donderdag 21 maart 2024

Van Visé naar Maastricht

Alhoewel ik het me niet erg aantrek werd ik vandaag voor een 2de keer op korte tijd geconfronteerd met de uiterlijke aftakeling die het ouder worden met zich meebrengt.  Ik ging namelijk naar de begrafenisplechtigheid van een overleden buurvrouw en zou daarvoor de lijnbus nemen. Aangekomen aan het buskotje kreeg ik het bekijks van een lieftallige dame die spontaan opstond om me haar zitplaats aan te bieden. Erg lief, dat wel maar ik voelde me net een hulpeloze bejaarde temeer omdat ik gisteren met een gelijkaardig voorval ook al met m'n neus op de feiten werd gedrukt ! Toen ik gisteren in het station mijn biljetje aankocht voor de treinreis naar Maastricht kreeg ik al even spontaan een seniorticket voor de terugreis toegestopt. Naar mijn ouderdom werd er zelfs niet meer gevraagd. Dat ik 65-plusser ben kon waarschijnlijk van mijnen teut afgelezen worden. Het zal me stilaan meer en meer duidelijk gemaakt worden dat het onbarmhartige voorttikken van de klok gevolgen heeft voor m'n fysiek voorkomen.  Maar zoals eerder vermeld, het zal me worst wezen, ik trek het me niet aan. Er zijn immers veel ergere dingen. M'n buurvrouw was amper 61 ... Dit jaar al de 2de dame die ik kende en die op een onaanvaardbare leeftijd haar strijd tegen kanker verloor. 

Het werd opnieuw een solotrip vandaag en daarvoor wipte ik nog eens extra vroeg uit de veren en vervolgens op de bus. Die was er om 5u26 en om 5u42 zat ik al op de trein richting het oosten van ons land. Daar lag er in de Maasvallei een 25 paaltjes tellend staptochtje onaangeroerd op me te wachten. Voor de lange treinreis naar Visé had ik me voorzien van een goed boek zodat er wat te doen viel in plaats van door het treinraampje de bomen te tellen. Die rit tot in Visé verliep erg vlot. En in Luik had ik zelfs even de tijd om buiten een wandelingetje te maken. Jongens toch ! Het volk dat je daar in en rond de statie aantreft neem je niet voor waar aan.  Je begeeft jezelf daar letterlijk in de rand van de maatschappij. Lallende dronkaards trekken de aandacht en doen je gedegouteerd de andere kant opkijken. Je botst er wanneer je niet uitkijkt  op haveloos tuig, stoned als een garnaal  door de speed of xtc. Ze staren je aan met hun lege wezenloze blik waarbij het lijkt of jezelf schuld treft aan hun miserie. Dakloze zwervers slapend onder een karton liggen er buiten tegen de stationsgevel. Kansarme moeders dwalen er rond, de meegezeulde buggies beladen met plastiek zakken en afgedragen kleren voor zich uit duwend. Tussen die lompen en zakken, ocharme toch, hun kroost onverzorgde kindjes meesleurend.  De littekens van de armoede staan reeds in hun kindergezichtjes gebeiteld. Waarom erger ik me daaraan en draai ik toch steeds m'n gezicht van hen weg ?   Waarom toch ? Ik ben nog steeds op zoek naar een antwoord. 

Halfnegen was het toen ik in Visé de brug over de Maas overstak. De Maas lag aan haar rimpeloze waterspiegel te oordelen er heel vredig bij. Het weer maakte een groot verschil met dit van daags te voren. Tegen de 20°C aan was dat en dat zorgde voor een leuk voorsmaakje van de komende lente. Maar nu, nu stond er een gure wind en de lucht was grijs overtrokken en mistig. Het zou zo nagenoeg de ganse dag niet meer uitklaren. Opletten wordt het dan zodat dat sombere weer je moraal niet aantast. Gelukkig is er de opgewektheid van de vele voorbijgangers die je tegenkomt onderweg. Niemand loopt je voorbij zonder je een goeie dag toe te wensen. En door een glimlach vergezeld welteverstaan ! Het is een eigenschap die onze Waalse landgenoten kenmerkt en bij velen hier in Vlaanderen ontbreekt. Jammer is het dat we thuis die prettige omgang met mekaar moeten missen. Het kost nochthans geen geld die vriendelijkheid. De eerste kilometers bracht ik wandelend door in het gezelschap van de ontelbare ganzen die daar aan die Maasboord hunnen draai vinden. Tot in de jachthaven tref je hen aan. Ze zijn vrij kalm en verdraagzaam en bedreigen je daar niet met hun doorgaans agressieve territoriumnijd.  

De brug over het Albertkanaal in Lixhe was een volgende stap. Daarmee belandde ik in Loën een klein dorpje dat enigszins ontsierd werd door de haar omringende industrie. Daarop volgde er een minder plezierig stukje langs de N671. Veel verkeer en bovendien liep dat stuk meer dan een 1 km vrij steil omhoog met een hellingspercentage tussen de 8 en de 16%. Zelfs een voet- of fietspad ontbrak. Die klim bracht me naar de Côte d'Halembaye. En daar boven werd het landschap betoverend mooi ! Ik maakte daar boven op het plateau een ommetje naar het panoramapunt van de Mont St. Pierre. Daarvoor moest ik via een primitief trapje naast de heuvelwand een 30-tal meter afdalen. Het weids uitzicht op de omgeving was impressionant. Ik vond het een beetje spijtig dat mist de natuur enigszins omfloerste maar het was alleszins de moeite geweest om dat ommetje te maken. 

Over een afstand van ongeveer een 3-tal km wandelde ik in de sporen  van tractoren doorheen een licht heuvelend landbouwgebied 'Le Trou du Loup - Het gat van de Wolf' genaamd. Buiten het gekrijs van een jagende buizerd zo af en toe heerste daar op dat plateau de absolute stilte. Aan de rand van dit plateau gekomen kon de afdaling naar Eben Emael ingezet worden. Even volgde ik het riviertje 'Le Geer' die iets verderop door Eben Emael stroomt. 

Een klein bezoekje aan het dorp kon er af, daarna ging het richting Fort Eben Emael. De informatieborden aan de ingang van het fort liegen er niet om. Dit fort werd gebouwd met de bedoeling om de Duitsers te verhinderen om de Maas over te steken. Het was het meest ingenieuze fort ter wereld. Enorm in omvang en gevechtscapaciteit. 5km aan wandelgangen rijk. Het werd volledig uitgehouwen in de mergel en werd als oninneembaar beschouwd. Maar dat was buiten de genialiteit van den Duits gerekend. Met zweefvliegtuigen landden ze op 10 mei 1940 boven op het fort en via de openingen in de geschutskoepels brachten ze holle ladingen binnenin het fort tot ontploffing. Al na 1 dag moest er gecapituleerd worden. Interesse ? : Wikipedia - Fort Eben Emael 

Ik klom bovenop het fort om een indruk te krijgen van de landingsplaats van die zweefvliegtuigen. Dat was ff steil omhoog. Een paar fotootjes en dan terug naar het kronkelende padje naast 'Le Geer'.  Het was adembenemend mooi met al die kleine watervalletjes, her en der een watermolen  en wat pittoreske bruggetjes. Deze 'Le Geer' stroomt op Waals grondgebied en mondt iets verder uit in het Albertkanaal. Aan de overkant van het kanaal in Kanne, Vlaams grondgebied, spreekt men niet meer van 'Le Geer' maar van de 'Jeker'.  Dat kanaal stak ik daar in Kanne over via de kanaalbrug. Aan de voet van die brug vond ik een sjiek picknickplaatsje.  Het halfuurtje pauze zou erg gelegen komen maar met zo stil te zitten aan dat water werd het wat frisjes. Na een kwartiertje kraamde ik daar al op.  

Stapmaat Marc, zijn echtgenote Monique en dochter Jolien hielden in Riemst een midweekbreak in B&B 'De Zwarte Stok'. Riemst ligt op een boogscheut van Kanne en op voorhand hadden we reeds afgesproken om mekaar ergens onderweg te treffen. Dat zou leuk meegenomen zijn en in Chalet de Bergrust op Maastrichts grondgebied zouden we mekaar kunnen treffen. Ik koos voor die chalet omdat ik daar samen met den Hugo in 2017 onze Pieterpaddiploma's ben gaan ophalen. Na de picknick ging het dus die richting uit. 

Ik passeerde het onvoorstelbaar mooie natuurgebied van de  St Pietersberg. Indrukwekkende holen in de loodrechte mergelwanden typeren hier de streek. Bij de ondergrond daar in de streek, zo wordt er gezegd, moet je je een gigantische gatenkaas voorstellen. Mergelgrotten en mergelgroeven tref je hier dan ook in veelvoud aan. Met mijn tocht op het Pieterpad was ik hier reeds getuige van en nu opnieuw kwam ik van die grootsheid onder de indruk.

Aan het Pieterbergfort kwam de Marc me tegemoet gelopen. Samen liepen we door naar Chalet 'De Bergrust' waar ik onze maat z'n echtgenote en dochter kon begroeten. En net zoals 14 dagen geleden ... with a kiss 😉. Een 'La Trappe Isidoor' waarmee ik klinkte met den Hugo in 2017 op de goede afloop van het Pieterpad stond niet meer op de kaart. Die werd afgevoerd maar geen nood, er was ander kostbaar vocht voorradig. Mijne maat de Marc en Monique stonden er op me vrij te houden. Een mooie geste en bij een lekker pintje zorgde dit voor een sympathieke afsluiter van de wandeldag.  Vervolgens gingen we nog samen naar het treinstation van Maastricht en namen we daar afscheid. Ik ging richting trein, de Marc en zijn gezelschap gingen nog even het centrum van Maastricht opzoeken. Wat een mooie en gedenkwaardige dag is dit weeral geworden zeg ! Eén van de al zo velen 🙂 ! Die kan er nog gerust bij, er is nog veel plaats over. (63618/304) 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.