vrijdag 17 september 2021

Charleroi - De Zwarte Lus / La Boucle Noir

 

Les Corons - Pierre Bachelet
 
Le tracé de la Boucle Noire comprend plusieurs tronçons aux paysages contrastés, tous marqués par les industries minière et sidérurgique. Chaque zone traversée révèle son lot de transformations post-industrielles : une nature spécifique a profondément modifié l’aspect des terrils, les vestiges de la sidérurgie questionnent le devenir des paysages industriels à haut potentiel de mémoire, les halages de cours d’eau deviennent des voies vertes au long cours, les anciennes lignes ferroviaires offrent des cheminements originaux, des quartiers changent de visage, alors que d’autres semblent figés dans le temps… Exploration, compréhension ou contemplation, parcourez ces lieux à votre façon. Et Allez-y !

En naar deze laatste wijze raad hebben we geluisterd. Er stond bijgevolg een heel eigenaardig toerke op het menu : De Zwarte Lus. Een kennismaking met het post-industriële Charleroi maakte vandaag de agenda uit. Het werd een boeiende trip. Zoveel contrast in de vele indrukken die je bereiken hou je niet voor mogelijk. Charleroi is mooi in haar lelijkheid en omgekeerd, draai het om en dan geldt hetzelfde. Althans voor het gedeelte dat we een bezoek brachten. Ooit was dit een welvarende regio dankzij haar voortrekkersrol tijdens de industriële revolutie. De siderurgie en de mijnbouw brachten grote welvaart in de regio. Majestueuze gebouwen, gigantische fabrieken waar de schoorstenen constant smoor braakten ... het is weg of kwijnend er naartoe. Nu rest er nog de aanblik van een zieltogende reus. Hier en daar moeten megalomane bouwprojecten het tij doen keren maar nu blijft het nog even kijken naar een industriëel kadaver vol korsten en zweren waar men hier en daar met wat pleisters en windels de boel probeert op te smukken. Maar het komt zeker terug wel goed ! Er wordt door de Caroloringiens heel hard gewerkt om die onverdiende zielige stempel van armoede en verval af te schudden. De natuur stak hen een handje toe en heeft er al het uiterlijk van de deprimerend ogende terrils ingrijpend veranderd. En de nog vele overblijvende maar toch stilaan verwijnende skeletten van de staalindustrie stellen stilletjes aan de toekomst van deze industriële landschappen in een ander perspectief. Jaagpaden van waterlopen worden groene wegen over lange afstanden waarbij de afgedankte spoorlijnen hierbij originele routes bieden. Grote delen van de buurt zijn bezig met hun aanzicht te verfraaien terwijl er andere buurten bevroren lijken in de tijd. Er zal nog veel tijd nodig zijn vooraleer hier alle littekens uitgevaagd zijn ...

llllksksks

Onzen Hugo had me enkele maanden geleden een wandeling doorgespeeld die te bewandelen viel in de heimat van mijn teerbeminde echtgenote Annick : Charleroi ! Ik deelde daarbij zijn mening dat het hier mogelijk een heel interessant toerke betrof. Vandaag zouden ik en den Hugo dus naar Charleroi trekken. Vanmorgen, het was 5 uur, ging de wekker al af. Charleroi ligt nu niet achter de hoek van de straat dus daar moest wat rekening mee gehouden worden. Vroeg begonnen is half gewonnen. Met de fiets bolde ik naar Beveren statie en na een goeie 2 uurtjes sporen slurpten we om halfnegen al van ons kommeke troost in de stationskoffiebar van Charleroi - Sud. Het was nog een beetje bewolkt maar de vooruitzichten waren prima. Het zou droog blijven wat eigenlijk de hoofdvoorwaarde zo bleek om zonder ongelukken de avond te halen. Ik kom er seffens nog wel op terug. Eens we de statie buiten waren viel er al een hectische bedrijvigheid op te merken. Heel het plein voor deze zuidstatie was één gigantische bouwwerf geworden. Kranen, buldozers, frontloaders die af en aan reden .. je zou er uren kunnen naar kijken zonder moe te worden van al die geleverde arbeid. Het standbeeld van Spirou (Robbedoes), het geesteskind van striptekenaar Franquin zaliger, stond daar moederziel alleen tussen het puin van wat eens een stijlvol art-deco stationsplein was. Toch zwierde hij ons nog een bonjourke toe. Ik vermoed dat de sentimentswaarde die de Karolingers aan hun Robbedoes hechtten hem behoed hebben voor een tijdelijke verhuis naar een duister hoekje op een zolder in het één of andere stadsmagazijn. Ik hoop voor Charleroi dat eens hun nieuwe plein af is dit de schoonheid van hun oude, nu teloor gegane, plein ten minste evenaart.

We sloten aan op de linkerkant van het jaagpad langs de Samber. Aan een fabriek waar smeltovens scrap en schroot verwerkten hielden we even halt om naar de werkzaamheden te kijken. Een enorme schrootgrijper viste er schroot uit de daar bij de kade aangemeerde rivieraken. Een enorme berg schroot lag er opgestapeld om via de hoogovens een nieuwe bestemming te krijgen. Aan de andere kant van de fabrieksloods lag het afgewerkt product. Enorme rollen staaldraad lagen er opgestapeld om verscheept te worden. Iets verderop sloot een bareel het jaagpad af. Een schuit met scrap werd er aan de kade gelost. Met een parlofoon kon je aan de kraanman vragen om de bareel te openen. De kraanman-schrootgrijper stopte dan even met zijn schepwerk. De vallende stukken metaal die uit zo een grijper loskomen zouden je immers dodelijk kunnen verwonden. Een fietser die ons tegemoetkwam stapte wijselijk van zijn fiets af en nam die op de rug. Verder rijden zouden hem ongetwijfeld 2 platte tubes opgeleverd hebben.

We vervolgden onze weg langs het jaagpad van de Samber nog een hele tijd. Kilometers fabrieken, poorten, roerloze ertstransportbanden, schroothopen, puin, spookfabrieken en ruïnes doen je aan een gebombardeerde oorlogszone denken. Enige vrolijkheid viel er dan toch nog te bespeuren in de Street Art. Graffitikunstenaars geven gestalte aan hun "Urban Dream". De troosteloze grauwe betonnen muren leveren hen uitstekend materiaal zodat ze hun straatkunsten ten toon kunnen spreiden. Hun prachtige creaties proberen de sombere sfeer die er in dit gebied heerst wat bij te kleuren. Onder deze volkse kunstgalerijen neemt het welig tierend onkruid in de bermen zelfs de kleur van roest aan. Het geeft extra body aan het decor waardoor deze creaties nog meer tot hun recht komen. Helaas, het verval zet zich er echter onverminderd voort. 

Ter hoogte van het Château de Cartier verlieten we het jaagpad. Een middeleeuws steegje leidde ons naar een volkswijk die we verlieten via een brug over de Samber. Op de andere oever namen we even de tijd om te rusten op een bankje en al een boke te eten. Kwestie van niet met wat junkspuiten in aanraking te komen inspecteerde den Hugo eerst even dit straatmeubel. Het was okee !  We volgden nu het jaagpad langs de andere oeverkant tot aan het park waar het kasteel van Monceau ligt. Een prachtig park ! Netjes onderhouden en in schril contrast met de panoramas die we reeds eerder op de dag zagen. Dit kasteel werd in de 14de eeuw gebouwd door Otto VI van Trazignies. Voor wie zich hier aan interesseert : Kasteel van Monceau-sur-Sambre


Vervolgens kregen we een eerste voorproefje van wat er ons op het einde van de lus te wachten stond. Voor ons lag de 'Terril du Martinet'. Die moesten we op ! We zouden eveneens kennismaken met de overblijfselen van de voormalige mijn die een van de grootste Europese mijnsites was van de jaren 1930. Het was de moeite. We maakten hier kennis met een heel ander Charleroi. Tijdens de beklimming van deze terril vroeg ik me af wat de vele spiegels konden betekenen die we onderweg tegenkwamen. Ze bleken het resultaat te zijn van een artistieke creatie "Fragments" genoemd. Volgens de kunstenaar Stefan Piat weerspiegelt zijn werk fragmenten uit het teloorgangsproces van de gerespecteerde status die aan deze regio werd toegekend. Haar bijdrage aan de industriële revolutie was destijds enorm. Er is nu geen mijnbouw meer, net zoals in Limburg zijn er alle mijnen gesloten.  Het is er doods op dat vlak. De vlakte en de terrils werden echter gevrijwaard voor verdwijning door de vastberadenheid van de daar geboren en getogen inwoners. Tja, vastberadenheid is een kenmerk van onze Waalse landgenoten. Niet voor niets noemt men hen 'des têtes durs' - stijfkoppen'.  Daarbij moet tegelijkertijd gezegd worden dat er vanuit deze mensen veel warmte uitstraalt.  Niemand passeert er jou zonder jou een blik te gunnen en jou te groeten.  Of je nu in lompen loopt of in sjiek maatpak, het maakt niet uit. Je wordt er steeds vriendelijk bejegend. Hier in Vlaanderen en vooral in de grootsteden ligt dat wel iets anders. 

We zijn tot op de top van deze terril du Martinet geklauterd. Je leest het juist : geklauterd. Ik heb me er laten fotograferen. Ja dit was even de moeite om helemaal tot boven te klimmen. Steile kost ! De panoramas op de omgeving zijn indrukwekkend. Maar moest het geregend hebben dan zou een klauterpartij  onbegonnen werk zijn geweest. De hellingsgraad was zo steil dat je gewoon terug naar beneden zou zijn geschoven in het met modder vermengde koolsteengruis. Het was er rustig wandelen in dit nu als ornithologisch geklasseerd natuurgebied. Bij de afdaling van deze terril maakten we nog een ommetje langs een voormalig rangeerstation dat tegenaan de terril was gebouwd. De gebouwen doen er nu dienst als tentoonstellingsruimten voor allerlei doeleinden. In een verlaten gebouw van de mijnsite zelf hielden we ons schof. Het was inmiddels al een stuk na de middag

We verlieten de site van Le Martinet en haar terril via een boomgaard. Langs uitgestrekte velden daalden we af naar het kanaal Brussel - Charleroi. Na het industriële kerkhof aan het Samberjaagpad en de mijnsite van Le Martinet kwam er nu een vrij rustige sectie van de wandeling aan bod. Deze langs het kanaal Brussel - Charleroi. Het was de spreekwoordelijke stilte voor de storm want zoals zo vaak blijkt kan het venijn in de staart zitten. Ook hier zou deze vaststelling gelden. Maar aan dat kanaal was het rustig. Aan het sas moesten we dit kanaal oversteken en we hadden geluk, er werd juist geschud. 2 Hollandse plezierjachten, een Hollandse woonboot en een Gentse lichter lagen in het sas. Je komt ze verdorie overal tegen die Hollanders ! Is het niet op de Vogelenmarkt, dan wel op een godvergeten kanaal ergens in de Walen. Verder is het grappig dat Hollanders je in het buitenland steeds in het Engels aanspreken. No Mam, we don't live here, we are just making a nice walk in the neighbourhood. Mor ge meugt Vloms klappe ! Dat laatste verstaan ze dan ook weer niet 😔😔😔. Maar alle gekheid op een stokje, voor den Hugo was dit weer een uitgelezen moment om het versassen op te volgen. Schepen en maritieme zaken biologeren hem mateloos. De oorzaak valt volgens mij waarschijnlijk te verhalen op zijn beroepsverleden. Ik kreeg van hem een snelcursus sasmechanica ter plaatse. Stilletjesaan vulde het sas zich tot op het juiste niveau. Ondertussen konden we een babbeltje slaan met de stuurvrouw van het plezierjacht de 'Amersfoort'. Ze was de echtgenote van de kapitein. Ze was volop bezig met de fenders te verplaatsen ten gevolge van het stijgende water in het sas. Ik hielp haar even met het aanlijnen op de bolders. Ze hadden een tochtje gemaakt naar Namen met hun jacht zo bleek. Haar stuurmanskunst trek ik niet in twijfel maar bij haar kennis van de hydrografie had ik toch mijn twijfels. Welke waterlopen ze moesten volgen om tot in Utrecht te geraken was haar niet meteen zo duidelijk. Hopelijk is haar kapitein hiervan op de hoogte. Het werd een korte maar zeer aangename babbel met deze Nederlandse dame. Eens ze het sas konden uitvaren restte er ons hen nog een behouden vaart toe te wensen. 

En hopla, we konden aan het 4de stuk van de wandeling beginnen. Jawadde, dat was de moeite. We waren in wijzerszin aan de statie met de wandeling begonnen. Moesten we in tegenwijzerszin gestapt hebben en met dit laatste 4de stukje dus als eerste begonnen zijn dan had ik na 5 km de handdoek in de ring gegooid. Jawadde zeg ? De terril van Le Martinet was al een kuitenbijter maar nu kwamen er ineens nog eens 4 kanjers aan de beurt die met nog gretigere tanden in je kuiten hapten. In deze volgorde sloegen ze toe : De terril Bayemont Saint Charles, de 2 terrils Saint Théodore Est en Ouest en tot slot, de meest venijnige : de terril des Piges. Alvorens aan deze laatste te beginnen moesten we een stukje door de volkswijken van Dampery stappen. De behoefte aan een fris pintje was gerezen maar een kroegje was er niet te vinden. Ik schatte in dat wanneer je in deze verpauperde buurten een kroeg opstart, dat er na een week commerce geen glas meer heel is gebleven. Jongens toch, dat was een luguber buurtje. De armoede en miserie kon je er zo van de mensen aflezen.  Hangjongeren liepen er ook rond. Weliswaar met fonkelende bolides maar met een blik waar de uitzichtloosheid op het bestaan van afdroop. 

We haastten ons vervolgens naar de laatste terril. Deze van Des Piges. Na het beklimmen van deze laatste was mijn pijp uit. Op het lastigste stuk had men vanwege de steile hellingsgraad trappen aangelegd met spoorwegbils. Treden van bijna 30 cm hoogte brachten je naar de top. Ik moet toegeven het uitzicht daarboven was adembenemend maar voor een 6de terril zou mijn pijp uitgegaan zijn. Het afdalen was zonder trappen en ik vermoed dat dit bij regenweer resulteert in een begrafenis. Maar de voldoening dat je naar boven bent geklauterd en hiermee elke meter van deze magische Boucle Noir hebt uitgestapt is groot. We kwamen terug in de bewoonde wereld, onze dorst was ondertussen problematisch geworden. Dichter toegekomen aan het station wees den Hugo op een terrasje. Verdere commentaar werd overbodig en we nestelden ons in het zonnetje aan een tafeltje. 2 pinten Bavik tegelijk bestelde onze maat. Die smaakten. Iets later dook er een vervaarlijk uitziende motard op samen met zijn machine en dit vlak aan onze tafel. Het leek wel een sympathieke knul en we nodigden hem uit om samen 'Une Choppe' te consumeren. Dat kon op zijn waardering rekenen en hij zette zich erbij. Even later lagen we beiden in een deuk. Hij begreep niet dat we al meer dan 40 jaar getrouwd waren met dezelfde vrouw. In zijn leefwereld was dit onvoorstelbaar temeer daar hij zelf niet getrouwd was. Elke voorbijlopende vrouw of meisje trok daarentegen wel zijn aandacht en werd aangesproken in de meest subtiele bewoordingen die ik hier niet aan mijn blog ga toevertrouwen. De kelner was dan volgens hem weeral een 'pédé'. Gelukkig kende die jongen zijn klanten en kon hij er hartelijk om lachen. Het waarheidsgehalte van elke anecdote die hij opdiste bekrachtigde hij met een high five waarbij hij eerst een vuist naar je vooruit stak die zijn zware doodskopring in beeld moest brengen. Ik moest wel het een en ander vertalen toen hij zijn uitleg aan den Hugo deed maar voor het woordje 'LouLou' waarmee hij den Hugo constant aansprak vond ik geen geschikte vertaling. Ook met deze kleurrijke kerel was het even aangenaam verpozen. Het was allicht geen grijze muis. En voilà, de dag zat er op en iets na 6u spoorden we terug naar huis. Dit was een stapdag om niet al te vlug te vergeten. Zware kost was het wel. Een kleine 25 km en 700 hoogtemeters  vraagt opnieuw wat training van me maar de voldoening is navenant geweest ! Naar gewoonte hebben de afwezigen weeral iets gemist ! Eigen schuld, dikke bult 😇😇😇.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.