We beginnen bij Verrebroek. 's Morgens rond 8u, donderdag, pikte ik den Hugo op in Temse. Met z'n getweetjes zouden we er op uit trekken. Het was vrij fris en bovendien had het ge-ijzeld. Maar van neerslag was er in Beveren en Temse geen sprake maar de aangevrozen mist zorgde hier en daar voor een glad wegdek. Opletten geblazen, 's avonds in de nieuwsuitzendingen zou er melding worden gemaakt van verschillende val- en schuifpartijen. Na het koffieke vertrokken we naar het uiterste noorden van de Heerlijkheid Beveren. Ik stalde er mijn karretje aan de kerk van Kieldrecht. Ja zeg dat had hier behoorlijk gesneeuwd. De velden waren bedekt met een laagje sneeuw en de Kieldrechtse voetpaden lagen er spekglad bij.
Rondomrond het natuurreservaat De Grote Geule ging het richting Meerdonk uit. De Grote Geule maakt deel uit van het Krekengebied van Noord-Oost Vlaanderen en ligt op het grondgebied van Kieldrecht en Meerdonk. In het reservaat kan je niet vrij wandelen. Dat kan alleen maar onder begeleiding van een gids. Het is dan ook een waardevol natuurgebied. De kreek is een deel van het grote krekencomplex dat zich uitstrekt over het noorden van Oost-Vlaanderen tot het zuiden van Zeeland. Vooral de zeldzame veenpartijen maken het gebied heel bijzonder met zijn typische plantengroei zoals veenmos, veenpluizen en de zeldzame kamvaren. De Grote Geule en het bootshuisje zijn objecten die het meest worden gefotografeerd daar in Kieldrecht. Het is een oude overstromingsgeul uit de 16e en 17e eeuw. Ze heeft een steile en zachte oever waar nog brakke invloeden op de plantengroei te zien zijn. Enkele veenpartijen maken het gebied heel bijzonder. Ook veel vogels, zoals de blauwborst en kleine karekiet, vinden er rust en broedgelegenheid. In de winter treft men er heel wat soorten eenden en ganzen aan. In de zomermaanden treft men er ook vleermuizen aan. Men vindt er in het reservaat dan onder meer de dwergvleermuis, de watervleermuis en een aantal andere soorten. De Grote Geule maakt deel uit van het Saleghem Krekengebied. Activiteiten zoals begeleide natuurwandelingen en vogelobservaties vinden er regelmatig plaats. Hoe dan ook de weidse vergezichten boden een mooi alternatief.
Meerdonk is een typisch polderdorp. Keurige huisjes en een nette omgeving maken een doortocht aangenaam. De Heilige Corneliuskerk was een bezoekje waard. Den Hugo zijn nieuwsgierigheid wordt telkenmale aangewakkerd wanneer er een kerk op z'n pad ligt. Misschien valt de oorzaak wel te zoeken in het feit dat hij in z'n jeugd misdienaar is geweest. Grappig in deze kerk is dat Dezeke Jezus kan vliegen. Hij zweeft daar boven het altaar zonder vleugels. Hopelijk zit de verankering in het plafond snor zoniet maakt Hij een lelijke totter. De kerk bezit een schilderij, voorstellende de Aanbidding der Herders, uit de school van Jordaens (17e eeuw). Van einde 18e eeuw is er een kruisbeeld te bezichtigen. De beelden van Sint-Ambrosius en Sint-Eligius dateren dan weer van 1745. De preekstoel is in rococostijl (1768) en in dezelfde stijl zijn de kerkmeestersbanken. Verder kerkmeubilair dateert van de tijd van de vergroting van de kerk, de altaren zijn van 1853. Het orgel is beschermd als monument. Prachtig interieur en kerkmeubilair weliswaar maar voor het bijwonen van een eredienst moest je uitwijken naar Stekene of St. Gillis Waas. God's dienaren worden immers schaars !
Het begon waarlijk te regenen en aangezien de schafttijd was aangebroken zochten we een schuilplaatsje voor het schof. Aan de ingang van een dokterspraktijk vonden we een bank onder een luifel en konden we schoven. Een oudere patient van die dokter wachtte z'n beurt af in z'n auto op de parking vlak voor de deur. Je gaat het niet geloven maar op een bepaald moment opent die kerel het portier en kapt er een hoop papiertjes naast z'n auto op de grond. Hoe onbeschaamd kan je zijn ? Je zou die man een opmerking kunnen geven maar wat bereik je ermee ? Dikwijls is het verstandiger om een oogje dicht te doen en binnensmonds te glimlachen.
Met dat het vrij fors begon te regenen besloten we het traject iets in te korten. Het bracht ons langs De Oude Hoeve, een restaurant midden in de polder. Ja we mochten binnen voor een pintje. Den Hugo die regelmatig in deze contreien gaat fietsen en de streek soms nog beter kent dan zijn eigen broekzak was verbaasd om een horecazaak te midden van deze verlaten polders te vinden. Veel familieleden langs z'n echtgenotes kant resideren hier in de omstreken, vandaar zijn kennis van het gebied. Een 20-tal senioren hielden er een reunie met een etentje gepaard gaande. De baas van de Oude Hoeve somde de problemen met de service op die zo een groep klanten met zich meebracht. Na kennisname van al de moeilijkheden zou ik zo een groep al doorsturen naar een fritkot. Na een tripeltje Omer en een Orval voor den Hugo volgde er nog ééntje waarna we verder stapten in de richting van richting Verrebroek. Hier staat er een aartslelijke kerk die bovendien gesloten was. Vervolgens ging het terug richting Kieldrecht uit langs het Vingerlingpad. Over modderige zandpaadjes voerde dit pad ons langs de Zuidelijke Watergang en de Noord Zuid verbinding naar Kieldrecht. Die laatste kilometers viel er nog flink wat regen en stond er behoorlijk veel wind. Een paraplu opentrekken was een mindere optie vanwege de wind. Dagen met wat minder weer mogen er ook zijn. Ze geven je uitzicht op de mooiere dagen zodat je je daarin al kan verheugen. Zeuren heeft geen zin.
Aangezien we vlakbij Nieuw Namen zaten bracht ik in extremis nog een bezoekje aan m'n dochter. Die was wel gaan werken maar haar man nam even de honneurs waar bij een kommeke thee. Het zat er op voor vandaag. Pittig weertje maar toch was ik content dat ik weeral een mooie wandeling kon afvinken. Onzen Hugo was van een zelfde oordeel.
Kontich - Lint - Waarloos - Duffel
Voor zondag 22 januari beloofde het weer beterschap. De kalender van wandelsport Vlaanderen vermeldde voor deze dag onder meer een wandeling in Kontich. Deze werd georganiseerd door wandelclub 'De Kleitrappers' van Terhagen. Ik koos uit de verschillende afstanden voor de 20 paaltjes, betaalde als niet-lid 3 euro verzekering en ging van start. Waarloos, Duffel, Lint zouden hierbij aangelopen worden. De opkomst was niet fenomenaal te noemen. Tijdens het schaft vernam ik van zo een Kleitrapper dat Corona de oorzaak was. Veel leden namen na afloop van de pandemie niet meer de draad op. Tijdens Corona bleef de wandelkalender nagenoeg leeg. Vroeger boekte de club vlotjes meer dan 2000 inschrijvingen voor een georganiseerd toerke, nu waren er om 10u slechts iets meer dan 400 inschrijvingen te noteren.
Onder een grijs wolkendek maalde ik de paaltjes erdoor. Het parcours liep voor een deel over modderige paadjes van de oude spoorwegberm. Een serieuze slijkboel werd m'n deel. Ook de Babbelse Plassen zouden aan bod komen. Deze 3,5 ha groot zijnde zone bestaat uit een halfopen landschap, omzoomd met knotwilgenrijen en houtkanten. Hier legde de dienst Integraal Waterbeleid in 2012 een nieuwe waterretentie aan met ruime ondiepe poelen, brede plasbermen en een kronkelende vrije doorloop van de Babbelkroonbeek. De Babbelse Plassen vormen zo nieuwe natuur die ook borg staat om de stroomafwaarts gelegen gemeente Lint voor overstromingen te behoeden. Mooi stukje dus.
Rond een uur of 3 kreeg deze uitstap haar beslag. Ik wandelde nog even de prachtige Sint Martinuskerk binnen voor een bezoekje. Het herinnerde me aan het feit dat ik ooit het lopen van de De Martinusroute in gedachten heb gehad. Deze route loopt van het Nederlandse Utrecht tot in het Franse Tours. Alle Martinuskerken worden bij op het pad van deze GR als een lint aaneengeregen. Ik zal deze gedachte nog maar even 'on hold' zetten. Ik heb nog maar juist zo een serieus toerke achter de rug. Zien wat de toekomst nog voor me in petto heeft blijft nog even de boodschap. Ik zou, nu ik toch in Kontich was, van de gelegenheid gebruik maken om m'n oudste zus een bezoekje te brengen in het rusthuis. Haar paternosterke dat ik in bruikleen meehad op m'n recentelijke camino kon ik haar zo terugbezorgen. Al 6-jarig meisje stuurde ze dit paternosterke naar mijn vader die tijdens de 2de wereldoorlog in een krijgsgevangenenkamp zat. Ze stelde het goed. De glimlach op haar gezicht deed me dit te vermoeden. Het is jammer, de vele levensjaren hebben bij haar hun tol opgeeist en al haar herinneringen uitgewist. Spreken doet ze niet meer en me herkennen lukte haar evenmin. Zo triest maar ze glimlachte. Onderweg had ik enkele pateekes gekocht. Het smaakte haar zichtbaar. Haar man, m'n schoonbroer betrekt een serviceflat van het rusthuis en zo blijft bij leven naast de fysieke zorg van het rusthuis ook haar relationele zorg verzekerd. Een hele geruststelling is dit want scheiden doet lijden. Oud worden is niet altijd een zegen. Ook dit wordt me met de jaren meer en meer duidelijk. Als jongste uit een gezin van 5 zal ik in theorie hen allen zien heengaan. Maar goed, dat is nu nog niet aan de orde. De avond kwam in zicht en daarmee kon ook het bezoekje aan m'n zus afgerond worden. Ik moet beslist eens meer op bezoek komen. Met lijnbus en trein reed ik naar huis. Deze dag kon ik weeral als bijzonder omschrijven en tegelijkertijd kon er weeral uitgezien worden naar een volgende versie. En die zou zich weldra aanbieden in het Zoniënwoud.
Watermael Bosvoorde - Hoeilaart - St. Jezus Eik - Ouderghem.
We schrijven donderdag 26 januari. Met ons gedrieen zouden we er op uit trekken. De Michel en de Ronny tekenden voor deze dag present. Van deze laatste, de Ronny dus, mag gezegd worden dat het bijna een jaar geleden is dat hij nog eens is meegeteend. Het feit dat hij al z'n wandelspullen niet meer vond en bijgevolg terug bijeen moest zoeken was het logische gevolg. De Catsjoe was er niet meer bij. Ook voor dat beestje gelden de regels van het ouder worden ... het is niet altijd een zegen.
Een winter zonder sneeuw geeft een weemoedig accent aan zo een immens bos. Talloze gevelde woudreuzen, bedekt met een dikke laag mos lagen weerloos tegen de vlakte. Alles is vergankelijk. Versteende elfenbankjes woekeren op de bast van die gesneuvelde woudreuzen als waren het ouderdomsvlekken die hun vergankelijkheid moesten aantonen. Het heeft haar charme zulke bosuitstappen. Zelfs in de winter wanneer het groen ver te zoeken valt en er een bruin tapijt van afgevallen bladeren uitgerold ligt in afwachting van de komende lente heeft zulk een woud een desolate uitstraling. Maar daarom nog niet minder mooi. In het voorjaar wanneer de dagen al wat meer zonlicht krijgen begint de metamorfose van het bos. De seizoenen maken zich kenbaar. Knoppen verschijnen aan de takken van de bomen, boshyacinthen, bosanemonen komen piepen, het leven in de insectenwereld komt terug op gang ... alles herleeft in het bos. En opnieuw hoor je de vogeltjes kwelen. Deze dag werd er al een eekhoorntje gespot. Nog wat geduld nu en het is zover.
Maar na deze stop zat het er op, nog een klein eindje stappen en we spoorden terug naar huis. Van deze tocht onthou ik dat onze Michel regelmatig de stilte opzocht en vooruit liep om zo beter van de omgeving te genieten. Ik onthou ook dat de Ronny content was dat hij zijn communicatieve vaardigheden nog eens kon etaleren en het daarbij niet naliet om zijn registers wijd open trekken. Wat mezelf betreft stel ik vast dat er innerlijke tevredenheid heerste omdat het een megamooie trip was geworden. Ben benieuwd waar we de volgende keer zullen belanden.