug al.  Nog een laatste fotoke van de Maas richting Maastricht en we wandelden even verder het centrum in en op een terraske in het zonneke trakteerden we onszelf op een Val Dieu. Het zat er op, de trein stond klaar in Visé statie om ons naar huis te voeren. Dit was weer een geweldige stapdag.  Het was net zoals verleden week een verre lokatie maar de verplaatsing woog niet op tegen het opgedane wandelplezier. Tot een volgende. (63148)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.