Ik ga dan toch nog aan 4 wandelingen geraken deze maand. Het avanceert goed en dit zelfs in m'n herstelperiode. Voor deze wandeling koos ik de Suikerstad Tienen uit. Zichzelf noemt deze stad zich sinds 2004 de Tintelende Stad, en in het verleden werd er gesproken over de Blanke Stad . Deze dichterlijke toenaam kwam er wanneer er een prijs van 1000 Bfr. werd uitgeschreven voor het saneren van de arbeiderswoningen. In 1851 was dit een immense som geld. Tirlemont La Blanche schreef JB Nys in 1900. Toentertijd nog ééntalig Frans in de bestuurgeschriften. Eerst in 1930 duikt de naam in het Nederlands op in een stadsordannantie.
Het was meer dan 40 jaar geleden dat ik nog voet op Tienense bodem had geplaatst. Ik heb er geen goede herinnering aan. Eerlijk gezegd ik bengelde daar met beide voeten van de grond aan de gevel van de suikerfabriek. Vlak na mijn legerdienst heb ik een tijdje gewerkt in een isolatie-montagebedrijf. Er moest een opgaande pijpleiding geïsoleerd worden aan de gevel van de fabriek. Met behulp van een hijsbrug die aan de nok van het dak bevestigd was en voorzien van 2 manuele katrollen moest dat lukken. Echter, de staalkabel wikkelde zich aan 1 kant niet in horizontale slagen op rond de poelie maar wikkelde zich verder op op de voorgaande slag. Ja op een hoogte van van 15 meter was het gedaan met dat foutief wikkelen en sloeg dat bruggetje aan 1 kant naar beneden met een goeie 2 meter. Gelukkig bengelde ik nog aan een zekering. Ik had het anders nu niet kunnen vertellen.
Die suikerfabriek, toen stond er nog maar 1 compleks en nu is die fabriek zeker 8 maal in oppervlakte toegenomen. Tja, die suikerfabriek heeft al een hele geschiedenis te vertellen. Met de ontwikkeling van het transport groeide ook de suikerfabriek. Tot in 1898 werden de suikerbieten vanaf het dichtstbijzijnde station Grimde overgeladen op karren om deze naar de suikerfabriek te brengen. Om het overladen te vermijden werd in 1897 door de suikerfabriek een aanvraag ingediend voor een eigen rechtstreekse spooraansluiting van het spoorstation naar de fabriek. Dit liep gelijk met de aanvraag van de buurtspoorwegen om de eerste trammeterspoorlijn aan te leggen. De fabriek kreeg zowel een meterspooraansluiting op het buurtspoorwegnet als een normaalspooraansluiting op het nationaal spoornet. Daarnaast is er vanaf 1886 tot de Tweede Wereldoorlog een 'luchtspoorbaan' geweest van het station Grimde naar de suikerfabriek. Dit was een kabelbaan voor goederen die voor het transport van bieten en steenkolen gebruikt werd. De suikerfabriek kon groeien. Ook werden de teelten veredeld. Het suikerpercentage in de bieten werd hierdoor aanzienlijk verhoogt . Waar er aanvankelijk maar 8% suiker in een biet stak werd deze opgetrokken naar 15% en nu met de modernste agrarische technieken komt men aan een suikergehalte van 17%. De talrijke vruchtbare landbouwgronden in de streek waren en zijn nog steeds ten zeerste geschikt voor de suikerbietteelt.
En het is langs en door deze uitgestrekte landerijen en akkers dat we ons toerke gepland hadden. Het zou een 30 km aan wandelpaaltjes opleveren maar we hebben het met 10 paaltjes ingekort. Onze Ronny sukkelt een beetje met de Achillespees en hij maakt er zich wat ongerust in. Het gaat stilletjesaan beter maar het duurt te lang volgens hem.
Om halftien stapten ik, de Ronny en de Catsjoe af aan de statie in Tienen. De reis verliep weliswaar in vertraging maar toch voorspoedig Eerst moest er een stukje stad doorploeterd worden vooraleer we in het groen terechtkwamen. Een stukje stad dat overigens niet erg vrolijk oogde ondanks het adagio 'Tintelend' waarmee ze haar zelfbeeld naar de buitenwereld profileert.
Oude huizen vloeken er met de nieuwe huizen in het straatbeeld. Geen harmonie in bouwstijl, architecten doe maar jullie goesting. Het sombere hemelzwerk, grijze loodzware wolken gaf bovendien helemaal geen tintelende indruk.
Oude huizen vloeken er met de nieuwe huizen in het straatbeeld. Geen harmonie in bouwstijl, architecten doe maar jullie goesting. Het sombere hemelzwerk, grijze loodzware wolken gaf bovendien helemaal geen tintelende indruk.
Na een klein halfuurtje zaten we volop in de velden, daar waar de bietenteelt floreert. Van september tot in januari wordt er geoogst en overal zie je langs de akkers stapels bieten liggen, gereed om naar de fabriek te worden gebracht. Kolossale landbouwmachines en traktoren bewerken de velden om de bieten te rooien. Het is mooi om het verloop van de oogst even in 't oog te houden. Die landbouwmonsters happen in luttele seconden hele lappen akker kaal. Indrukwekkend om dat te bezien en erg leerzaam bovendien.
Ik en de Ronny stapten goed door in het heuvelende landschap. Mooie vergezichten en er viel nog vrij veel groen in het decor te bespeuren. Zelfs een rozelaar werd ergens onderweg nog in bloei aangetroffen. Waar gaan we het schrijven, 't is verdorie december !
De landwegeltjes lagen er vrij droog bij; zodat het stappen vlot verliep. Een bos zijn we niet tegengekomen. Ik denk dat heel de streek ontbost werd ten behoeve van de bietenteelt. Velden en velden werden het. Mooie glooiende landschappen met in de verre achtergrond de contouren van een gehuchtje met een kerktorentje. Erg landelijk en onwezenlijk stil in de plaatsjes waar we door wandelden. Een kerel die we later op dag ontmoetten op een terrasje op de grote markt van Tienen maakte gewag van een stervend en doodbloedend gebied. De driehoek Diest, Aarschot, Tienen werd met die bedenkelijke eer beladen.Hoog tijd voor een gluhweintje. Kerstmis komt immers in zicht. De Ronny had zijn vuurke bij zodat er een fleske kon opgewarmd worden. Het kapelletje van Maria van Genade in Oplinter was daarvoor een uitstekend plaatsje. Ze was al 8 maanden in positie en was wreed kontent dat we onder haar kapelletje een toast uit brachten op haar komende bevalling. Het weer was ondertussen een beetje opengetrokken en dat zorgde voor de goede sfeer. We konden ineens de boterhammetjes aanspreken. We zouden nog eens uitgebreid werk moeten maken van een herfstpicknick. Kokkerellen in openlucht is nog zo plezant. Maar daarvoor moet er dan wel een trajectje op punt gesteld worden met een deugdelijke schuilplaats. Dat vinden we wel.
Ik had graag langs de boorden van de Grote Gete gestapt maar dat lukte ons niet. Jammer, er waren geen jaagpaden op de oevers. Volgens mij steekt de suikerfabriek daar stokken in de wielen van natturpunt. Zij hebben daar langs de oevers grote waterresservoirs liggen voor het spoel- en bezinkensproces van de suikerbieten. Het is eigenlijk beangstigend hoe zo een immense fabriek de omgeving domineert. Je leest dan her en der wel op borden dat de fabriek meehelpt aan het herstel van fauna en flora maar ik geloof er geen zier van. Het landschap zag er veel te troosteloos en kaal uit. Een prettige aanblik is het zeker niet. Maar goed, de fabriek betekent brood op tafel voor de zovele arbeiders daar.
Zowel de Ronny als ik maakten de bedenking dat een beroepscarrière in een fabriek niet aan ons besteed zou zijn. Een godganse dag opgesloten zitten tussen muren, het onophoudelijk lawaai van machines, de strakke top-down hierarchie die er doorgaans in fabrieken heerst, productiecijfers en grafiekjes die naar alle waarschijnlijkheid moeten schitteren en ongetwijfeld staat er een tikklok aan de fabriekspoort. Een variant op de electronische enkelband als het ware om de fabrieksarbeider er aan te herinneren dat hij tot op de minuut in het oog wordt gehouden. Nee, niks voor ons maar gelukkig zijn er mensen die zich wat hun beroepskeuze betreft minder fatalistisch op stellen. Er zou nooit geen kinnekessuiker op de markt gekomen zijn in het tegenovergestelde geval.
We kwamen terug aan in de Stad. Het was nog vroeg en op de Grote Markt werden er voorbereidingen getroffen voor de kerstmarkt. 3 man en een paardekop komen er op af zei onze gesprekspartner daar op het terras. Iedereen gaat hier lopen zei hij een beetje verbitterd. Niet alleen door deze vaststelling maar ook mede omdat hij slachtoffer was geweest van een arbeidsongeval in de bouw. Na zich dag en nacht de naad uit het lijf gewerkt te hebben voor een bouwondernemer was hij slachtoffer geworden van een zwaar werkongeval waar hij een gebroken rug en een beenprothese aan had overgehouden. Jarenlang procederen tegen zijn werkgever om uiteindelijk wandelen gestuurd te worden met een vervangingsinkomen van amper 900€. Maar hij was gelukkig nu, het ongeluk had hem inzicht gebracht en daar trok hij zich nu aan op. Je krom werken om een berg bezit en geld te vergaren is niet de manier om gelukkig te worden. Met minder lukt het ook. Eerder op dat terras maakten we nog kennis met een vrouwelijke taxichauffeur. Die maakte haar beklag dat ze op 2 uur tijd 3 keer in het zakske had moeten blazen. Dat je uit het verkeer blijft met alcohol vond ze niet meer dan juist maar daags te voren had ze diezelfde wetsdienaren, ze waren met 11, zich laveloos zien hijsen in een kroeg waar ze een klant moest afzetten. Nee, een vrolijke indruk maakte Tintelend Tienen niet. In afwachting van de trein zijn we er nog vlug éne gaan snoepen vlak aan de statie. Ik moet zeggen dat het stationsbuffet van Tienen ervoor zorgde dat de minder mooie randjes van de wandeling er werden afgevijld. Dat buffet bezat een geweldig sympathiek interieur. Een podium deed vermoeden dat er 's avonds optredens plaatsvonden. De muren waren opgetrokken uit houten paletten en, nog nooit gezien, aan het plafond waren schommelstoelen bevestigd die als barkruk dienden. Knap gevonden dit laatste maar niet zo geschikt voor uitbundige drinkgelagen. Er werden democratische prijzen gehanteerd voor 's lands beste brouwsels en dat maakte de keet nog wat sympathieker.
Helaas, we moesten afronden want de trein kwam er aan. Volgende week stap ik met den Hugo nog een verkenningstochtje voor zijn Duw Mee projectje. Deze keer van Brussel naar Opwijk. Misschien dat we het wandelingetje hier en daar wat kunnen pimpen. Het zal alleszins al donker zijn wanneer hij op 22 december vertrekt met zijn ploeg stappers. Hopelijk is het niet bewolkt want het is juist volle maan. Zo kunnen zij nog wat van de omgeving opsteken. Maandag komt m'n soulmate Els op bezoek. Ik zie er naar uit hoor ! Op haar agenda staat de Camino del Sureste tot in SdC en vervolgens in omgekeerde richting de Camino de Madrid. Een dikke 2000km fietslol. Samen gaan we wat ritjes aan elkaar klussen en overnachtingsplaatsen uitzoeken. Enkel dit al maakt van een lange fiets of wandeltocht een boeiend tijdverdrijf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats een reactie als je wil.