zaterdag 7 oktober 2023

Le Pays des Ch'tis - Mont des Cats

Het is weeral eventjes stil geweest in wandelland. Steek het maar op het minder olijke weer waarin wisselvalligheid de boventoon hield. Voor deze dag zouden de weergoden even de andere kant opkijken en de dag zegenen met een rustig herfstaccentje.  's Morgens fris, wat bewolking waarna het geleidelijk begint op te warmen waardoor je al vlug een truitje uittrekt. Al een heel tijdje broeide er het verlangen om, gecombineerd met wat leerrijke stoffatie, nog eens even over de grens met Frankrijk te trekken. De lange reis er naartoe echter, was telkens de spreekwoordelijke stok in de wielen die het uitstel moest verklaren. Deze keer goede keer en de Marc en den Hugo tekenden aanwezig voor de uitstap. De overige stapmaten Michel en Ronny hadden een excuus. De Michel had nog zere voeten van zijn recent camino-avontuur en voor de Ronny gold : 'Les excuses sont faites pour s'en servir' want hij trok erop uit met zijn zigeunerkar. Maar goed, de afwezigen hebben zoals steeds ongelijk 😊😊😊.

Rond de 2 uur is het sporen naar Poperinge vanuit Antwerpen en omgeving ... tijd genoeg dus om wat bij te praten. Onderwerp van causerie was ondermeer de tocht van onze andere wandelmaat : de Michel. Op zondag 2 oktober walste hij en zijn stapmaat Santiago binnen na een tocht van een kleine 700 paaltjes. Ik heb nog niet veel feedback ontvangen, dat komt nog, en ik hoop daarbij te vernemen dat hij een onvergetelijk avontuur onder zijn wandelbottienen heeft kunnen plakken. Dat was bij mezelf telkens het geval. Je hebt een mooi parcours achter de rug en wat meer is : Je hebt het gehaald, je bent er enorm blij om maar tegelijkertijd overvalt er je die tristesse omdat je tocht ten einde is. Het is een onbestemd gevoel, het afscheid nemen van je medepelgrims is meestal definitief, het moeten loslaten gaat iets in de richting van heimwee. Nog een dikke proficiat voor het volbrengen van je queeste Michel ! 

Met enige vertraging stapten we rond kwart na 10 van de trein en dit op Poperingse bodem. Een uitgestippelde lus over de Franse grens heen van 28km en een paar 100 hoogtemeters rijk maakte het onderwerp uit van onze trip. Tel daar nog een 16km bij, heen en terug naar de statie met de velo, en het aantal verbrandde kalorietjes mogen gerust geteld worden. Met 2km stappen tot aan de stadsrand werd de wandeling in gang gezet. Ik lieg, we begonnen eerst met het binnenspelen  van het traditionele rijstvlaaike geoffreerd door de Marc  en vervolgens ging de beuk erin.  Een stukje van de Quintenswandelroute, een erg mooi wandelpad trouwens, werd opgepikt  waarna het verder in rechte lijn zou gaan naar de Franse grens. 

We passeerden het Lijssenthoek Bezoekerscentrum gelegen aan de gelijknamige militaire begraafplaats. In 1915 tot 1920 vond je hier het grootste militaire veldhospitaal in de Ieperboog uit WO1. Het werd een uitgelezen moment voor onzen Hugo om dit centrum een bezoekje te brengen. Een zeer vriendelijke gids vroeg ons of hij ons wat vragen mocht stellen. Tuurlijk ! Dat was een kolfje naar den Hugo zijn hand ! Deze honneurs liet ik bijgevolg den Hugo welgevallen want eerlijk gezegd schat ik hem kwa WO1 kennis minstens de gelijke van de gids. Zoniet nog een streepje hoger. Elke dag wordt er daar in het centrum een foto van de 'Soldaat van de Dag' geprojecteeerd op een scherm. Het is een soldaat die op een zelfde dag/datum daar in het hospitaal aan de opgelopen verwondingen in de Grote Wereldbrand overleed. Ongeacht zijn nationaliteit krijgt hij hier even de aandacht zodat hij net als al die andere onschuldige sukkelaars nooit vergeten zal worden. De gids gaf ons een print out mee met de foto van deze ongelukkige held. Ik kwam er ook te weten dat de gemiddelde levensduur van een gevechtspiloot, een 'Ace', toen amper 3,5 maand bedroeg. Nog een vlug bezoekje aan het kerkhof  ... het is/was waanzin ten top, want zinloos krijgsgeweld herhaalt zich helaas telkens weer. Berusting vinden in die vloek zal het enige alternatief blijven. Enige interesse ? Hier is de link naar het bezoekerscentrum : Lijssenthoek Bezoekerscentrum

De exacte lokatie van de Frans - Belgische grens valt hier moeilijk vast te stellen. Grenspalen zoals er staan aan de Belgisch - Nederlandse grens zijn er niet.  Soms loopt de grens in het midden van de straat. De ene straatkant is Belgisch grondgebied, de overkant La France. Ook beken markeren hier op sommige plaatsen de landsgrenzen. De Doodstappenbeek en de Vleterbeek in de geburen van Boeschepe zijn landsgrenzen, om er maar enkele te noemen. Eens de grens over zaten we dus in Boeschepe. Het is een gehuchtje in het noorden van de Ch'ti regionen. We vonden er een mooi plaatsje om te picknicken aan de dorpskerk. De Godstempel van Boeschepe is een monumentaal bouwsel in verhouding tot de grootte van het dorp. 

Vanuit Boeschepe zou het gestaag bergop gaan naar de Mont des Cats, de Katsberg in 't Vlaamsch. De naam Cats is afkomstig van de Germaanse volksstam der Chatten. De Katsberg zelf is een getuigenheuvel in het West-Vlaams Heuvelland van Frans-Vlaanderen en ligt in het gebied van de gemeente Godewaarsvelde. De weg naar de top is 2.2 kilometer lang en overbrugt 118 hoogtemeters met een gemiddeld stijgingspercentage van 5.3%. Het hoogste punt bevindt zich 164 meter boven het zeeniveau. Op de Katsberg staat een kolossale abdij met in de buurt een Passiekapel en een 200 meter hoge televisiemast.  Daar zijn we rondgewandeld.  Deze mast is een goed zichtbaar herkenningspunt in het golvende landschap. Tot op heden blijft de abdij zeer befaamd om haar kaas en bier.
Ooit mocht Frankrijk zich beroemen op het feit een trappistenbier te bezitten. Maar,  sinds het bier in de brouwerij van Chimay wordt gebrouwen mag het bier de naam van Trappist niet meer dragen. 

Daar boven op die Katsberg dan weer had je een schitterend zicht op het Vlaamse Heuvellandschap met in de verte Poperinge.  

Laag, een lucht zo laag 
Een lucht die weent, weent als verdriet
Laag, laag op een land
Maar schoner land bestaat er niet. 


 

Vlaanderen mijn land - Petra

Vlaanderen wat ben je mooi ! Dat een groot gedeelte over verharde doch zo goed als verkeersvrije paden liep deed geen afbreuk aan het magnifieke karakter van de trip. M'n stapgenoten konden met deze indruk instemmen. Godewaarsvelde was de volgend stop. We hoopten er een cafeetje aan te treffen en dat lukte. In een proper en gezellig kroegje in een doodlopend straatje kreeg een Franse waard  het verzoek om 3 Hommels te tappen. Dat deed hij op meesterlijke wijze. De hop, het streekproduct bij uitstek, verrijkte het smaakpatroon. Bitter in de mond maakt het hart gezond. Zo beweerde mijn grootmoeder en daarbij lepelde ze je gezwind een kwak levertraan op. Een tripel hop in de plaats van die levertraan was waarschijnlijk toentertijd geen optie. Terug op weg kwamen we die hopstaken tegen. Leeggeplukt maar hier en daar bengelden er nog wat bloemetjes aan die staken. De Marc durfde het aan om van zo een hopbloem te proeven. Dit op den Hugo z'n aanbeveling. Lang duurde zijn proeverij niet want bijna onmiddelijk spuugde hij zijn bittere hoppralien op de grond. Dat zal hij geen 2de keer meer riskeren. De smoelen die hij trok bij zijn degustatie weerspiegelden de afgrijselijk bittere smaak van de hop.
In Abeele staken we terug de grens over naar het Vaderland. Hugo was hier al eens geweest zo beweerde hij. Hij herinnerde zich een uitstap met een autocar die tot doel had kennis te maken met de verschillende volks- of caféspelen die er in deze contreien worden gehouden. Een inwoner werd in z'n deuropening aangesproken en die kon Hugo het café aanwijzen waar hij getuige moet geweest zijn van het spel 'Zandbollen'. Geen idee of ik dit juist uitspreek of schrijf. Het Westvlaamse dialect heeft zo zijn geheimen. Ahoow zeg.

Het zat er bijna op. We belandden terug in de bewoonde rand van Poperinge. Daarbij passeerden we in de hoofdstraat het unieke Talbot House. Even een terugblik naar de oorlogsjaren '14-'18... : Midden in die drukke stad die Poperinge was,  het Britse Leger had er immers haar commandobasis uitgebouwd, hadden de aalmoezeniers Neville Talbot en Philip "Tubby" Clayton in december 1915 een clubhuis ingericht. Zonder onderscheid van rang of stand konden soldaten en verpleegsters er drie jaar lang terecht voor een zeldzaam moment van rust en ontspanning, ver weg van de oorlog. Het huis is nu een museum. Op haar mooie website vind je interessante informatie. Met een virtuele toer (klik hier voor de virtuele toer) kan je alvast een beeld vormen van het prachtige interieur. Jammer, de wandeling zat er inmiddels bijna op. Ze was echt de moeite van de verplaatsing waard.  De panoramas boven op die heuvelruggen  zijn betoverend mooi. Ze zijn zo kenmerkend voor het Vlaamse Heuvelland dat het niet te verwonderen valt dat Jacques Brel hier de inspiratie vond voor zijn prachtig muzikale oeuvre. Ook de talrijke reflecties naar het oorlogsverleden  die zich onderweg voordoen zoals er zijn : De musea, de militaire begraafplaatsen, de monumenten enz. ze reiken genoeg beeldmateriaal aan om er een leerzame themawandeling mee ineen te steken.

De statie kwam in zicht ! Er restte on nog tijd om een tripeltje te versieren in café  'De Snoek' ! Het werden er uiteindelijk 2. 2 Tripels Plukker alstublieft ! Den Hugo hield het voorlopig op een 'Omertsjen'.  'Tripel Plukker' begot ! Ik had er nog nooit van gehoord. Waarschijnlijk werd de naam voor deze tripel ontleend aan de hopplukkers. Ze gleden desalniettemin op hun sokken naar binnen. Het was de perfecte afsluiter van een prachtige stapdag met de maten Hugo en Marc. 28 paaltjes, wat hoogtemeterkes ... het was wel terug eventjes wennen. Tot een volgende weeral.
 

1 opmerking:

Plaats een reactie als je wil.