dinsdag 20 april 2021

Het Heidebos in Moerbeke


Even if - MercyMe

Pluk de dag is een Vlaams gezegde dat ik vanaf vandaag meer in de praktijk ga brengen. De laatste tijd heb ik genoeg getobd en gepiekerd, het is wel geweest en nu moet het stilletjesaan gaan ophouden. Ik wachtte min of meer op een mirakel dat die smeulende neerslachtigheid zou doorbreken. Het is niet makkelijk om die muizenissen te verjagen maar vandaag is het me uiteindelijk toch gelukt en kan ik deze achter me laten. Alle sores, kopbrekens en zorgen staan eindelijk op een rijtje, sommige staan nog wel even in  wachtstand maar so what ? Ik ga me terug wat meer focussen op positiviteit. De neerwaartse spiraal waarin je dreigt af te glijden naar een grijs muizenbestaan ligt op de loer en dit wil ik kost wat kost vermijden.  

Het heldere moment waarin deze beslissing genomen werd viel rond een uur of 6 uur in de morgen. Ik probeerde mijn onplezierige gedachten wat te ordenen terwijl ik ondertussen al een uur lag te draaien en te woelen in de slaapstede. Eerder, bij het prille ochtendgloren werd ik door de haan van enkele huizen verder al klaar wakker gekraaid. En maar van zijn paretten geven dat beest. Zelfs de gedachten om die haan kaal te gaan plukken of om zijne nek om te wringen passeerden de revue in mijn hersenpan. 'Wees goed jegens de dieren !' : Dit werd me reeds van jongsafaan ingelepeld dus verkoos ik om dat beest met rust te laten en dat ik in plaats van hem maar beter de dag kon plukken. Hiermee zou ik mijn geweten minder bezwaren. Een Carpe Diem - wandelingetje van 20 paaltjes borrelde in gedachten op, het kon al voor een aanzet zorgen. Een aanzet bij mijn voornemen om voortaan de focus te richten op positiviteit. 


Een mooi oranje ochtendzonnetje weliswaar nog een beetje mistig omfloerst,  probeerde de dag open te breken. Uitnodigend om van de aangebroken dag te gaan proeven pierden haar straaltjes door het vensterraam.  "Komaan Jan, 't is nu de moment verdorie, het is wel geweest en hoog tijd om wat verandering in de saaie keet te brengen.  Opeens kreeg ik veel sympathie voor die gevederde lawaaimaker. Die haan met zijn gekraai gaf me de aanzet om niet die grijze muis te worden. Ik sprong m'n bed uit, pelste me gauw gauw aan, maakte een schoofzak klaar, pakte m'n rugzak en ribbedebie de plein over. Naar het Heidebos in Moerbeke. Daar wilde ik verleden week al naartoe maar op de valreep wijzigden daarvoor de plannen. Iets te enthousiast was ik mijn dag begonnen want aangekomen op de carpoolparking van Moerbeke merkte ik dat ik m'n bottienen en gsm vergeten was. Die gsm kon me weinig bommen maar met die bottienen was dat niet het geval. Die kon ik niet missen. Terug even naar huis dus en rond 10 uur kon ik dan daar aan die carpooling terug van start gaan. Wat het hoofd vergeet moeten de benen bekopen. In dit geval waren het dan wel wielen, maar goed : Ik was helemaal klaar voor de start ! . Eerst nog eens diep ademhalen, vervolgens even de omgeving in me opnemen en dan vooruit, gaan met de banaan. Wat een stralende dag zou dit worden zeg ! De velden, zover je kon zien, waren netjes omgeploegd. De vruchten van hard landbouwerslabeur lagen hier uitgestald. Hier en daar was er nog een tractor aan het werk met het rooien van aardappelen.  Nevelflarden versluierden nog lichtjes de weiden en akkers. Een uitgebreid palet aan bruintinten werd er onder die sluiers vandaan getoverd. Een mozaïek aan kleuren gaande van de lichtbeige kleur van zandgrond tot de  donkerbruine aarde die de poldergrond kenmerkt kwam tevoorschijn. Geen zuchtje wind viel er te bespeuren en het ragfijne hemelsblauw gaf daarbij een mooi contrast met het ontluikende groen aan de bomen die deze akkers omkaderden. Het licht van de zon bedekte het landschap met een fluwelen glans. Wat was dit prachtig, een ware lust voor het oog. Het zou een topwandeling worden vandaag. Ik voelde het aan met heel mijn lijf. 

Eerst moest er een klein stukje beton naast de expressweg gevolgd worden om tot bij dat heidebos te geraken. Een bordje maakte me attent op het feit dat ik me in het Heidebos bevond maar ook dat deze grond van grote historische waarde was. De Tachtigjarige Oorlog is één van de zwaarste conflicten die ooit in Vlaanderen en Nederland gewoed heeft. Het was een strijd tussen de Nederlanden en de Spanjaarden die zijn aanvang had in 1568 en pas in 1648 met de ondertekening van de Vrede van Münster een einde kende. Door heel Vlaanderen en Nederland zijn sporen te vinden zijn van deze woelige periode. De bekendste van die sporen zijn de Staats Spaanse linies, de militaire verdedigingswerken die opgetrokken werden om de vijand buiten te houden. Nergens zijn die Staats Spaanse linies markanter dan in het Waasland. Doorheen het hele Waasland is een hele batterij aan verdedigingsforten opgetrokken die meer dan 400 jaar na datum nog steeds sterk staan. Het zijn bouwwerken die een bepaalde grandeur uitstralen en opengesteld zijn voor het publiek. 3 voormalige fortlokaties kwam ik tegen : Fort Francypany, Fort Papenmutsen en Fort West. De grove contouren van de omwallingen tekenen zich nog duidelijk af in het bos. Sommige forten zijn bewaard gebleven. 
Het zijn bouwwerken die vandaag de dag trekpleisters geworden zijn voor een dagje uit of voor het volgen van de fortenroute die doorheen de streek loopt. Ook de GR122 loopt door dit bos. Deze laat je kennis maken met die fortengordel. Men had precies de markering vernieuwd. Deze GR, de Scheldelandroute genaamd,  loopt over een afstand van 145km van Hulst in Nederland tot in het Franse Quièvrain. Daar worden trouwens ook de reisduiven gelost. 

Dat bos was ronduit prachtig. Ik heb er toch wat fotootjes bijeengesprokkeld. Grote open heidevlakten omzoomd met bospartijen waar kronkelende paadjes zich doorheen slingerden. En ik liep helemaal alleen, uren in het rond was er geen kat te bespeuren. Wel waren er veel naaldbomen waardoor ik de indruk kreeg dat ik me in de Franse Landes bevond. Daar was het wel iets warmer. Zeg maar gerust verzengend heet. Deze indruk ontstond doordat grote delen van de bosbodem met een metersdik tapijt aan adelaarsvaren bedekt was. Grotendeels waren deze varens al afgestorven want ze worden bestreden door het natuurbeheer om de diversiteit aan inheemse soorten in het bos terug een kans te geven. Een klein minpuntje aan dit bos was toch dat je op bepaalde plaatsen het verkeer van de  express weg kon horen. Misschien dat wanneer alle bomen in blad staan dat dit minder hoorbaar wordt. Maar kijk, of beter luister naar de vogeltjes die hun mooiste deuntjes voor je ten beste geven. Dit stemt je meteen vrolijk. 

Zeker 80% van deze wandeling was op onverharde paden. Zalig en niet sletig voor de bottienen.  Een stukje stapte ik langs de bewoonde rand van Moerbeke. De plannen om daar een verkeerslus rond Moerbeke te maken valt niet in goede aarde bij de bewoners. Om de 50 meter staat er een groot wit bord met protestslogans in de voortuin van de bewoners. Jawel, hoe erg ook voor de mensen maar de vooruitgang vraagt nu éénmaal offers.  Plezant is het alleszins niet. Ik had werk met het lezen van al die borden. Een opgesteld bordje in een voortuin bracht een heel andere boodschap. Hier werd aangekondigd dat het huis ooit gebouwd werd door Anton van Wilderode, de priester dichter. En zo belandde ik pardoes op een literair parcours. Dat was niet geweten maar wel meegenomen. De eindmeet kwam in zicht. Nog een klein stukje beton viel er te verwerken. 

Wat zou de drijfveer zijn van mensen die een naam of tekstje willen vereeuwigen door dit toe te vertrouwen aan de bast van een boom ? Ik heb een sterk vermoeden. Zo kwam ik hier in het Heidebos een boom tegen waarin iemand in het jaar 1986 een amoureuze boodschap had gekrast. De  ingekerfde letters waren met de jaren meegegroeid. Zit hier symboliek in ? Jazeker ! En was het toeval dat ik dit moest opmerken want op het laatste stukje van m'n wandeling, het was een smal betonbaantje, stapte ik met m'n bottienen bijna op de inscriptie 'ELS'. 

Ook die letters werden daar ooit door mensenhanden in het nog vloeibare beton aangebracht. In koud en hard beton werden ze aan de eeuwigheid toevertrouwd. In tegenstelling tot deze die in een prachtige boom werden gekrast zouden ze nooit kunnen meegroeien met de jaren. Els is toevallig de naam van een pelgrimsvriendin. Ik leerde haar en haar toenmalige man Rien in Frankrijk kennen op m'n eerste tocht naar Santiago de Compostela. Dat was in 2012 en sindsdien was er regelmatig contact.  
Waarom stond er niet de naam Marie, Jozefien of Jeanneke in het beton ? Was het toeval dat ik eerder stilstond bij die bekraste boomschors ? Ik meen van niet. Alles is voorbestemd en toeval bestaat niet. Daar word je van overtuigd wanneer je een lange pelgrimstocht onderneemt. Nu met de Coronamaatregelen zijn de contacten met Els sterk verminderd. Eigenlijk zijn ze zo goed als verdwenen. Helaas, ik vind dit erg jammer want zo zie je dat ook vriendschappen door dat klotevirus lelijk getroffen worden. Ita Sit - het zij zo. 
Maar hoe dan ook, toeval, voorbestemming of zou het mijn op hol slaande verbeelding zijn ... ook al is het dan een vermeende boodschap waarin ik een tanende vriendschap zie die me verdriet, ze zal me niet verhinderen om positief te blijven denken. 😄😄😄. 

Daarzie, de eindmeet komt weeral in zicht ! Het zat er dus op. Dit was nog maar eens een topwandeling. Eén klein minpuntje ... ik ben geen enkel kroegje tegengekomen voor een tripeltje. Het positieve is dan weer dat ik me kan troosten met het feit dat, moesten er geweest zijn, ze toch niet open zouden geweest zijn vanwege dat coronagedoe. Geen gemis dus. Mijn focus wordt gerichter met de minuut zie.

😇😇😇 

Al zeg ik het zelf : Ik ben heel goed bezig !


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.