donderdag 10 december 2020

Domein Puyenbroek.

Verleden week kon ik bij mezelf weinig enthousiasme bespeuren om aan een wandelingetje te beginnen. Het weer zat voor te beginnen al niet mee en vervolgens vond ik geen inspiratie omtrent een lokatie. Die lelijke grijze lucht had wat invloed op het gemoed vrees ik.  Tel er nog her en der wat familiaal gepieker bij met als toemaatje het perspectiefloze covidvertellingske en je hebt al vlug een verklaring voor dit dipje. Vlug die dwaze dwarrelende gedachten wegzetten doe je best met de draad terug op te nemen en een toerke te gaan stappen. Stappen als remedie tegen een dipje kan hierbij behulpzaam zijn. Zo gezegd zo gedaan. De Ronny en den Hugo zagen dat ook wel zitten en gaven present. 

Op de parking van Domein Puyenbroek lagen start en eindpunt broederlijk naast elkaar. Om 9uur zouden we eraan beginnen. Den Hugo had ik eerder al opgepikt in Temse, de Ronny en de Catsjoe zou ik op de parking treffen. Die waren juist voor ons toegekomen. Vlug de bottienen aan en komaan beste vrienden : Gas geven ! 

De eerste kilometers volgden de loop van de Zuydlede. Een vredige start met een al even peisvol vervolg langs haar kronkelende oevers. Het ochtendlijke panorama aan deze mooie waterloop leverde enkele betoverende fotootjes op. Wat kan de natuur toch prachtig zijn. Zelfs op een grauwe decembermorgen. Een eenzame visser had daar post gevat en zijn zinnen op de vangst van snoek gezet. Een vrolijke  kerel. De Ronny wilde natuurlijk weten of zijne snoek na vangst in de 1 of andere pan zou belanden. De visser, een beer van een vent, gewaagde verbolgen van niet. Vuur maken aan een waterloop is verboden. Dit verbod kwam er nadat er werd vastgesteld dat clans van oosteuropese arbeiders zich zorgenloos wijdden aan het leegvissen van  de Vlaamse waterpartijen. En vervolgens er een openlucht 'braai'  op nahielden waarbij menig voorn, brasem of zeelt  naar de eeuwige visvelden verhuisde.  Nee, een snoekbaars of een vette paling waren de enige specimen met kieuwen en vinnen die onze sympathieke visser nog enige culinaire  bevrediging konden schenken . Nog een prettige dag verder maat, we moeten nog wat verder ! We stapten verder een bruggetje over waarna we door het open veld terug richting Puyenbroek stapten. Beetje omweg moesten we maken want ik had een stukje privaatweg mee opgenomen in het traceetje. Helemaal geen ramp. 

Ik had onze maat op de hoogte gebracht van de strenge richtlijnen die gelden op het domein voor hondenbezitters. In een recensie over het domein klaagde een bezoeker dat hij op de 3 uur tijds dat hij er vertoefde wel 5 keer door een boswachter werd gecontroleerd of zijn beest aangelijnd was. Zulke beperkende regels vallen bij gebrek aan tegemoetkomende alternatieven niet in onze maat zijne smaak. Om de bos- of parkwachter op een verkeerd been te zetten had hij  er al eens aan gedacht om een leiband van visdraad te maken. Onzichtbaar maar wettelijk gezien, aangezien aangelijnd, toch niet in overtreding. Neenee, onze Catsjoe liep vandaag mooi mee aan een uitrolleiband. Ze had helemaal geen bezwaar over de geldende regels. 

Goed, na een kleine 6km waren we in het domein verzeild geraakt. Erg weinig volk viel er aan te treffen. Hier en daar een loper, een fietser of mountain-biker, het domein was zo goed als voor ons alleen.  Aan een omschrijving van de omgeving ga ik me niet wagen. Dat deed ik al op 16 okt '20 : Zaffelaere - Puyenbroek. Wat me wel opviel was dat het terrein er opmerkelijk anders uitzag. Het kwam me een beetje vreemd voor maar de reden hiervoor was dat de regenval van de laatste dagen overal kreekjes had gevormd en grachten gevuld. Hier en daar vielen er paadjes weg omdat ze onder water stonden. Ook waren er talloze nieuwe paadjes in aanbouw. De stabiliserende fundering was al aangelegd, ik vermoed dat er tegels zullen volgen. Ik vind dit een beetje spijtig omdat daarmee toch voorkeur aan het kunstmatige boven het natuurlijke wordt verleend. Slijtig ook aan de wandelbottienen. Maar goed, ook dit is geen ramp. Het komt dan weer ten goede aan rolstoelgebruikers. Die hebben ook recht om de natuur in te trekken. 
We trokken verder het domein in. Op een bepaald moment kreeg onze maat Ronny het bijna aan zijn hart. Zijn aandacht werd getrokken door enig ophef en beweging in de verte.  Wat bleek ? Een roedel herten, zeker een stuk of 7-8 beesten hielden een sierlijke spurt van wel 500 meter. Zoiets krijg je niet vlug te zien, vandaar zijn nakende hartstilstand. We konden ze volgen. Een 20-tal meter afstand houdend  tussen elkaar renden ze met volle snelheid in rechte lijn door ons gezichtsveld. Niet gehinderd door afspanningen hielden ze er een serieus tempo op na.  Jammer dat het zo snel ging want tijd om er een foto van te kunnen nemen heb je niet eens. 

In de geburen van een bijna 100 jaar oud gebouwtje waarin een pompgemaal huisde hielden we ons schaft. Eerst wat aperitieven, je kent dat ondertussen al wel hè ? Van het glazeke wijn en de hapjes ? Vervolgens werd de schoofzak aangesproken. Voor het dessert zorgden den Hugo en de Ronny. Den Hugo had koekjes en marsepeinpralinnekes bij, de Ronny prepareerde voor ons een Irish Coffee. We konden er weeral tegen. Na de picknick ging het richting vijvers uit. We passeerden daarbij het knuffelhuisje waar iets verderop een onderhoudswerkman van het domein in een hooistal met rakelen bezig was. Nadat de Ronny deze man aansprak bleek hij naar de naam Luc te luisteren. Een open gesprek volgde. Zijn arbeidsrelatie met Sandra, zijn bazin, was naar zijn zeggen van een dermate kwaliteit dat hij zich met volle plezier aan zijn job wijdde. Kwa jobsatisfaction, scoorde Luc erg hoog. Het weze hem gegund want ik vrees dat dit voor het merendeel van onze arbeidpresterende bevolking niet het geval is. Maar goed, het was de Ronny eerder te doen om een beeld te krijgen van de activiteiten die zich in het 'knuffelhuisje' mogelijkerwijs afspeelden. Enigszins verbaasd vernam onze maat van de Luc dat dit huisje een educatieve taak had bij schoolbezoeken en er bijgevolg geen enkele connotatie was met een etablissement waar er erotiek werd belichaamd.  Dit was weliswaar te verwachten. Verder bleek den Hugo deze Luc te kennen. En omgekeerd was dit ook het geval. Hugo, zijnde ex-beroepshalve een keurmeester kwam hier jaren geleden op het domein allerhande toestellen op hun veiligheid kwa gebruik keuren. Hij meende nog het adres van Sandra te hebben en zo ja wilde hij haar een lovend woordje toesturen aangaande haar sympathieke medewerker. Het zou die mens plezier gedaan hebben. 

De zon was ondertussen horizontaal al tot op 2 uit elkaar gestrekte vingers gedaald. Nog 1 uurke dus en de schemering zou vallen. We besloten om het toerke wat te wijzigen en naar het eindpunt te tenen. Het was nog maar eens mooi geweest. Mooie natuur gezien, gezellige picknick gehouden, veel gelachen werd er ook en vaak om de onnozelste dingen, plezante babbels onderweg eveneens, de gerepareerde knie van onzen Hugo heeft het bovendien uitgehouden en wat betreft de Ronny : Hopelijk is hij nu toch al iets gerecupereerd van zijn logistieke multitaskplicht in de bejaardenzorg. Een ganse schare hoogbejaarde tantes rekent hier op zijn belangloze edelmoedigheid. Het zijn zij die de laatste dagen en weken zijn caritatieve workfloor uitmaken. Hij spreekt van een jobsatisfaction die vergelijkbaar is met deze van bovenvermelde parkarbeider.  Het gebruik van wat nieuwerwetse bedrijfstermen, bij voorkeur dan nog Engelse, moeten het vertellingske hier een tikkeltje geloofwaardiger maken ! 😀😀😀 

Wat brengt er ons de volgende week ? Er komt beslist wel iets nieuws uit de bus. Voilà zie, we sluiten hierbij af. 



donderdag 26 november 2020

Puurs Sauvegarde Ruysbroeck Eikevliet

Het zou droog blijven vandaag. Hooguit een spatje miezer in de loop van de dag dus een uitstapje kon er best af. Een wandelingetje niet ver uit de geburen lag al klaar. Alhoewel Den Machtigen Stroom niet in zicht zou komen, zouden we  nog maar eens het prachtige Scheldegebied gaan verkennen. Ditmaal het gebied rond Ruisbroek-Sauvegarde, Hingene en omliggende straten. 


Over Ruisbroek heb ik al eens een blogpost gemaakt op 6 december 2019 . In 't kort geef ik nog even het relaas van deze overstromingsramp : Op zaterdag 3 januari 1976 raast een Noordwesterstorm over België. Het is springtij. In Ruisbroek aan de Rupel breekt de dijk van de Vliet, een getijdenzijriviertje van de Rupel. Bijna heel het dorp liep toen onder. Op sommige plaatsen stond het water tot 3 meter hoog. Een monument met de naam De Waterhoek geeft aan hoe hoog het water precies stond tijdens de overstroming. Vele inwoners werden verrast en verloren nagenoeg al hun bezittingen. Ruim 2000 mensen werden geëvacueerd. De ramp had vermeden kunnen worden, en de hulpverlening kwam maar traag op gang en verliep stroef. Het Sigma-plan werd getekend. Dit moest zulke rampen in de toekomst vermijden. 

Om 9u gold er afspraak met de stapmaten Ronny en Catsjoe. In Sauvegarde zouden we van start gaan. Maar mijne maat zijn gps moet tilt geslagen hebben want hij stond aan de Kerkstraat in Willebroek. Z'n wandelgps bleek, wat later op de dag, ook door de duivel bezeten te zijn want die begon ineens in mijlen te berekenen.  Rond kwart na 9 waren we ribbedebie, de natuur in. 

We liepen in een grote lus rond het gesloten natuurgebied De Moeren tot aan de spoorlijn St. Niklaas - Mechelen. Dit natuurgebied, ook wel Het Moer genoemd,  is 79ha groot.  
Het is één van de drie grote moerassige laagten in Klein Brabant. Vroeger deed het dienst als turfwinningsgebied, maar in de 17de eeuw werd de huidige structuur gecreëerd door het opwerpen van dijken, het graven van grachten en het beplanten van de dijken met hakhout. 

Aansluitend bij Het Moer vind je het 17ha grote Parkdomein Hof van Coolhem. 
De naamgeving 'Coolhem' gaat terug tot de 7de-8ste eeuw. Vanaf de 12de eeuw komt het gebied in bezit van de familie Van Oyenbrugge. In  de 15de eeuw worden de bewoningssite en Het Moer door de toenmalige eigenaar verkocht aan de Sint-Bernardusabdij van Hemiksem. Van het voormalige abdijdomein, die lange tijd dienst deed als toevluchtsoord, blijven enkel nog de fundamenten over. De nog aanwezige abdijhoeve en schuur dateren uit het einde van de 17de eeuw. Van het oorspronkelijk omliggende park zijn enkel de ringgracht en de herstelde boomgaard herkenbaar. 

In het park is een milieu-educatief centrum gevestigd. Erg leerrijk voor een hele resem doelgroepen. Je vindt er voorts een oude en een nieuwe boomgaard, een waterzuiveringsproject, een historische tuin en een bijen- en vlindertuin. Er is ook een drie kilometer lang leerpad. 
En daar wandelden we door, het was net of we een tijdreiziger waren en in het verre verleden waren aanbeland. Werkelijk een heel prachtige lokatie. Hier wordt jaarlijks het aspergefestival van Puurs georganiseerd. We versierden een picknicktafeltje aan een ateliertje waar de know-how van de Puurse aspergeteelt werd uitgebeeld. Aangezien de Covidmaatregelen ons nog beletten van in het eerste het beste kroegje een koffietje te consumeren vonden we daar aan dat tafeltje tijd genoeg om uitgebreid te aperitieven. We kunnen het niet laten en dienen blijvend onze Bougondische status alle eer aan te doen.

We kraamden daarna op. Er moest nog een heel eindje verder gestapt worden. De Catsjoe liep onaangelijnd vlak naast ons. We zaten in het beboste deel van dat parkdomein. Niemand te bemerken in de geburen tot er plots een jogger opdook, ons passeerde en het niet kon laten om hierover een opmerking te maken. Mogelijk was hij het trieste lot van Dribbeltje indachtig, misschien ook angst of was hij simpelweg een onverdraagzame regeltjesfreak ??? Het gaf ons weeral voer tot het verkennen van elkaars enigszins uiteenlopende meningen hieraangaande. In alle vriendschappelijkheid uiteraard en waar ik volmondig mee akkoord kan gaan is dat een bekwaamheidsattest van de hondeneigenaar alsook een gedragsrapport over de hond in kwestie een goede zaak zou zijn.  Het zou alleszins wat meer vrijheid kunnen betekenen voor vele honden aangezien de hondenlosloopweiden of -gebieden eerder aan de schaarse kant zijn hier in België. 

We stapten verder, even over verharde paden  tot aan de Goorlagbeek om dan iets later westwaarts de oever van de Vliet te volgen tot aan de Rijksweg. Even werd het verkeerslawaai spelbreker maar niet voor lang.  Langs smalle paadjes vervolgden we onze weg en kwamen tot het besef dat we verkeerd aan het lopen waren. Een kleine wijziging in het parcours drong zich op. Eens het sfeervolle rode St. Benedictuskapelletje voorbij stapten we het domein van  het kasteel van Ursel binnen. Ook weeral mooi, een uitgelezen decorum voor ons schaft. 

Gezeten op een bankje met uitzicht op het kasteel schreef de Ronny ter plekke een wedstrijd uit voor de passanten met de mooiste glimlach. De prijs die er mee kon gewonnen worden kon je echter met je ellebogen aanpakken. De lange schafttijd noopte ons eens te meer om het toerke een beetje in te korten. Hierdoor viel het stukje Schelde-oever letterlijk in het water. Ook weeral niet erg, de Schelde zal nog wel een tijdje blijven liggen denk ik.   Daarna ging het onverbiddelijk richting eindpunt uit. We stapten door het landschap waarin de Vliet kronkelt en uiteindelijk bereikten we al stappend door de modderige wegeltjes van de vochtige broekbossen via de Eikse Amer het dorp Eikevliet. Vanaf hier werd het terug droger terrein. De landbouwpercelen liggen er netjes ingebed in het drevennet van de Eikerheide. Het tochtje zat er weeral op. Ik onthoud van deze trip dat we toch in een min of meer andersogend landschap waren verzeild geraakt. Houten bruggetjes, hobbelige kasseibaantjes, donkere bossen, kronkelende beekjes, mysterieuze poeltjes, sprookjesachtige bomen waar zelfs ganzen in huizen, de vele sporen uit het verleden die getuigden ... en dit alles nu getooid in een herfstkleed gaf dit wel een betoverende indruk. Er is zichtbaar veel verschil met de landschappen die zich iets verderop over de rijksweg bevinden. Voilà, het zit er weeral op zie ! Alles is eindig.  Welk tripje zal ons de volgende week het genoegen brengen ?

donderdag 19 november 2020

St Amands


De weersvoorspelling voor vandaag kon je niet in een feeststemming brengen. Regenbuien, wind draaiend naar het noordoosten en overwegend zwaarbewolkt. Voor mij en de Ronny was dit geenszins een belemmering en rond 9u maakten we ons stapklaar om een rondje St. Amands in het Scheldeland te consumeren. De Catsjoe was ook nog van de partij. Alhoewel haar hondejaren zichtbaar beginnen door te wegen, ze bibbert als een espenblad, doet het beestje nog kranig haar best om  mee op te trekken. En het doet haar zichtbaar deugd. De Ronny doet er dan ook alles aan om haar het wandelplezier nog zo lang mogelijk te gunnen. Momenteel experimenteert hij met cannabis ! Met succes zo blijkt want waar ze voorheen bij wat vochtig weer begon te manken, blijft dat nu met haar drugs achterwege. Ik ben wel vergeten te vragen hoe het haar wordt toegediend. Ik zie de Catsjoe nog niet zo direct een jointje smoren. Catsjoe een junkdog zeg ! 😕

In klokwijzerzin zou het toerke verlopen, aan het grafmonument van  Emile Verhaeren klonk het startschot. 

Emile Verhaeren (St.Amands, 21/05/1855 - Rouen (Fr), 27/11/1916) was een Franstalig Belgisch auteur en een vertegenwoordiger van het symbolisme. Hij was dichter, schreef kortverhalen, kunstkritiek en toneel. Zijn werk is vertaald in 28 talen waaronder meer het Engels, Russisch, Duits, Chinees en Japans. Hij debuteerde in 1883 met Les Flamandes, een naturalistische bundel geïnspireerd door de wellustige taferelen uit de Vlaamse schilderkunst van de 16e en 17e eeuw. In 1886 volgt Les Moines in de sfeer van het religieus mysticisme. Van 1888 tot 1891 publiceert hij zijn zwarte trilogie: Les Soirs (1888), Les Débâcles (1888) en Flambeaux noirs (1891). De bundels, uitgegeven bij Edmond Deman in Brussel, baden in de duistere fin-de-siècle-sfeer van zwaarmoedigheid en zelfkwelling. Het zijn de jaren waarin Verhaeren aan neurasthenie lijdt. Mijne stapmaat heeft daar naar eigen zeggen ook al eens last van 😊. 


Emile Verhaeren komt op 27 november 1916 om het leven bij een tragisch treinongeval in het station van Rouen. Nog voor de trein naar Parijs op het perron stilstaat, springt Verhaeren ongeduldig op de trede van de wagon, maar verliest zijn greep en komt onder de wielen terecht. De mythe wil dat "Mijn vrouw, mijn vaderland" zijn laatste woorden waren.  Het stoffelijk overschot van Verhaeren werd aanvankelijk begraven op het kerkhof van Adinkerke. Uit veiligheidsoverwegingen werd het eind 1917 overgebracht naar het kerkhof van Wulveringem. Pas in 1927 kreeg Verhaeren zijn monumentale grafmonument in een bocht aan de Schelde te Sint-Amands. (*)


Een wandeling van om en bij de 20km was het opzet. De eerste 5 km, overwegend verharde wegen hadden niet veel te bieden. Beetje bewoond, beetje industriezone en overwegend beton dus daar raak je vlug op uitgekeken. Eens onder Oppuurs aanbeland kwamen de onverharde paadjes tussen de uitgestrekte weidevlakten aan bod. Je kan niet meer ontkennen dat de herfst volop regeert. Ook onder een dreigend wolkendek vertonen de landschappen hun kleurenpracht. Dat leverde soms erg mooie fotootjes op. Vrij veel wind en met naar de donker dreigende lucht te oordelen was er een stevige bui in aantocht. Het werd bijgevolg hoog tijd om te gaan aperitieven vooraleer de regen ons zou verrassen wel te verstaan.  


Daar was er al een bankje zie. Van dit bankje maakten we, althans in onze verbeelding, een gezellig prieeltje. Een fris pintje kwam tevoorschijn, een hoge zomerzon werd er bij gefantaseerd. Olijfjes, gerookte forel en wat ansjovisjes werden dan tussen de slokken door opgediend door rondborstige señiorita's.  Zalig, lang leve het gedachtengoed aan de levenswandel van Lamme Goedzak ! En dan mag je gerust weten dat er bij 10°C een strakke wind stond bij een loodgrijze hemel van waaruit binnen de kortste keren een stortvlaag zich naar beneden wilde keilen. Probeer dat maar eens uit te leggen aan een weldenkend iemand. Een bewoner van een huis wat verderop bleek ons te willen bespieden vanachter zijn deurvenster. Elke keer de Ronny zijn blik naar zijn kot richtte, dook hij weg achter het raam. Mijne maat begon er een spelletje van te maken. Wanneer er naar hem gewuifd werd dook hij sneller weg en liep hij bijna zijn eigen benen voorbij. Er mag al eens gelachen worden niet ? Ware het niet makkelijker geweest om eens terug te wuiven ?

Er volgden nu wat mooiere paadjes waarop de Catsjoe even niet aangelijnd kon lopen. Ze blijft steeds dicht in de geburen. Ze beschouwt het als haar taak om het wandelgezelschap bijeen te houden. Wanneer we met meerdere maten stappen en er blijft iemand wat achterop dan gaat haar instinct spreken en gaat ze de achterblijver opwachten. Eens terug bij de groep begint haar staart terug te kwispelen. Het is prachtig om die toewijding te zien.  

Het verbaast me nog steeds dat er chauffeurs zijn die wandelaars aan hoge snelheid rakelings voorbijrazen. Zeer irritant, gevaarlijk zelfs en op die smalle betonbaantjes zijn dat allesbehalve aangename ervaringen. Niet zelden ontlokt een dergelijk rijgedrag spontaan een opgestoken vuist en niet voor publicatie vatbare verwensingen bij de verschrikte wandelaar. Is het dan zo moeilijk voor een chauffeur om eventjes te vertragen ? Het zou getuigen van savoir vivre. Vandaag viel zo een opgestoken vuist niet in goede aarde. De stuntman in kwestie stopte en kwam achteruit gereden. Een artikel in de krant over verkeersagressie was daarbij in de maak.  Maar hij moet zich bedacht hebben, stopte en reed al gauw verder. Wij stonden juist op punt om een modderig aardewegeltje in te slaan. Jammer, moest hij uitgestapt en ons achternagelopen zijn, het zou hem een paar mooie slijkkloefen opgeleverd hebben.   

De dreigende stortbui  bleef uit, enkele sappige regenvlaagjes namen haar taak over. Schafttijd diende zich aan. Een overdekt schuilplaatsje op het kerkhof van Lippelo bood een ideaal onderkomen. Dit keer pakten we uit met een onvervalste kaastafel annex glazeke wijn. Met inachtname van de respectregels dat zulk een oord van je verwacht, lieten we het ons goed smaken. De serene rust dat zulk een dodenakker uitstraalt is voelbaar. Bovendien konden we rekenen op de goedkeuring van de ter eeuwige rust gelegde omstaanders. Zwijgen is goedkeurend toestemmen werd er me ooit geleerd. En dat het smaakte zeg !


Na dit peisvolle intermezzo stapten we op richting Opdorp. Een knappe wandeling kende alzo haar vervolg.  Rond km 15 belandden we aan in de bebouwde kom van Opdorp. Aan een haag van een voortuin hielden we even halt. Waarom ? Dat weet ik niet meer maar de bewoners van het huis kwamen er juist aangereden. Curiositeit naar onze aanwezigheid aldaar aan die haag was oorzaak dat er een fijn gesprek op gang kwam. Meneer en mevrouw waren ook Compostelagangers geweest. Weliswaar met de fiets maar dat doet er helemaal niet toe, je zit meteen op eenzelfde golflengte. Het werd een aangename ontmoeting met deze mensen.  Voilà ziedaar nog eens een waardevol moment met mensen waarvan je enkele stonden voorheen zelfs het bestaan niet eens vermoedde. Wat een verschil met mensen die je nauwelijks een blik gunnen, ja zelfs je als lucht inschatten wanneer je hen begroet. Leuke ontmoetingen daarentegen geven aan het  stappen een  extra dimensie. Je kan je tijd nemen om te luisteren naar iemands verhaal. Al fietsend ligt dat iets moeilijker, met de auto wordt het sowieso onmogelijk om vlug tot een praatje met vreemden  te komen. Tenzij iemand stopt, achteruitrijdt en uitstapt om naar de betekenis van een opgestoken vuist te informeren 😄.  Mijne maat bleef maar doorratelen en ik moest hem er aan herinneren dat Vadertje Tijd het vallen van de avond niet zou uitstellen. Deze mensen zouden beslist eens naar m'n blog kijken en daarop bezorgde de Ronny hen de link. We trokken verder.

Vanwege het onvoorziene maar toch leuke oponthoud zagen we ons verplicht van het toerke wat in te korten. Er werden 2 paaltjes afgepitst zodat we toch nog in de klaarte het tripje konden afronden. De laatste kilometers werden opgevuld met wat gefilosofeer over vriendschappen en relaties. Diepgaande pittige conversaties zijn het maar steeds respectvol voor de soms haaks op elkaar staande meningen of opinies. Onder deze voorwaarden zijn ze vooral verrijkend. Ondanks het sombere weer, het mindere parcours bij de start, heeft dit wandelingetje toch maar weer haar nut bewezen. Het hoofd is op de mooie herinnering na leeg, de buik vol, de dorst gestild en het vertrouwen dat er nog goedheid bestaat onder de mensen weeral aangescherpt. Tot een volgende maar weeral. 

(*) Bron Wikipedia


Ieder uur van mijmering 

Ieder uur van mijmering over je goedheid, 

Zo vanzelfsprekend grondeloos, 

Smelt ik weg in gebeden naar jou. 

Zo laat ben ik gekomen 

Naar de tederheid van je blik, 

En van zo ver naar je uitgestrekte handen, 

Stilletjes, doorheen ruimte en tijd. 

Ik had in mij zoveel weerbarstig roest 

Dat uit mij wegvrat, met gulzige tanden, 

Het vertrouwen. 

Ik was zo loom, ik was zo moe, 

Ik was van wantrouwen zo oud, 

Ik was zo loom, ik was zo moe 

Van het dwaalspoor van al mijn passen. 

Zo weinig verdiende ik de wondere vreugde 

Van je voeten die mijn weg verlichten, 

Dat ik er nog van sidder, in tranen haast, 

En voortaan nederig blijf, nabij zoveel geluk.


Emile Verhaeren  


zaterdag 14 november 2020

Buggenhout - Opstal


Ook voor vandaag werd er nog voortreffelijk stapweer in het vooruitzicht gesteld. Een wandelingetje zou er nog afkunnen. Waarom niet de gok eens wagen op het Buggenhoutbos ? Ik probeer momenteel het openbaar vervoer nog wat te vermijden vanwege de corona. Geen trein of bus bijgevolg en dan biedt de kar uitkomst. Het geeft me bovendien het voordeel van nog enkele onbewandelde maagdelijke lapjes Vlaanderen te verkennen.  Wat zou je denken van het Buggenhoutbos in Klein Brabant ? Klinkt alleszins goed in mijn oren. Het is een beetje eigenaardig dat de streek genaamd 'Klein Brabant' in de provincie Oost-Vlaanderen ligt. Hopelijk zal deze territoriale paradox dan ook nooit tot een oorlog leiden. Mijn keuze voor deze lokatie werd ingegeven door gemakzucht want wederom heb ik maar eens een 'knooppuntentrackje' gepikt op Routeyou. Vervolgens wat gepimpt om tot een redelijk wandelingetje te komen. Kroegjes moesten niet ingecalculeerd worden, dat schol letterlijk een slok op een borrel en maakte van het uitstippelen een makkie. 20 paaltjes kwamen er uit mijn tekenpen. Schoofzakje maken, bidonneke thee check, koekske check, nog 2 mandarinnekes en arrividerci Hans! De bottienen waren al terug proper gemaakt en ingevet, waar wachtte ik nog op ? Op naar het bos voor een mooie herfstwandeling. Het werden er maar 18 ipv 20 want het trackje moest een boogscheut ingekort worden wilde ik nog voor den donkere thuis geraken. 



Buggenhout, is me helemaal geen onbekende lokatie. Meerdere keren ben ik daar vroeger een collega thuis gaan afzetten na een uit de hand gelopen personeelsfeestje. Ik herinner me de wirwar aan baantjes, ik reed me er telkens hopeloos verloren. Nee geen troebel zicht vanwege ... Een echte doolhof is het daar in de geburen. Het verbaasde me telkens dat ik na het ten huize droppen van m'n collega de weg naar huis nog terugvond. Je moet weten dat een gsm toen nog enkel in science-fiction films voorkwamen. Vandaag was het opnieuw van Jan ! Zelfs met een Gsm tot mijner beschikking. Een kilometer of 5 heb ik daar in Buggenhout rondgetoerd en verloren gereden om de kasteelstraat te vinden. Daar wilde ik starten aan een parking. Het is me dan toch  uiteindelijk gelukt. Rond 11u kon ik starten in het Buggenhoutbos. Een minuut later zat ik al middenin het bos. 

Dit roemrijke bos dat oorspronkelijk duizenden en op het eind van de Middeleeuwen 470 ha groot was, werd in de loop der geschiedenis behoorlijk getrimd. Er blijft niet zoveel meer over. De monniken van Affligem, die het bos cadeau kregen, rooiden er een groot deel van. Ook de latere eigenaars kapten veel bomen. In 1887 bleven er nog slechts 400 ha van over. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de helft van het bos volledig vernield door den Duits. Toen het door de staat werd aangekocht in 1936, bleven er nog amper 140 ha over. Vandaag de dag is het bos 177 ha groot: 157 ha is domeinbos en 20 ha is in privébezit. Het bos bestaat vooral uit loofbomen: 55% wintereiken, 40% beuken. Dan is er nog wat haagbeuk, berk, esdoorn, es en enkele naaldbomen. In het bos liggen een aantal vijvers die gevoed worden door beken. Deze bezorgen  het bos haar schilderachtige look. Sinds kort zijn er plannen om het Buggenhoutbos na de eeuwenlange terugval opnieuw uit te breiden. De komende jaren zouden tientallen hectaren bos worden aangeplant. 

Dat Buggenhoutbos loont echt de moeite om er een wandeling in te maken. Nu de herfst zich volop naar een hoogtepunt uitrolt was het er uitzonderlijk mooi. Meerder mensen moeten dat gedacht hebben want er liep wel wat volk rond. Een overhoop was het echter niet, op het Journaal heb ik zojuist andere beelden gezien van volkstoelopen in wandelgebieden. Op de mooie brede wandelpaden kwam je regelmatig wel een wandelend gezinnetje tegen. De kleinere paadjes met de talrijke bruggetjes over grachten en beekjes waren me iets interessanter, die hadden m'n voorkeur. Stilte troef, opnieuw vond ik hier, net zoals op de vorige wandeling, het perfecte terrein om nog wat onkruid uit het hoofd te wieden. Top-meditatie noem ik dat ! Toch een 8km heb ik daar in dat bos rondgezwalpt vooraleer ik richting de Vondelbeek trok. In de bedding van die Vondelbeek werd er ook aan natuurbeheer gedaan. In combinatie met een aangelegd spaarbekken werd daar ook aan natuurheropwaardering gedaan en vind je daar nu een volwaardig natuurgebied.  Jammer maar vele paadjes waren er afgesloten. De reden is me onbekend. Modderige tractorwegen middenin de uitgestrekte velden brachten me tot op de grens met Lebbeke. Ik meende daar een paadje in te slaan maar een kereltje van 8 jaar oud verzekerde me dat het pad nergens naar toe leidde. Hij beweerde de bossen te kennen zoals zijn broekzak en ik geloofde dat kereltje nog op de koop toe. Een heel stuk verder was het de moeite niet meer om nog op mijn stappen terug te keren. Weliswaar gescheiden door een beek en wat prikkeldraad kon ik verderop op afstand wandelaars spotten op de weg die ik moest genomen hebben. Het kostte me een dikke omweg, hij had me zuiver die aap. Maar het is dat ventje vergeven ! Waarschijnlijk zat er een gat in dat ventje zijn broekzak !

Zo, alleen is maar alleen en hiermee worden ook de avontuurlijke hoogtepunten enigszins gereduceerd. Het taske koffie, de trippeltjes, het gezever onderweg ... ik ga het nog even moeten missen. Het stappen in gezelschap is dus nu wel wat teruggeschroefd maar ooit zal dit ook terug anders zijn. Ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren vooraleer het leven van weleer zich kan hervatten. Het begint zwaar te wegen voor velen en met de winterperiode in aantocht vrees ik dat er veel mensen in een dipje zullen terecht komen. En toch ... ook in deze tijden ervaar ik het heil dat m'n pelgrimstochten me hebben bijgebracht. Op zo een tocht moet je het één en ander ontberen en moet je je tevredenstellen met het lenigen van de basisbehoeften. Je treedt erg ver uit je vertrouwde comfortzone. Nu met de pandemie wordt er je ook veel ontzegd. Heel veel, op verscheidene aspecten van het leven. Dit geeft je veel stof tot nadenken en aanvaarding, zo niet dan wel stof tot klagen en jammeren. In het eerste geval komt er besef.  Besef dat we in de voorbije jaren kwa luxe en levensstandaard niet misdeeld zijn geweest. Bij het hernemen van het leven van weleer zal de vreugde eens zo intens zijn om dit allemaal terug te mogen beleven. Er kan afgetoetst worden want het besef heeft je een referentie opgeleverd. In het andere geval zal er blijvend geklaagd en gejammerd worden over het ondergane leed. Er werd niets geleerd, er was blindheid voor de eigen voorspoed waardoor men zich kan blijven wentelen in de slachtofferrol. Ik wil nu hier vooral ook niet veralgemenen. Er zijn jammer genoeg wel degelijk mensen die door het noodlot en de daaruitvolgende miserie dermate getroffen zijn dat mijn beweringen voor hen van generlei waarde zijn.  Dit even terzijde. Ik stapte nu richting Opstal. Hier heb ik het toerke met een 2-tal kilometertjes ingekort. De avond begon te vallen en daarbij, de eindmeet kwam al in zicht. De hemel was ondertussen deels opgeklaard. De zon kwam nog eens piepen tussen de hoge wolken en wierp lange schaduwen op de grond. Het landschap kleurde zich in magnifieke herfstinten onder  haar stralen. Prachtig dat we hiervan mogen en nog hebben kunnen genieten.  Een mooie dag weeral.