vrijdag 24 april 2015

Bij de Rapenbranders van Lokeren : Het Bospark en het Molsbroek


Nog juist geteld 7 dagen en Hugo uit Temse gaat van start met zijn pelgrimstocht. Op 1 mei vertekt hij vanuit Temse naar Santiago de Compostela. In rechte lijn naar St. Jean de Port en van daaruit over de Camino del Norte de Atlantische kust volgend naar Oviedo waar hij aansluiting zoekt op de Camino Primitivo. Deze laatste route leidt je dwars door de bergen van Asturië tot in de beboste heuvels van Galicië. Geen lachertje want dat zijn 9 dagen van klimwerk van de bovenste plank. De Primitivo is ronduit de prachtigste variant waarbij het prachtige uitzicht op de Picos d'Europe met zijn 2650 meter hoogte je helpt om de pijn in je billen, je voeten en kuiten te verzachten. Buen Camino Hugo, ik geef je blog 'Tempus Fugit' hier mee aan mijn vrienden-lezers. Ikzelf ga je blog dan ook met belangstelling volgen Hugo ! Ik hoop tevens dat je veel sponsors aantrekt voor je goede doel en dat je anderen met je wedervaren op je pelgrimstocht kan begeesteren. E ultreia E sus eia ! Deus adjuva nos. Voorwaarts en steeds verder .....

http://www.bloggen.be/hugo_peregrinus/

Maar nu ben ik nog niet zo ver. Nu is het nog het wekelijkse uitstapje met mijne stapmaat dat me toelaat naar de start toe te leven. Deze keer heb ik het nog maar eens hier in de geburen opgezocht. Een uitgestippeld minitrippeke van een kleine 20km in Lokeren zou volstaan. Lokeren met zijn bekende Lokerse feesten, is een sfeervol stadje waar men van paarden nog worsten draait en dat de lugubere eer opeist dat haar worsten de beste ter wereld zijn. Ik lust ze niet. 
Ronny en de Catsjoe stonden al vroeg aan mijn deur. De Catsjoe wist nog haarfijn waar ik woonde want zij liep vrolijk vooruit op de Ronny recht naar mijn deur. Bellen kon zij niet :-), blaffen wel. Na een vlugge checkup van het beestje kon ik tot mijn geruststelling vaststellen dat ze geen bokkepootjes en hoorntjes had overgehouden aan haar bergavonturen in Fontaine Bleu. 



Lokeren is een erg gezellige stad met op loopafstand vanuit de kern een prachtig bospark en 'Het Molsbroek', een immens natuurreservaat. Na enkele luttele minuutjes kwamen we al aan in het mooi onderhouden bospark. Op weg daar naartoe kwamen we al een ooievaar tegen die met zijn ochtendwandelingetje in een drassige weide bezig was. Een eekhoorntje speelde verstoppertje in zijn lork. Als een acrobaat wipte hij moeiteloos van de ene tak naar de andere en zo de boomkruinen in. Vredige tafereeltjes kortom. In het park zelf zaten er ook een hele hoop beestjes. Een albino struisvogel, dwerggeitjes, pauwen, kippen, damherten en maar hier en daar viel er een wandelaar te bespeuren. 
Vanuit het bospark leidde de wandelroute via het immense nieuwe Lokerse kerkhof naar de noordwestpunt van het Molsbroek.  Het Molsbroek is een 80 hectare groot moerasgebied waar talloze watervogels en moerasplanten in het wild leven. Verder tref je er een enorme biodiversiteit aan in de vorm van broekbos, rivierduintjes, rietvelden en vochtige graslanden. Maar wat een lawaai zeg bij het toekomen aan die geweldige moerasplas ! Wel honderduizend kokmeeuwen, te herkennen aan hun zwart koppeke, gaven daar een niet aflatend en oorverdovend krijsconcert. Een wolk aan deze sierlijke beestjes bedekte bijna de ganse plas. De Ronny die na het schielijk overlijden van zijne nonkel Joseph in het bezit was gekomen van die zijn knappe fotocamera gaf er het toestelletje een nieuwe adem. Aan het einde van de dag had hij wel bijna 200 foto's getrokken. 
Wat verder wandelen trok een cafeetje onze aandacht. Niet van de dorst maar wel de benaming van die kroeg. Het 'Breimachien' begot. Wie bedenkt nu zo een naam. Later op de dag zouden we het antwoord evenmin te weten komen. 
Een 4,5 km lang wandelpad slingert door het gebied heen. Zo halverwege dit kronkelpad staat er een leuk houten chaletje. Het is een infocentrum annex ontmoetingsplaats voor de lokale groenbeheerders. Verschillende picknicktafeltjes tref je er aan en natuurlijk was dit de uitgelezen stek om onze openluchtcuisine nog maar eens te demonstreren. Een stevige spaghetti met een fleske Bergerac was dat wat het potteke verschafte. Je trekt wel de aandacht met je kookgerief zo te etaleren op een picknicktafel. Het gevolg was dat we binnen de kortste keren al wat klap hadden met 2 sympathieke dames die er ook met hun hondje kwamen wandelen en daar eventjes hun bokes kwamen opeten. Eten moet je delen ! Onze spaghetti werd afgeslagen want waarschijnlijk zou dit een aanslag betekend hebben op hun slanke lijn maar de chokolade paasei die ik bij had en hen presenteerde verwisselde in dank van eigenaar.  
Een beetje storend aan die ontmoetingsplek was wel dat er een groot bord met opschrift je het zicht benam op de weidse plas. 'Geniet van dit natuurreservaat nu het nog kan !', stond er op dat bord met vette letters geschreven. Een doemscenario ? Dreigt het gebied ten prooi te vallen aan grondspeculanten en makelaars ? Niets daarvan ! Met de nieuwe subsidiëringspolitiek van Europa zouden de subsidies vervallen voor één derde van de 400 natuurgebieden die België rijk is. Een regelrechte schande is dit en een doemscenario mag je dit volgens mij gerust noemen. 
Na een goeie 12 kilometer door dit natuurschoon gewandeld te hebben zagen we ineens ons pad versperd. Jammer want we zaten net op het mooie jaagpad aan de oever van de Durme. Dan maar een terugkeer naar af via café 'Het Breimachien'. Onvermijdelijk de enigste valabele optie want de Durme overzwemmen was niet aan de orde. 
'Hier waakt Patricia in plaats van de hond' stond er geschreven op een uithangbordje aan de gevel en dat maakte direct duidelijk wie in 'Het Breimachien' het er voor het zeggen had. Daar kregen we te horen dat het jaagpad ontoegankelijk was wegens werken. Op dit stukje Durme zit er nog getijde en men is er bezig met het bouwen van een vistunnel. 't Is me niet helemaal duidelijk want volgens mij zit er in de Durme helemaal gene zalm of forel. Maar goed, ze zullen wel weten wat ze doen. 
Het Breimachien is een echte volkskroeg. Ook weer die typische voelbare sfeer die bepaald wordt door de vaste stamgasten kon je daar aantreffen. Een bonte mengeling van discussiërende karakterkoppen, pleziermakende zuipschuiten en tooghangers ontbrak dus niet in het decor. Allen duidelijk dezelfde nobele ambitie delend, namelijk het zich verzekeren van de sympathie van de kroegbazin. Ook voor haar was de herkomst van de benaming Het Breimachien een raadsel. Deze kroeg heet al 107 jaar zo was het enige wat ze erover wist te vertellen. 
In het hoekje van de kroeg zat Dréke. Een man in de zeventig die je zo onder de bruggen van Parijs zou situeren. Een lange witte baard en sluiks haar op een verweerd maar vrolijk gezicht. Versleten kleren en kapotte schoenen trokken de aandacht van de Catsjoe. Dréke was er direct maatjes mee. Hij deed er een hele uitleg tegen maar ik vrees dat de Catsjoe, net zoals ik, geen snars van het dronkemansgewauwel begreep. Ronny vroeg aan een andere stamgast om een fotoke te trekken van ons getweeën aan de toog. De camera van wijlen nonkel Joseph moest die klus klaren. Die brave man richtte zijn lens naar boven en dacht dat we tegen de plafond zaten.  Na enkele dappere pogingen van die stamgast om de techniciteit van nonkel Joseph's camera onder de knie te krijgen moest de Ronny wat bijsturen om tot een bevredigend reultaat te komen. Enfin, de kwaliteit van de opgeleverde foto was niet bijster maar de verdienste van die brave man kon tellen. 
Ik moet zeggen dat Patricia een heel propere kroegmadam is. Nadat Dréke zijn met jenever aangelengde pinten had achterovergekapt en de kroeg verliet kwam ze onmiddelijk, gewapend met emmer,vod en een bus Dettol de ganse hoek waar Dréke had gezeten bewerken. Ik hoop dat Dréke dit nooit van zijn leven leest :-).
Nog een goeie paar kilometers viel er te lopen tot in het stadscentrum van Lokeren. Op een zonnig terraske hebben we nog bij een lekkere Tongerlo Blond even kunnen nakaarten over de mooie stapdag. Tempus Fugit, je hebt gelijk Hugo want het gaat allemaal zo vlug voorbij. Jammer voor de volgende dagen want er wordt slechter weer voorspeld. Maar deze dag hebben we dan toch maar weer mooi kunnen plukken. Carpe Diem was een feit en hop richting huiswaarts.



zaterdag 18 april 2015

De fruitbloesems van Haspengouw : Borgloon

Om een beetje de conditie erin te houden ben ik gisteren maar een dagje gaan stappen in de fruitstreek. Nu, aansluitend op een weekje koken voor een scoutsploegje van 30 man zou een dagje languitgerekt op de zetel blijven liggen misschien wel een iets beter idee geweest zijn. Maar goed, 't is mooi weer en dan moet je buiten zitten en niet op je luie krent rondhangen. De vorige keer met de uitstap tussen Alken en St. Truiden waren we nog iets te vroeg om de fruitbloesems te gaan bewonderen. Bijgevolg moest die wandeling eens overgedaan worden. Jammer genoeg waren we deze keer nog een klein tikkeltje te vroeg. De laagstammen, alhoewel fris in het groen,  zaten nog overwegend in de knop. De hoogstammen daarentegen stonden al mooi in de bloei maar nog niet volop. 



De Catsjou had deze keer verstek gelaten. Ze was gaan wandelen in Fontaine Bleu in Frankrijk. Deze keer ging ze mee op stap met de dochter van mijne stapmaat. Zij organiseert daar een klimkamp tussen de rotsen met vrienden. Tof, dat wel maar geef mij maar de begane grond en mijn stapbottienen in plaats van de klifhanger te gaan 'uithangen'. Als dat met de Catsjou maar goed komt. Ik hoop dat ze niet terugkomt als een berggeit met hoorntjes en bokkepootjes. Ik wil er niet aan denken !
Borgloon ! De raad volgend van Dirk, de cafébaas uit Ulbeek, was Borgloon the place to be om de bloesempracht in volle glorie te kunnen bewonderen. Te meer omdat je daar in een zacht glooiend landschap zit waarbij je op de heuvels dat ganse bloemendeken kunt overschouwen. Maar helaas, zoals gezegd was het nog iets te vroeg om daar getuige van te mogen zijn. We komen er nog wel eens terug. In juli al zeker want dan mag iedereen er gratis en naar hartelust kersen komen plukken. Hele manden vol ! 
Het was een knap wandelingeske van rond de 20 kilometer. Het begon al met een stevige klim naar het centrum van Borgloon. Borgloon, gelegen tussen Tongeren en St. Truiden, is trouwens een stadje met een stevige geschiedenis gaande van transitnederzetting aan verschillende Romeinse heirbanen tot ettelijke malen het slachtoffer geweest te zijn van plundertochten en belegeringen.
De slag bij Brustem door de de pro Bourgondische troepen, ambras met Maximiliaan van Oostenrijk, geknok tussen het Huis van de Mark en de Prinsbisschoppen. Dan weer de Staatse troepen van Willem van Oranje die er lelijk hebben huisgehouden, gevolgd door de Spanjaarden, de Kroaten, de Lotharingers, een 4 en een 9 -jarige bezetting door de Fransman, de Spaanse successie-oorlog. Ik vergeet er nog. Veel wapengekletter dat nu is geweken voor een vredig landschap. En dat is maar goed zo. Een andere triestige noot in haar eeuwenlange bestaan is het feit dat Borgloon in de 17de eeuw jarenlang het schouwtoneel is geweest van massale heksenvervolgingen. Een hele hoop van die sukkels zijn daar op de brandstapel aan hun einde gekomen. Onder hen Tjenne de heks die er in 1667 na een proces van 2 jaar levend werd verbrand. Het vonnis werd onder een reuzelinde van 5,6 meter doorsnee uitgesproken. Deze boom ging enkele jaren later in vuur op door een blikseminslag. Een 2de boom, ditmaal een populier groeide op vanuit de as. Ook deze ging ten onder aan vuur. De boze geest van Tjenne had daar duidelijk de hand in. Een derde boom werd nu geplant in de hoop dat Tjenne haar toorn zou luwen.. 
Maar goed, het wandelingeske was eveneens erg afwisselend en wat aanpassingen onderweg waren nodig om een beetje de richting te behouden want de uitgetekende paadjes in de velden waren grotendeels verdwenen of verplaatst. De traktoren van de fruitboeren hadden wel voor volgbare tracés gezorgd maar deze weken sterk af van de veldwegen op de kaart. We hadden zo de indruk dat ze zelf de paadjes naar willekeur hertekenden. Geen erg, dat zorgde alleszins voor wat afleiding onderweg. Op weg naar Santiago was dat in de Landes in Zuid Frankrijk ook het geval. Daar veranderen de pompiers ook regelmatig de wegen voor het hertraceren van de brandgangen. 
Een heel gevarieerde omgeving was het wel. Holle wegen, boshellingen met bomen in de bloei, vergezichten op rustieke kerktorentjes en oude kastelen, maagdelijk geploegde en ge-egde velden, zand- en kasseiwegeltjes, fruitboerderijen ... en dit alles in een landelijk kader en in een rijk kleurenpalet door de natuur geschilderd. Een stevige wind op de heuveltoppen kon me niet weerhouden om dit alles zo ontzettend mooi te vinden. De natuur .... een terras met uitzicht op de wereld. Je moet je ogen de kost geven en het ook willen zien.
Halverwege het wandelingetje, iets voorbij het dassendomein 'De Kolmont' stond er een uitnodigend picknicktafeltje. De Ronny had deze keer varkensribbetjes bij, een homp tarwebrood en een Mexicaans groentenmengelingeske. Een beetje opwarmen op het branderke en met een scheut witte wijn wat laten opstomen en klaar was kees.  Dat was weeral eens lekker snoepen zeg. Voorbijrijdende fietstoeristen kijken zich de ogen uit hun kop  maar je krijgt toch steeds een 'smakelijk' toegesproken als blijk van sympathie met jouw openluchtkeuken. 
Later op de dag kwamen de laagstammen toch wel wat meer in bloei. Hierdoor kwam er in de wegeltjes al wat meer volk op de been om van die natuurpracht te genieten. Een 2 jarig ukkie kreeg er een heuse fotoshoot tussen de fruitbloesems. Oma en Opa waren helemaal vanuit Kortrijk afgezakt om fotokes te kunnen trekken van het tussen de bloemetjes lopende wichtje. 
Met een reeds sputterend avondzonnetje schijnend op een gezellig caféterrasje konden we weeral de dag uitwuiven. En hoe ? Met een ambachtelijk gebrouwen kannunikbier was dat best te doen ! Als je je met een rugzak zo laat neerploffen op een terrasstoeltje heb je gegarandeerd wat klap van de aanwezige kalandizie. De mensen vragen je meteen wat je uitgespookt hebt tijdens de dag en hop je kunt gaan vertellen. Een wandelingetje van rond de 20 km kan niet direct op het nodige begrip rekenen en vandaar dat de vragen rijzen. Doorgaans zitten er op zo'n landelijk cafétterras ook mensen die even komen uitblazen nadat ze van de omgeving zijn komen proeven. Het gaat er dan ook heel gemoedelijk en rustig aan toe. Wanneer er per toeval onderlinge blikken worden gekruist, wordt er niet vlug even de andere kant opgekeken. Wat een groot verschil toch met de terrasjes in de koekestad ! Ik mag niet veralgemenen en ik kan me natuurlijk ook vergissen maar ik voel het wel zo aan. Nu die kannunik ... 't moest bij ééntje blijven want ik moest nog met m'n karretje terugbollen. Wat een prachtige dag weeral !
.
 

woensdag 8 april 2015

Stukje uit de kustroute : Zwin en Retranchement (NL)

Wat een zalige dag toch ! Schitterend weer, lichte zeebries en een stralende hemel. Ingediënten voor een sublieme wandeling in het Zwin, het natuurreservaat dat met de onderscheiding 'magna cum laude' gelauwerd mag worden. Treintje op richting Knokke. De stad waar de zogezegde frigoboxtoeristen helemaal niet welkom zijn. Zonder frigobox gaat het ook. Wat boterhammetjes, een magnum fles Chimay, een rijpe Camenbert, een gepeperd sausiske, een zwart beulingeske en dit allemaal mooi verstopt in het rugzakske. Onze teerbeminde Graaf Leopold Lippens, de burgervader van Knokke sinds jaren, zou wat ons betreft zijn stof doen opwaaiende uitlatingen over de minder begoede toerist niet hoeven te herhalen. 
Een mooi toerke van 25 km startend vanuit Knokke langs de kustlijn en afbuigend rond het Zwin naar Cadzand in Nederland om vervolgens met een ommetje langs Retranchement terug naar Knokke te tenen. De dag zou bijna te kort kunnen worden. 



't Moet gezegd worden : Het publiek dat in deze regionen van de kuststreek van Knokke zijn vertier en ontspanning komt zoeken heeft een veel dikkere portemonnee dan de mijne. Duidelijk de begoede klasse en als je er zo rondloopt krijg je stilletjesaan de indruk dat je ergens in een Frans Departement bent aanbeland. Je wordt er verdorie zelfs in't Frans aangesproken. Ach 't is allemaal zo erg niet maar je voelt je hier wel een stukje teruggekatapulteerd in de geschiedenis toen het Frans de bestuurstaal was en de fransprekende upperclass de Vlaams sprekende medeburger nog minachtend en met een scheef oog bekeek. Gelukkig is dit nu allemaal achterhaald en is de ontvoogdingsstrijd voltooid verleden tijd.
Veel volk aan de kust vanwege de paasvakantie en er heerste al veel bedrijvigheid op het strand. De strandcabinnekes werden in orde gebracht en bulldozers schraapten het strand effen. Hier en daar zat er al een zonneklopper, waarschijnlijk ene met vissenbloed, in een strandzeteltje van het prille lentezonnetje te genieten. Op de wandeldijk was het al volle pret voor de kinderen met hun go-carts.
De Catsjou had pech. Voor heel het Knokse strand was er een verbod om met honden op het strand te wandelen tussen 9 uur 's morgens en 9 uur 's avonds. Niets is er zo plezant dan op een strand te wandelen, de scheermesschelpen onder je bottienen te horen kraken, de zeelucht op te snuiven en je voetsporen te drukken langs de vloedlijn. Eens voorbij de recreatieve zone richting Nederland kon de Catsjou haar gangen gaan. Over het strand lag er een lage nevel die een prachtige aanblik bood. Verbeeld je daar een strakblauwe hemel en het zonnetje bij in en het plaatje is compleet.
Na het strandbezoekje volgde er een kort stukje door de duinen waarna het Zwin in zicht kwam. Ook weeral prachtige vergezichten op de duinvalleien en de zandrichels. Vanwege het verbod op honden konden we er niet in. Maar vanop de dijken had je minstens een even mooie kijk op het landschap. Het reservaat was trouwens gesloten vanwege verbouwingswerken. Enkel geleide bezoeken waren nog mogelijk. Een aartslelijke torenkraan stond daar middenin het reservaat gepoot en vloekte met de natuur. Als het je stoort moet je daar dan maar naast kijken. Moois genoeg daar in de omgeving. Gallowayrunderen, ooievaars, zeekoeten, waterpartijen en noem maar op. 
Door die verbouwingswerken konden we de oorspronkelijk uitgestippelde weg niet meer volgen en moest er naar alternatieven gezocht worden. Via ruiterpaden waar je tot je enkels in het mulle zand zakte hebben we ons een weg gebaand richting Nederlandse grens. Hop en er over.  Waar je rekening mee moet houden eens je in Nederland bent, zijn de kanaaltjes en sloten die er in overvloed aanwezig zijn en die wel eens roet in je wandelplannen kunnen strooien. Als je van zo'n kanaaltje of slootje geen weet hebt kan het wel eens zijn dat je het met je uitgestippelde route kan schudden. We hadden deze keer prijs. Onderweg kwamen we nog een wandelend echtpaar op jaren tegen. In 't Frans vroegen ze ons of we konden zwemmen. 'Pas de problèmes', onze Belgische frank viel nog niet onmiddelijk. We zaten in de juiste richting maar de juiste wandelweg lag aan de overkant van het kanaaltje. Na enkele kilometerkes naast dit kanaaltje gelopen te hebben hoopten we op een bruggetje om er over te geraken en zo op de juiste weg te komen. Nougabolle, een hek versperde de doortocht. Dan maar door het hek breken en verderop de kansen op de aanwezigheid van een bruggetje wagen. Dit bleek succes te hebben. Een laatste alternatief zou geweest zijn : De bottienen uitspelen en door de modder het kanaaltje oversteken. Echter enkele meters verder lag er een profiel van een vangrail over het kanaaltje. 't Was risky maar het ging. Ook de Catsjou is er zonder pelsscheuren doorgekomen. 
In Retranchement, hoe de Nederlanders op die naam gekomen zijn weet ik niet, maar in Retranchement was het tijd voor de klassieke pint. Een overvriendelijke ober bracht ons de versnapering. Er zat verdorie al veel volk op zijn terras. Dat smaakte weeral maar met nog zo een kleine 10 kilometer in't vooruitzicht werd het vlug tijd om op te krassen. Nog een lekker crème gelaske onderweg en die 10 kilometer waren zo opgesoupeerd. De trein stond ons al op te wachten in Knokke. Prachtige dag en de Ronny en ik hebben weeral veel gelachen en gezwanst onderweg. Ook veel kompassie gehad met al die mensen die in het zweet des aanschijns vandaag hun kost moesten verdienen. Niet treuren, alles kent zijn tijd en die van hen zal nog komen. Dan groeit er op onze buik al gras en is het aan hen om kompassie met ons te hebben :-).

woensdag 1 april 2015

Wommelgem. Bezoek aan Fort 2 en de Withofwandeling


Gisteren een godganse dag niet buitengeweest vanwege het stormweer. Beuh, maar op het weerbericht werd er gezegd dat het vandaag kwasi droog zou blijven. Iets later op de avond stuurde de Ronny me nog een mailtje met een link met wat wandelweetjes omtrent blessures om op deze blog te plaatsen. Dat linkske en het vooruitzicht op een droge dag brachten me op het idee om een al klaargestoomd wandelingeske uit te gaan proberen. Wommelgem, door de volksmond aldaar als Oemelegoem uitgesproken, gelegen in het Schijnbekken leek me prima om eens te gaan verkennen. Niet te ver dus en daarom heb ik dan maar even m'n karretje genomen om tot daar te bollen. Onderweg mijne stapmaat opgepikt en zijn hondeke  en om 11 uur stond ik al aan de brug van Wijnegem om daar van start te gaan. Aan die brug over het Albertkanaal was het met die strakke wind erg frisjes. 

Een toerke van 20 km zou wel volstaan met zo een gure wind.
Een stukje langs de oevers van de Schijn, een bezoekje aan het mooi opgelapte Fort 2 van Wommelgem en het park van Wijnegem zaten allemaal in het verrassingpakketje.


Echt tot de verbeelding spreekt Wommelgem niet. Het zou een Frankische nederzetting geweest zijn die rondom de 6de en de 7de eeuw zou ontstaan zijn. Verder leert de geschiedenis dat de stichters 'de Wimilingen' hun naam aan het dorpke hebben gegeven en dat zo naar het schijnt het indertijd Wimilincheim werd genoemd. Letterlijk vertaald : De woonplaats van Wimilo, de stamvader van de Wimilingen.



Het fort had meer te vertellen. De grondwerken werden aangevat in 1860 waarvoor er zo'n 35ha vruchtbare grond moest worden afgestaan. Het bouwproject, getekend door de kapitein Alexis Brialmont, moest één van de sterkste bolwerken in Europa worden. 8 identieke vooruitgeschoven forten op 4km van de Scheldestad moesten deze bescherming bieden. In 1868 was het af. 
Als je er zo doorwandeld sta je versteld van het vakmanschap waarvan die burchten getuigen. Muren van meer dan 2 meter dik en volledig opgetrokken in baksteen. Echt het loont de moeite om dit eens af te zien. 
Veel militair verdedigend nut hebben ze nooit gehad omdat de reikwijdte van de zich steeds maar verder perfectionerende artillerie gestaag toenam. De kanonnen konden op den duur gewoon over de forten heen schieten om Antwerpen te bereiken.  Enkel in de Duits - Franse oorlog van 1870 hebben ze Wommelgem kunnen vrijwaren van bombardementen.  
Maar vooruit, nu nog wat wandelen. De lente is in aantocht. Overal staan de knopjes al aan bomen en struiken. Hier en daar zie je wel eens een jong boompje in een pril groen kleurtje verschijnen. We gaan bergop in het seizoen. Alleszins is dit een aanstekelijk vooruitzicht.
Het blijft moeilijk om in een verstedelijkte omgeving een mooie wandelweg uit te stippelen. Je moet er op letten dat je uit de geburen van autowegen blijft vanwege het verkeerslawaai. Dat hoor je wel tot op minstens 2km afstand. Je moet eveneens gokken dat de schaarse wandelpaadjes niet doodlopen op een hek. Bruggetjes, in dit geval over de Schijn, die soms ontoegankelijk zijn maken het er niet makkelijker op. Dan loop je weer ineens in een drukke straat waarvan je dacht dat het op kaart een fietspad was. Niet eenvoudig hoor ! Daarom dat je er best een toerke door het één of ander park inlast om zeker te zijn dat je toch nog iets mooi tegenkomt. 
Het park van Wijnegem kwam daarom van pas in de plannen. Het is een juweeltje dat het rondje een beetje cachet kon geven. De Schijn kronkelt er in meerdere bochtjes door. De bosanemoontjes stonden er al mooi in de bloei. Oude pachthoeven, een kasteeltje en mooie plantsoenen die er nu wel wat drassig bijlagen zorgden voor een rustige noot in het decor. En er was geen mens te bespeuren in heel dat prachtige park. 
Het toerke was zo afgelopen. Flink uitgewaaid en de laatste stappen werden aan de brug over het Albertkanaal besteed. Daar kwamen we terug aan op het beginpunt. Het frituurke daar ter plaatse was al open. De Catsjoe, een heel proper beestje niettemin, mocht er niet binnen en bleef daarom buiten. De les vastgemaakt aan een muurkraantje bleef ze geduldig wachten op haar verdiende boelet . Toch straf niet ? Ergens onderweg waren we het gerenommeerde tavernerestaurant 'De Pluymhoeve' binnengeduikeld om van nen Deugniet te gaan proeven. De uitbaters maakten er helemaal geen probleem van dat de hond mee binnenkwam. Ze kreeg er zelfs een bakske drinkwater. In een simpel frietkot mag het dan weer niet van de voedselinspectie. Ik snap het ergens niet. 't Zal wel aan mij liggen denk ik :-)