woensdag 8 september 2021

Van Balen naar Beverlo - Antwerpse en Limburgse Kempen

Maandagavond kwam ik op het idee om daags erop, dinsdag dus, terug de Kempen op te zoeken. Het beloofde mooie weer mocht immers niet genegeerd worden. Ik was dan wel bezig met schilderwerk, het sjieke weerbericht maande aan tot een leuker alternatief. Bovendien bederft die verf niet en er komen nog dagen. 'Haast' en 'Moeten' is helemaal niet meer aan mij besteed. De  oproep naar de stapmaten kwam begrijpelijkerwijze wat te laat binnen om nog mee aan te pikken. Solo dus. Een wandelingetje vanuit Balen naar Beverlo was het doel. Van de Antwerpse Kempen naar die van de Limburgse. 

Om 8u30 stapte ik van de trein af aan het perron in Balen. Ik zat ineens bij de kruiers van Balen. Dit is de bijnaam van de Balenaars.  De reden kan zijn dat de patroonheilige van hun dorpskerk, de Heilige Andreas, ook patroon van de kruiers is. Het volksverhaal wil dat de bewoners de kerk een aantal malen wilden verplaatsen en dat ze daarvoor een kruiwagen het meest geschikte transportmiddel achtten. Dit even ter zijde. Balen ligt in één groot natuurgebied. Ruimte genoeg om er mooie wandelingen uit te stippelen om ze vervolgens te maken. Ten zuiden van het dorp stroomt de Grote Nete en in de vallei daarvan liggen diverse natuurgebieden, waaronder Scheps, De Most, De Vennen, en het Griesbroek bij Hulsen. Ten noorden van De Most ligt, op een dekzandrug, het natuur- en recreatiegebied Keiheuvel. Dit was the place to be ! 

De eerste stappen gingen richting uit naar het kanaal Dessel - Kwaadmechelen.  Er was geen scheepsverkeer te ontdekken op dit mooie kaarsrechte kanaal. Het lag er vredig. Hier en daar een woerd op de oever met zijn harem eenden die opgeschrikt in hun zalige rust verontwaardigd kwekkend de vaart induikelden. Mooie tafereeltjes zijn dat zo vroeg in de ochtend.  Een meeuw dobberde in het midden van de vaart op zijn gemakske wat rond op de rimpelloze waterspiegel. Wat hoge wolkjes onder een lichtblauw getint hemelspan maakten hierbij het decor uit. Het beloofde warm te worden. Dat kanaal volgde ik tot aan de eerste brug die ik dan ook overstak. Zo belandde ik aan de Grote Nete. Die rivier heb ik een stukje gevolgd, de aanblik ervan sprak tot mijn van tijds ongebreidelde verbeelding. Je zou je in het moerasgebied van de Everglades hebben kunnen wanen. Om de indruk compleet te maken ontbrak er daarom hier en daar nog een alligatorke in het plaatje. Ik heb trouwens nog een 2de track klaar liggen daar in het gebied. Dit trackje volgt die Grote Nete nog een kleine 2km tot aan de samenloop met de Heiloop. Dat is voor een volgende keer. Alhoewel die Grote Nete roestbruin kleurt en zich in ontelbare bochten door de omliggende wetlands wringt biedt de aanblik van dit landschap een unieke indruk. Echt heel mooi. Na een 500 meter boog ik dus af naar de Heiloop, volgde die even waarna ik verder door de bossen van Zandvliet en Straal en de weilanden in de rand van Olmen belandde. Authentieke smalle wandelpaadjes door het bos en ook soms naast weiland waren hier legio. Lange kluppelpaden door het moeras houden je droog en brengen je een heel eindje verder. Op lange stukken pad zag je deze geplaveid met half verzonken boomstronken waar je je voeten op kon afzetten. Dit doet me vermoeden dat je bij regenweer hier in een modderpoel verzeild raakt. In de plassen en poelen is er nog volop leven te spotten. Kikkers die wegduiken, waterkiekens die opschrikken, luchtbellen en rimpelkringen in het water verraden de aanwezigheid van vis of ander onder water levend gedierte.  De dauw had haar werk gedaan in de beemdgewassen. Na een 10-tal paaltjes zijn je bottienen en broekspijpen kletsnat maar deren doet dat helemaal niet.  Ook hier wordt de absolute stilte ervaren. Op het hele traject ben ik 1 jogster tegengekomen. En ik wandelde verder, in vredige gedachten verzonken.  Aan de vele herfstdraden merkte ik dat we jammer genoeg terug bergaf gaan richting herfst. De treurnis om de snertzomer die we hebben gehad werd er alleen maar groter door. Ik belandde terug aan het eerder vernoemde kanaal, stak het over en vervolgde m'n weg. 

Ik botste op een Alpacafarm. De kweker zwaaide met de slogan dat zijn beesten met hoogwaardige genen begiftigd waren. Alhoewel deze dieren ongetwijfeld prima verzorgd worden horen ze volgens mij hier niet thuis. Die moeten op de hoogvlakten in de Andes grazen. Das al één, ten tweede wordt er met de zogezegde alpacawandelingen op die dieren hun rug geld verdiend. Wandelingen waarvan men beweert dat ze een heilzame invloed hebben op het mentale welzijn. De mensen trappen daar in ! Wat is het verschil met een ponyke dat op de kermis ontelbare rondjes draait met jengelende kinderen ? Dat is mijn mening. Drie, het zijn beesten die vanwege hun sterk ontwikkeld sociaal kuddegevoel wegkwijnen wanneer ze alleen worden gehouden.  Hier en daar op mijn wandelingen ben ik al zo een sukkelaar tegengekomen. 

Kwaadmechelen kwam nu aan de beurt en ik hoopte daar een tripeltje te kunnen verhapschansen, helaas was er op het middaguur alles nog dicht. Een picknicktafeltje vond ik er wel waaraan ik me voor de middaghap kon scharen. Als tafelgenoten had ik een bosmaaier, een jerrycan, oordoppen en een haagschaar. Iets verderop waren de mannen van de gemeente de plantsoenen aan het fatsoeneren. Ze hadden hun gerief daar even geparkeerd op die tafel. 
In volle zon blijf je niet al te lang zitten en eens dat mijn bokes op waren zette ik me vlug terug op weg. De Velthovenweide, een natuurgebied behorende tot het grondgebied van Groot Ham kwam als eerste aan bod. Ook hier was het wandelen over fantastische padjes in een schitterende natuur. De weidepaadjes rond de immense Olmense maisvelden en graslanden beschikten over een zelfde gratie. Ik genoot ervan.  Vooraleer Beverlo, m'n eindpunt, te bereiken moest ik nog een prachtig bosgebied ten westen van Beverlo doorkruisen. In dit gebied vloeit de Veerlesestraatloop en de Grote Laak. Een vervolg op het reeds ervaarde viel me opnieuw ten deel. Absolute stilte heerste er op die mooie boswegels. En weeral was er in de wijdse omtrek geen ziel te bespeuren. God noch klein Pierke vielen er te bekennen. Maar wel de muggen kwamen hier ten tonele. Die meldden zich weer present. Deze keer jammer voor hen want ik had me deze keer van een spray voorzien. Dat scheelde wel enkele prikken en voilà, het zat er op. Ik was al aan de statie van Beverlo vooraleer ik het besefte dat de wandeling uitgelopen was. Een volgende keer volg ik de Grote Nete een heel stuk verder. Nog veel onbetreden wandelgebieden liggen daar voor het grijpen. De Kempen hebben een onuitputtelijke bron aan wandelpret in aanbod. Ik kom er heel graag. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.