vrijdag 5 juli 2024

Diest, een wandeling uit de Wandelkalender

Met den Hugo val ik met de deur in huis. Ik schat dat hij vandaag, vrijdag, in Arras aankomt met de 60 Compostelanen van het Vlaams Santiagogezelschap. Met hen verkende hij de via Brugensis. Als hij voorbije maandag vanuit Menen vertrokken is denk ik van juist gegokt te hebben. Het is een beetje jammer dat er niet van mooi weer kon gesproken worden. Den Hugo kon dus bijgevolg gisteren niet mee tenen. De Ronny is kreupel. Hij zit geplaagd met hielspoor en bovendien zit zijn hondeke Izzy nog in de pampers en is dus nog wat te klein om al mee te kunnen stappen. De Michel zit nog steeds op z'n goeie wei en die zoekt er voorlopig nog niet af te komen gezien zijn reisplannen nu de prioriteiten gaan uitmaken. Den Ardêche en de Puy en Velay lonken. Met de Marc dan maar ! Het ging vandaag richting Diest uit. De Wandelclub VOS in Schaffen organiseerde er een gecombineerd toerke met een keuze tussen de 5 en 30 paaltjes. Ik koos deze keer dus voor het gemak. 

Vanuit de statie werd het eerst een 2-tal kilometertjes stappen tot aan de Berkenhof voetbalkantine. Daar werd er verzamelen geblazen. Tussen halfelf en elf kwamen we daar aan. Inschrijven, taske koffie en eens rondloeren om vast te stellen dat er een hoop volk op de been was. Gezien je al om 7u mocht starten waren er al een heleboel wandelaars die hun tochtje achter de rug hadden. Enige ontstentenis ontstond er wanneer er een ambulance post vatte voor die kantine en de ambulanciers een brancard in gereedheid brachten. Geen idee wie de pechvogel was, het hoort niet om daar als een ramptoerist te gaan rondhangen. We kozen voor de 23km. Het was ons niet direct duidelijk hoe het parcours werd ineengestoken. We zouden wel zien en de rode bepijling volgen. 

De eerste stappen gingen richting Okselaar uit over prachtige wandelpaden tussen holle wegen. Een beetje golvend terrein met hier en daar een kuitenbijtertje maar niet echt overdreven en overwegend weinig verharde paden. Indrukwekkende bossen kwamen we tegen met torenhoge bomen. Ze flankeerden er de mooie wandelpaden die er vanwege de aanhoudende regenval van de laatste dagen er soms glibberig bijlagen. Tot aan de grens met Okselaar wandelden we door het natuurgebied Dassenaarde in de vallei van het Zwarte Water. Lang geleden was het Zwart Water en omgeving een open duinenlandschap waar de wind vrij spel had. Zand werd weggeblazen tot op een harde laag in de ondergrond, waarna het zich daar omheen verzamelde tot duinenruggen. De harde laag liet geen water door en gaf zo het ontstaan van een ven. Hierin ontwikkelde zich veen, beter gekend als turf, dat het water een donkere kleur gaf. Vandaar de benaming 'Zwart Water'. Het ven zelf hebben we niet gezien maar wel de beek die het vennengebied doorstroomt en dezelfde naam draagt. 

We hadden het weer getroffen kwa meteo. Alhoewel er soms dreigende regenwolken boven onze kop voorbij flaneerden bleef het droog. In Okselaar aangekomen was het even verpozen in de rustpost. Ook hier een voetbalkantine en ondertussen was het al ruim de middag voorbij dus daar konden we schoven. Bokes op en weg. Okselaar was the point of return en tegen de klok in ging het terug richting de voetbalkantien Berkenhof. Het parcours dat nu volgde was eveneens betoverend mooi. We liepen zelfs een stukje op de streek GR Hageland. Die ligt nog onaangeroerd in het vet te wachten op het startschot. Ook de emblemen met de Flecha Amarilla en de St. Jacobsschelpen kwamen we onderweg enkele malen tegen. Het bleek de pelgrimsroute te zijn die de Sint Jacobiparochie met Hasselt verbindt. Sint Jabik is een dorp in de gemeente Waadhoeke, in de Nederlandse provincie Friesland. Het ligt In een driehoek met Franeker en Leeuwarden met Sint Jabik op de noordelijke punt en niet ver van de Waddenzee. Vanuit Sint Jacobiparochie loopt de Kleine Blikvaart naar de Blikvaart, en van daaruit gaat de Koude Vaart naar Zwarte Haan. Dit dorp is de startplaats van het Jabikspaad, de Friese Camino de Santiago. We besloten om niet meer naar het eindpunt te stappen en onderaan de lus naar het centrum van Diest af te zakken. Een mooie balans tussen natuur en een klad cultuur. Een goed voorstel van de Marc !

Meer dan 9 jaar geleden schreef ik in m'n blog over de Diestse stad : Als voormalig graafschap van het Karolingische rijk lag Diest niet enkel aan de Demer maar ook op de handelsweg Brugge - Keulen. Over stadsrechten beschikte deze Demerstad al in 1229 en in de 13de, 14de en 15de eeuw kende de stad grote welstand dankzij de graan, landbouw  en veemarkten. Vooral het Diestse laken bezorgde deze Demerstad een paar middeleeuwse Michelinsterren. De verslagen van de vele belegeringen bij de vorming van Europa en dit door haar lange geschiedenis heen, getuigen van het economisch belang die deze stad tot een gegeerde twistappel maakte. Een serieuze verflaag Oranje kleurt nog steeds de stad en de Nederlandse koning Willem Alexander mag er nog steeds de titel van 'Baron' voeren. 

Op weg naar de stadskern brachten we een bezoekje aan het Citadelbos. Even een steile klim naar boven waarna we na de afdaling even konden uitrusten op een bankje aan een immer groen oasetje dat tegen de citadel aanleunde. Plaats genomen op de bank bemerkte ik begot dat er een teek zich op mijn kuit had geïnstalleerd. Het jeukte en met ff achteloos te krabben zag ik te laat dat het een beest was. Soit, het beest kwam direct los en nu is het zaak  om het wat in 't oog te houden. Via het gezellige marktplein met cosy terrasjes konden we richting Begijnenhof opstomen. 

Ook dit begijnhof kan haar geschiedenis mooi inkleuren. Interesse ? Het Begijnhof in Diest. Tot 400 begijnen, ook wel de bruiden van Christus genoemd, vonden er een onderkomen. Zo te bedenken mocht enkel Onze Lieve Heer zich aan veelwijverij bezondigen.  Een kort bezoekje aan de St. Catharinakerk in het besloten begijnhof was de moeite. Die kerk stond open voor bezoek. Mooi interieur en waardevolle schilderijen van Vlaamse Meesters tref je er aan. We hadden er ook een fijne babbel met de dame die er de toeristen te woord stond. Ze wist ons te vertellen dat het graf van Filips van Oranje te bezichtigen valt in de Sint-Sulpitiuskerk te Diest. Nu ja daarvoor moesten we terugkeren naar de Grote Markt. Een volgende keer misschien ? Filips Willem was heer van Diest, een titel die hij had verkregen na de dood van zijn vader.  Nu, die blauwbloedige rakker heeft een heel bewogen leven op z'n palmares staan. Interesse in zijn curricullum ? : Filips_Willem_van_Oranje 

Als afsluiter kon er nog een tripeltje af. In één van de conventen dat jaren dienst heeft gedaan als ouderlingentehuis en omgetoverd werd tot een taverne konden we daarvoor terecht. Het zonneke scheen nog en het terras leek ons de ideale plek. Het zat er op voor deze dag. een wondermooi parcours van 21 paaltjes, treffelijk weer, aangename compagnie ... dat kon volstaan. Nog een paar honderden metertjes en we zaten terug aan de statie. Het werd een prachtige dag en nu zien we weeral uit naar een volgend avontuurke ! 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.