vrijdag 16 februari 2024

SGR Haspengouw - Et 4 / Heers - St. Truiden

 

Het was vroeg dag gisteren. Al om 5u20 wipte ik op de bus om me naar Heers in Limburg te begeven. Een solowandeling nog eens een keer. Solo dus en bijgevolg was het een ideaal moment om nog eens een stukje SGR op te souperen. De SGR Haspengouw werd al eerder aangesneden en wachtte al geruime tijd op een vervolg. Een stukje tussen Heers en St. Truiden zou het worden, goed voor 23km. Heers ligt tussen Tongeren en St. Truiden en om daar te geraken met het openbaar vervoer wordt je wel eventjes zoet gehouden. Het duurt even. Alhoewel, ... met het drukke verkeer van tegenwoordig denk ik dat je het best mag veralgemenen naar het automobielvervoer toe. Met de bus naar St. Niklaas, 2 treinen - naar Berchem en dan naar Hasselt - en tot slot een bus ter afronding tot in Heers.  Een gesmeerde verplaatsing, het mag gezegd. In St. Niklaas moest ik de trein halen van 6u. 6u dat is veel te vroeg om op te lijnen met de stapmaten dus even solo gaan was de boodschap. Wel vond ik het een beetje eigenaardig dat er op de displays in het station waarop de vertrektijden vermeld worden deze trein er 2 keer op voorkwam. Een eerste keer werd aangegeven dat hij niet reed - waarom ? - God weet ! - en daaronder stond hij terug vermeld met het normale vertrekuur. Bij navraag bij de loketbediende of de trein al dan niet reed bleef een zinnige uitleg achterwege. Maar de trein reed dus wel degelijk.  

Okee dus en om 9 uur stapte ik af aan het kruispunt van de baan naar Waremme met de Steenweg N30. Er was daar op het eerste zicht zo niets spectaculairs te zien. De SGR bevond zich immers een kilometertje verder. Even de hoek om gestapt en hopla ... daar op de steenweg wuifde er in het voorbijstappen al direct een knappe dame me vanuit haar venster een goeiemorgen toe. Niet één maar nog 2 andere dames iets verderop betoonden me dezelfde gentilesse in het voorbijwandelen. Daar had ik me helemaal niet aan verwacht.  Iets te laat, ik was al een eindje verder, realiseerde ik me dat het raammadelieven waren. Ja zeg die begonnen wel heel vroeg aan hun shift ! Extra uren, precies of er was sprake van verlies aan omzet geweest dat vlug goedgemaakt moest worden. Indien zo zie ik een verband met 14 februari en Valentijn. Hun vast cliënteel liet waarschijnlijk daags te voren verstek vanwege de obligaat te vervullen amoureuze verplichtingen. Moest je het me vragen om dewelke, volgens mij zijn dit verplichtingen zowel op financieel als op fysiek vlak. 
Na nog een 3-tal cabardouchkes gepasseerd te hebben, dit keer met enkel een lege stoel in de vitrine, was het na 500 meter afgelopen op die liefdesboulevard. Ik kreeg nu aansluiting op een wandelpad waardoor ik opeens volop in de natuur zat. Het landschap zag er schitterend uit. Een glooiend terrein waardoor er een weids uitzicht ontstond over het ganse gebied. Omgeploegde akkers en weilanden in veelvoud ontplooiden hun maagdelijkheid. Die maagdelijkheid viel moeilijk vast te stellen bij mijn ontmoetingen ietsje eerder op de dag. Het pad ging richting Gelinden uit en toen het dorp in zicht kwam kon je niet meer ontkennen dat je in Haspengouw zat. Het is dan ook De Fruitstreek van ons landeke. Let op de hoofdletters ! De boompjes stonden er nog kaal bij in de fruitgaarden maar hier en daar viel er al bedrijvigheid te noteren van tuinders die met het snoeiwerk bezig waren. Als al die fruitbomen in bloei staan zijn er geen woorden om die pracht te beschrijven. Het was dus nu eigenlijk de periode niet om daar een wandeling ineen te steken maar goed, ik stapte voort. Ik kom nog wel eens terug naar deze regionen. 

Het volgende dorp, een 5km verder, betrof Mielen boven Aalst.  'Mielen boven Aalst', what' s in a name ? -  ligt op de landkaart eigenaardig genoeg onder het Limburgse Aalst. Je moet Limburger zijn om dit te kunnen verklaren. De omgeving langs de weg ernaartoe leek op een gigantisch golfveld. Eén kolossale vlakte aan omgeploegde akkers en grasland. Een biljartlaken bijna. De vele kerktorens in de verte van de omringende dorpjes markeerden de holes. Een betere metafoor kan ik me zo direct niet bedenken. Zalig stappen was dit ondanks de stevige wind die er op die vlaktes stond. De temperatuur was ook al opgelopen en er kon een laagje kleding minder. Het viel me op hoe stil het in die dorpjes is. Je zag er geen mens op straat. 

Na dit 'Mielen' ging het richting Kerkom uit. Het landschap werd nu eerder gekenmerkt door enorme holle wegen. Ik schat wel wanden tot 4 meters hoog en meer. Hoewel imponerend mooi gaf het geheel bij wijlen een akelige beklemmende indruk. En bij momenten lag het er ook nog erg slijkerig bij. Jammer genoeg was dit tot ergernis van mijn nieuwe bottienen. Verdorie toch, ik begon het in mijn benen te voelen. Op het eerste zicht zou ik gewaagd hebben van een vals plat maar dit wandelingetje hield toch een slordige 350 hoogtemeters in.  Je zou het niet zeggen maar des te meer wel voelen wanneer je dat stijgen en dalen een tijdje niet meer gewoon bent.  Het werd ondertussen stilletjesaan tijd om de boterhammetjes aan te spreken. Een bankje onderweg naar Kerkom bood hiertoe mogelijkheid. Ik was content dat ik me even kon neerzetten. 


Een volgend hoofdstukje in dit stukje SGR was het Cicindria wandelpad. Ik bevond er me op zonder het te weten. Wist ik veel dat de mooi kronkelende beek waarlangs ik liep de Cicindriabeek is. Deze beek was de hoofdactor in het ontstaan van St. Truiden. St. Truiden is ontstaan aan de vruchtbare oevers van deze beek. Den Trudo, de stichter van de stad, kwam uit een landgoed in Straeten. Dit gehucht lag op een belangrijk kruispunt van Romeinse wegen. In deze vallei, Val St-Trudon, stond er tot in de 13de eeuw een klooster van de  benedictinessen. In 1986 werden er langs de Romeinse weg belangrijke archeologische vondsten opgegraven. Deze zijn nu te bewonderen in het stadhuis op de Grote Markt. De Cicindriawandeling op zich waarvan ik maar een klein stukje gelopen heb bestaat uit 3 lussen. Wil je meer weten ? Lees het hier : De Cicindriawandeling.

Tussen Kerkom en Sint Truiden ligt het vliegveld van Brustem. Dit vliegveld werd door de Duitse bezetter tijdens de WO2 in bezit genomen. De piloten werden ondergebracht in de omliggende kastelen en konden in luxe en weelde baden ter compensatie van de risico's die ze namen op hun gevaarlijke missies. Tot wel tien toestellen per nacht hingen in de lucht. Hun opdracht bestond erin om Britse bommenwerpers die‘s nachts richting Duitsland vlogen om daar steden en militaire installaties met een bommentapijt te bestoken te onderscheppen en uit de lucht te schieten. Een Duitse piloot, Heinz Schnauffer genaamd was wel bijzonder doeltreffend, zo bleek. Hij haalde 121 geallieerde kisten neer. Deze nachtjachtbasis van de Luftwaffe was dan voor de geallieerde jagers ook een belangrijk en strategisch doelwit. Vooral tijdens de voorbereiding van de landing van Normandië werd het meermaals door bommen van Britse en Amerikaanse toestellen geraakt. Hierbij vielen aan Duitse kant 158 piloten, bemanningsleden en grondpersoneel. Ze werden eerst begraven tegen een muur op het stedelijk kerkhof van Sint-Truiden. Later werden de lichamen opgegraven en opnieuw ter aarde besteld in een bos op het kasteeldomein van Brustem. Maar na de oorlog, meer bepaald in mei 1948, werden de stoffelijke resten naar hun laatste rustplaats gebracht zijnde het Duits kerkhof op Kattenbos in Lommel. De dodentol onder de geallieerde vliegtuigbemanningen was ruim drie keer groter. Liefst 512 lieten er hun leven. Ze werden door de Duitsers met militaire eer begraven op het vliegveld van Brustem. Moest het je enigszins interesseren, dan bevat dit PDF document erg  interessante informatie omtrent de afwikkelingen rond deze vliegbasis tijdens de oorlog : Verslag Duitse Nachtjagers Brustem . 

Er ontstond ook een mysterieus verhaal in die tijd over een spookvlieger. Het sprak en spreekt de Truiense bevolking nog steeds zodanig tot de verbeelding dat er niet alleen een bier naar 'De Spookvlieger' werd genoemd maar dat er ook een straat naar dit spook werd genoemd, namelijk de 'Spookvliegerlaan'. In de oorlogstijd werden bepaalde tactieken gebruikt door zowel Duitse als geallieerde piloten om op een listige wijze achter de vijand aan te gaan. De Spookvlieger van Brustem viel elke nacht met een mysterieus vliegtuig de luchtmachtbasis van Brustem aan toen die in Duitse handen was gevallen. De Truiense piloot nam deel aan aanvallen op Duitse doelwitten en stierf bij een crash op 2 januari 1944 na een aanval op Berlijn. Deze mysterieuze strijder des vaderland gaf tijdens en na de Tweede Wereldoorlog heel wat aanleiding tot mythevorming. Een niet onbelangrijke rol speelde daarin de novelle ‘De Spookvlieger van Brustem’, uitgegeven in 1952, door E.P. Aurelius Mertens.”

Zo, deze exposé heeft niet veel gemeen met wandelen maar het vernoemen ervan onderlijnt toch maar even de stelling dat we reizen, weliswaar te voet in mijn geval, om te leren.
Na het gehuchtje Bevingen gepasseerd te hebben stond ik aan de stadsrand van St. Truiden en er restten me nog 1500 meter te overbruggen tot aan de statie. Mijn pijp was eerlijk gezegd uit. In het stationsbuffet kon ik nog even op de trein wachten. Tijd genoeg om een beloning op te halen. Alhoewel ik graag zo een spookvlieger had geproefd moest ik me tevreden stellen met  een smakelijke Leffe. Die had ik verdiend. Het draaide goed daar in dat stationsbuffet. Veel volk en een gedienstige stamineebaas al moet ik erbij vermelden dat een groot deel van zijn klanten, er zoniet afgevallen dan wel niet al te hoog op de sociale ladder stond - maw, ik voelde me er min of meer thuis 😊😊😊.  En wat betreft die SGR Haspengouw : Nog 2 tracks, misschien wel 3 schieten er over. 2 al zeker en 3 als ik er nog ééntje opsplits. Die plakt dan ook onder m'n bottienen. En het zijn er zoals geweten nieuwe. Er kunnen er bijgevolg nog veel bijgeplakt worden. Tot een volgende dan maar weer. Hopelijk met de stapmaten. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.