Staptochtjes met de Wandelvrienden - Compostelanen
woensdag 7 augustus 2024
Losse toeren en Bomal
De lichamelijke conditie boert namelijk achteruit en ik ga de oorzaak leggen bij het pokkeweer van de laatse maanden. Het regenweer van de laatste maanden heeft duidelijk een invloed gehad op de activiteit. Ter compensatie van die verlammende grijze wolkenellende werd er iets meer de compagnie opgezocht van Dionysus. Je weet wel, de Griekse god van wijn en plezier. Toch wat kilootjes waren er bijgekomen en dat wreekt zich. M'n bloeddruk liet dat blijken. Die vroeg om maatregelen. Om het tij te keren heb ik mezelf wat discipline opgelegd. 't Is te zeggen een beetje vermageren, wat minder bik opscheppen, de pintjes en de wijn wat rantsoeneren en regelmatiger een wandelingetje doen. De voornemens zijn wat vergelijkbaar met deze die op 1 januari worden geproclameerd. Hopelijk worden ze nog een 5 à 7 kg volgehouden en loont de inspanning.
Het natuurgebied langs de Schelde tussen pakweg Kruibeke en Temse leent zich uitstekend om kortere wandelingetjes te ondernemen. Ik ben er dan ook regelmatig terug te vinden daar in dat krekengebied. Onlangs nog met Esther, de dochter van de buurvrouw, op haar vraag een mooi toertje gewandeld en afgesloten aan het kasteel Wissekerke. Daar waar vroeger den 'Duiventoren' was, kun je nu gezellig buiten tafelen en een lekkker drankje consumeren. Het was leuk om met Esther een wandelingetje te ondernemen. Dit was zeker niet éénmalig. Binnenkort plan ik daar in het krekengebied met Greet en de nieuwe stapvriendinnen Leen en Liliane een geanimeerd wandelingetje van een 22 paaltjes. In combinatie met een tochtje met de waterbus en de veerboot en af te sluiten in een restaurantje op 't Sint Anneke zal het een leuke dag worden. Een wandeling verveelt daar in het krekengebied nooit. Eergisteren kwam ik daar in Rupelmonde een straatkeerder tegen. Je maakt wat mee ! 'Hey ... hoe is 't ?' Verwonderd keek ik uit vanwaar die vraag kwam. Jawel een kerel in oranje overall prikte blikjes, papiertjes en allerlei rommel bijeen. Hij bleek even slachtoffer te wezen van conversatiehonger. 'Ja goed hé, met mij is alles toch in orde hoop ik', was mijn antwoord. Mijnen bloeddruk ... dat hoefde ik helemaal niet ten berde te brengen. 'Waar woont ge ?' was zijn volgende vraag. Het bleek eveneens onderwerp te zijn van zijn belangstelling. Zonder al te veel detail te geven gaf ik m'n woonplaats door. 'Oh ik ken dat daar, ken jij die en die en die ?'. 'Van horen zeggen ja' was m'n antwoord. 'Maar waar woon jij als ik dat vragen mag ?'. 'Op den Es', repliceerde hij. Lang moest hij hierover niet nadenken. Ja dat gebied wist ik wel zijn en even later preciseerde hij iets meer. 'In 't gevang daar !' Oh hij was daar met zijn gat in de boter gevallen zo te horen. Hij gaf me wat goede raad : Zorg dat ge wat uitsteekt en dat ge daar binnen geraakt ! Eten en drinken op tijd, 's morgens moogt ge om 8 uur buiten en om 5 uur moet ge terug binnen zijn. Wat wilt ge nog meer ? 'En hoe lang moogt ge daar in die hoorn des overvloed nog verblijven ?'. Daarmee stelde ik hem een volgende vraag. Ik schatte onze straatkeerder vooraan in de 50. 'Met een beetje geluk tot m'n 67' zo gaf hij me te kennen. Allez dan, ik wens je bij deze nog veel levensvreugde daar in jouw Hotel den Houten Lepel. Tot genoegen maat ! Blijkbaar zit hij daar op een goede wei maar ik vrees dat niet alle residenten dezelfde mening zijn toegedaan. Een ontmoeting die je wel even bijblijft zou ik zeggen.
De Marc en de Michel, het tweespan schoonbroers trok er even met het tentje op uit in de Ardennen. Het kwakkelweer van de laatste maanden indachtig vermoed ik dat het een last minute beslissing was. Vlakbij het station van Bomal hadden ze zich op de Camping International geïnstalleerd. Zondag belde de Marc mij op vanuit Bomal met het voorstel om een dagje af te zakken naar Bomal om er een wandelingetje te placeren. Bomal is een dorp in de Belgische provincie Luxemburg en een deelgemeente van de stad Durbuy. Het dorp ligt meer dan vijf kilometer ten noordoosten van het stadscentrum van Durbuy. Dat zou een mooie wandeling kunnen opleveren. De wandelstokken mocht ik zeker niet vergeten. Fijn voorstel, ik ging er direct op in. Den Hugo paste om mee te stappen. Gisteren dan was het vroeg dag. Om 4 uur opstaan, trein om 5u42 naar Bomal, aankomst 9u in Bomal waar ik werd opgewacht door m'n stapmaten. We begonnen er direct aan met het kompas richting Oosten. Op komoot werd er eerder al een trackje gevonden van een kleine 20 kilometer. Het zag er kwa opzet nogal ingewikkeld uit, 3 lussen met daartussen stukjes die meerdere keren moesten gepasseerd worden. Het was bij wijlen moeilijk om de juiste staprichting te vinden. Maar het lukte wel al zorgde 'Koers boven' of 'Noord boven' op de GPS soms voor kopbrekens of onschuldige meningsverschillen.
We stapten Bomal uit in Oostelijke richting en volgden de rivier de Aisne. Al na een kwartiertje passeerden we een tunneltje in de rotsen. Daarna ging het staccato naar omhoog. Helemaal boven op 210m hoogte stond er een belvedère. Een paviljoentje van waaruit je een prachtig zicht had op Bomal. Een grandioos uitzicht onder een stralend blauwe hemel. Het werd verdorie al warm. What goes up must come down. Afzakken naar 120m was het gevolg en daarmee zat de eerste halve lus er bijna op. De tweede kwam er aan ! Die ging golvend op en neer over zo een kilometertje of 8, schommelend tussen de 110 en de 230 meter. Ook hier regelmatig een boom waar over moest geklauterd worden of moest er een zijpadje gezocht worden om een modderbad te vermijden. Genieten is dat ! Alleszins geen platte promenade !
Ergens op die 2de lus bereikten we een steengroeve. Hier vond je een mooi uitzicht op de gegraven kraters. Het water in die putten was opaalkleurig, een fascinerende kleur, dat zie je zelden. Je zou best kunnen zeggen dat je je hier op een atol waande ergens in de Stille Zuidzee. Een reusachtige machine met een reuzepikhamer op rupsbanden boorde bovenop de wanden. Kolossale rotsblokken moesten op die manier losgebikt worden uit de groevewand. Immens was dat terrein. Op mooie wandelpaden vlotte het verderop goed maar er waren daar ook geaccidenteerde paadjes bij. Dikke bomen versperden soms de vooruitgang. Hier en daar wat modderstukjes maar ook paadjes die overwoekerd waren met doornstruiken en brandnetels. Maar de schoonheid van de omgeving maakte veel goed op die mindere stukjes.
De persoon die het trackje ooit op komoot postte heeft er volgens mij indertijd met z'n spreekwoordelijke klak naar gegooid. Er zaten stukjes bij waar er gewoonweg geen pad meer was. Ik verdenk de brave ziel ervan dat hij er een beetje op los gefantaseerd heeft . Het zorgde voor wat kopbrekens om er kop en staart aan te krijgen en hoe het nu verder moest. Op een bepaald moment moesten we onder een pinnekesdraad door om de weg te vervolgen. Het pad werd mottiger en mottiger, ik hou er nog een serie schrammen aan over van de doornstruiken. Samen met de reuzemuggenbeten van m'n verblijf in Bocholt verleden week zien mijn benen eruit alsof ik op een bermbom ben gelopen. Ik overdrijf nu wel hoor ! Maar ik wil aangeven dat er mooiere paden bestaan. Kers op de taart was de zoektocht naar een brug over de Aisne-rivier die er niet meer was. Uiteindelijk bleek dat het een doorwaadbaar stukje rivier was op de plaats waar er die brug zich moest bevinden. 2 dikke omgevallen boomstammen over de rivier moesten dan maar even de brug voorstellen. De Marc viel de eer te beurt om er als eerste over te klauteren en zo de haalbaarheid van een overtocht te testen. Het leverde geen problemen op. Het maakte de tocht wel iets pittiger. Bovendien werden er ook wel wat hoogtemeters genoteerd. 450 of iets meer wist de Michel ons te vertellen. De wandelstokken kwamen goed van pas. De 3de lus kwam eraan. Met de aanvang ervan ging het gestaag van 140m hoogte naar 280m in rechte lijn. Daarboven zaten we op de Mont des Pins. Ook hier weeral een prachtig uitzicht met beneden in de verte de stad Barvaux. Met de afdaling van deze Mont liep de wandeling ten einde. De wandeling bereikte, spijts m'n beste voornemens, haar orgelpunt in het Café de la Poste. Een smakelijke La Chouffe Blonde had ik wel verdiend. Ik veronderstelde dat de reeds verbrandde calorietjes wel wat tegengewicht hadden geboden om me nu op zo'n Chouffeke te vergasten. M'n stapmaten waren ongetwijfeld dezelfde mening toegedaan.
Het werd een prachtige dag. Ik heb er van genoten en het was zeker de treinreis van 3 uur heen en 3 uur terug waard. Txs Marc, Txs Michel voor de prachtige trip maar ook om de vlaggen daar in Bomal voor me uitgehangen te hebben. Dat was nu echt niet nodig. Jullie compagnie op zich was al genoeg hoor !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats een reactie als je wil.