donderdag 19 november 2020

St Amands


De weersvoorspelling voor vandaag kon je niet in een feeststemming brengen. Regenbuien, wind draaiend naar het noordoosten en overwegend zwaarbewolkt. Voor mij en de Ronny was dit geenszins een belemmering en rond 9u maakten we ons stapklaar om een rondje St. Amands in het Scheldeland te consumeren. De Catsjoe was ook nog van de partij. Alhoewel haar hondejaren zichtbaar beginnen door te wegen, ze bibbert als een espenblad, doet het beestje nog kranig haar best om  mee op te trekken. En het doet haar zichtbaar deugd. De Ronny doet er dan ook alles aan om haar het wandelplezier nog zo lang mogelijk te gunnen. Momenteel experimenteert hij met cannabis ! Met succes zo blijkt want waar ze voorheen bij wat vochtig weer begon te manken, blijft dat nu met haar drugs achterwege. Ik ben wel vergeten te vragen hoe het haar wordt toegediend. Ik zie de Catsjoe nog niet zo direct een jointje smoren. Catsjoe een junkdog zeg ! 😕

In klokwijzerzin zou het toerke verlopen, aan het grafmonument van  Emile Verhaeren klonk het startschot. 

Emile Verhaeren (St.Amands, 21/05/1855 - Rouen (Fr), 27/11/1916) was een Franstalig Belgisch auteur en een vertegenwoordiger van het symbolisme. Hij was dichter, schreef kortverhalen, kunstkritiek en toneel. Zijn werk is vertaald in 28 talen waaronder meer het Engels, Russisch, Duits, Chinees en Japans. Hij debuteerde in 1883 met Les Flamandes, een naturalistische bundel geïnspireerd door de wellustige taferelen uit de Vlaamse schilderkunst van de 16e en 17e eeuw. In 1886 volgt Les Moines in de sfeer van het religieus mysticisme. Van 1888 tot 1891 publiceert hij zijn zwarte trilogie: Les Soirs (1888), Les Débâcles (1888) en Flambeaux noirs (1891). De bundels, uitgegeven bij Edmond Deman in Brussel, baden in de duistere fin-de-siècle-sfeer van zwaarmoedigheid en zelfkwelling. Het zijn de jaren waarin Verhaeren aan neurasthenie lijdt. Mijne stapmaat heeft daar naar eigen zeggen ook al eens last van 😊. 


Emile Verhaeren komt op 27 november 1916 om het leven bij een tragisch treinongeval in het station van Rouen. Nog voor de trein naar Parijs op het perron stilstaat, springt Verhaeren ongeduldig op de trede van de wagon, maar verliest zijn greep en komt onder de wielen terecht. De mythe wil dat "Mijn vrouw, mijn vaderland" zijn laatste woorden waren.  Het stoffelijk overschot van Verhaeren werd aanvankelijk begraven op het kerkhof van Adinkerke. Uit veiligheidsoverwegingen werd het eind 1917 overgebracht naar het kerkhof van Wulveringem. Pas in 1927 kreeg Verhaeren zijn monumentale grafmonument in een bocht aan de Schelde te Sint-Amands. (*)


Een wandeling van om en bij de 20km was het opzet. De eerste 5 km, overwegend verharde wegen hadden niet veel te bieden. Beetje bewoond, beetje industriezone en overwegend beton dus daar raak je vlug op uitgekeken. Eens onder Oppuurs aanbeland kwamen de onverharde paadjes tussen de uitgestrekte weidevlakten aan bod. Je kan niet meer ontkennen dat de herfst volop regeert. Ook onder een dreigend wolkendek vertonen de landschappen hun kleurenpracht. Dat leverde soms erg mooie fotootjes op. Vrij veel wind en met naar de donker dreigende lucht te oordelen was er een stevige bui in aantocht. Het werd bijgevolg hoog tijd om te gaan aperitieven vooraleer de regen ons zou verrassen wel te verstaan.  


Daar was er al een bankje zie. Van dit bankje maakten we, althans in onze verbeelding, een gezellig prieeltje. Een fris pintje kwam tevoorschijn, een hoge zomerzon werd er bij gefantaseerd. Olijfjes, gerookte forel en wat ansjovisjes werden dan tussen de slokken door opgediend door rondborstige señiorita's.  Zalig, lang leve het gedachtengoed aan de levenswandel van Lamme Goedzak ! En dan mag je gerust weten dat er bij 10°C een strakke wind stond bij een loodgrijze hemel van waaruit binnen de kortste keren een stortvlaag zich naar beneden wilde keilen. Probeer dat maar eens uit te leggen aan een weldenkend iemand. Een bewoner van een huis wat verderop bleek ons te willen bespieden vanachter zijn deurvenster. Elke keer de Ronny zijn blik naar zijn kot richtte, dook hij weg achter het raam. Mijne maat begon er een spelletje van te maken. Wanneer er naar hem gewuifd werd dook hij sneller weg en liep hij bijna zijn eigen benen voorbij. Er mag al eens gelachen worden niet ? Ware het niet makkelijker geweest om eens terug te wuiven ?

Er volgden nu wat mooiere paadjes waarop de Catsjoe even niet aangelijnd kon lopen. Ze blijft steeds dicht in de geburen. Ze beschouwt het als haar taak om het wandelgezelschap bijeen te houden. Wanneer we met meerdere maten stappen en er blijft iemand wat achterop dan gaat haar instinct spreken en gaat ze de achterblijver opwachten. Eens terug bij de groep begint haar staart terug te kwispelen. Het is prachtig om die toewijding te zien.  

Het verbaast me nog steeds dat er chauffeurs zijn die wandelaars aan hoge snelheid rakelings voorbijrazen. Zeer irritant, gevaarlijk zelfs en op die smalle betonbaantjes zijn dat allesbehalve aangename ervaringen. Niet zelden ontlokt een dergelijk rijgedrag spontaan een opgestoken vuist en niet voor publicatie vatbare verwensingen bij de verschrikte wandelaar. Is het dan zo moeilijk voor een chauffeur om eventjes te vertragen ? Het zou getuigen van savoir vivre. Vandaag viel zo een opgestoken vuist niet in goede aarde. De stuntman in kwestie stopte en kwam achteruit gereden. Een artikel in de krant over verkeersagressie was daarbij in de maak.  Maar hij moet zich bedacht hebben, stopte en reed al gauw verder. Wij stonden juist op punt om een modderig aardewegeltje in te slaan. Jammer, moest hij uitgestapt en ons achternagelopen zijn, het zou hem een paar mooie slijkkloefen opgeleverd hebben.   

De dreigende stortbui  bleef uit, enkele sappige regenvlaagjes namen haar taak over. Schafttijd diende zich aan. Een overdekt schuilplaatsje op het kerkhof van Lippelo bood een ideaal onderkomen. Dit keer pakten we uit met een onvervalste kaastafel annex glazeke wijn. Met inachtname van de respectregels dat zulk een oord van je verwacht, lieten we het ons goed smaken. De serene rust dat zulk een dodenakker uitstraalt is voelbaar. Bovendien konden we rekenen op de goedkeuring van de ter eeuwige rust gelegde omstaanders. Zwijgen is goedkeurend toestemmen werd er me ooit geleerd. En dat het smaakte zeg !


Na dit peisvolle intermezzo stapten we op richting Opdorp. Een knappe wandeling kende alzo haar vervolg.  Rond km 15 belandden we aan in de bebouwde kom van Opdorp. Aan een haag van een voortuin hielden we even halt. Waarom ? Dat weet ik niet meer maar de bewoners van het huis kwamen er juist aangereden. Curiositeit naar onze aanwezigheid aldaar aan die haag was oorzaak dat er een fijn gesprek op gang kwam. Meneer en mevrouw waren ook Compostelagangers geweest. Weliswaar met de fiets maar dat doet er helemaal niet toe, je zit meteen op eenzelfde golflengte. Het werd een aangename ontmoeting met deze mensen.  Voilà ziedaar nog eens een waardevol moment met mensen waarvan je enkele stonden voorheen zelfs het bestaan niet eens vermoedde. Wat een verschil met mensen die je nauwelijks een blik gunnen, ja zelfs je als lucht inschatten wanneer je hen begroet. Leuke ontmoetingen daarentegen geven aan het  stappen een  extra dimensie. Je kan je tijd nemen om te luisteren naar iemands verhaal. Al fietsend ligt dat iets moeilijker, met de auto wordt het sowieso onmogelijk om vlug tot een praatje met vreemden  te komen. Tenzij iemand stopt, achteruitrijdt en uitstapt om naar de betekenis van een opgestoken vuist te informeren 😄.  Mijne maat bleef maar doorratelen en ik moest hem er aan herinneren dat Vadertje Tijd het vallen van de avond niet zou uitstellen. Deze mensen zouden beslist eens naar m'n blog kijken en daarop bezorgde de Ronny hen de link. We trokken verder.

Vanwege het onvoorziene maar toch leuke oponthoud zagen we ons verplicht van het toerke wat in te korten. Er werden 2 paaltjes afgepitst zodat we toch nog in de klaarte het tripje konden afronden. De laatste kilometers werden opgevuld met wat gefilosofeer over vriendschappen en relaties. Diepgaande pittige conversaties zijn het maar steeds respectvol voor de soms haaks op elkaar staande meningen of opinies. Onder deze voorwaarden zijn ze vooral verrijkend. Ondanks het sombere weer, het mindere parcours bij de start, heeft dit wandelingetje toch maar weer haar nut bewezen. Het hoofd is op de mooie herinnering na leeg, de buik vol, de dorst gestild en het vertrouwen dat er nog goedheid bestaat onder de mensen weeral aangescherpt. Tot een volgende maar weeral. 

(*) Bron Wikipedia


Ieder uur van mijmering 

Ieder uur van mijmering over je goedheid, 

Zo vanzelfsprekend grondeloos, 

Smelt ik weg in gebeden naar jou. 

Zo laat ben ik gekomen 

Naar de tederheid van je blik, 

En van zo ver naar je uitgestrekte handen, 

Stilletjes, doorheen ruimte en tijd. 

Ik had in mij zoveel weerbarstig roest 

Dat uit mij wegvrat, met gulzige tanden, 

Het vertrouwen. 

Ik was zo loom, ik was zo moe, 

Ik was van wantrouwen zo oud, 

Ik was zo loom, ik was zo moe 

Van het dwaalspoor van al mijn passen. 

Zo weinig verdiende ik de wondere vreugde 

Van je voeten die mijn weg verlichten, 

Dat ik er nog van sidder, in tranen haast, 

En voortaan nederig blijf, nabij zoveel geluk.


Emile Verhaeren  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.