dinsdag 27 april 2021

België - Nederland. De grensgemeenten Koewacht en Overslag


Koningsdag in Nederland ! Weet je, ik had er helemaal geen erg in en wil dat nu juist lukken dat ik naar daar trok voor een simpel tochtje. Moest ik het op voorhand geweten hebben dan zou ik voor de gelegenheid mijn Hollandse bretellen en plastron uit de kast hebben gehaald. Ooit heb ik op koningsdag zo een bezoek gebracht aan de stad die het Nederlands vorstenpaar zou ontvangen. Vandaar die accessoires, zelf had ik ze niet gekocht maar gekregen. Ik moet die nog ergens hebben liggen.  Neenee, die prullerijen blijven voortaan mooi opgeborgen. Ik zwansde daarjuist maar even. Het uitstapje naar Griekenland in volle coronacrisis van Willem Alexander en zijn Maxima werd bij onze Noorderburen niet op hoerageroep onthaald. De sympathie voor het Blauwe Bloed van Oranje is bij de Nederlandse onderdanen aan het afnemen. Zo hoor ik tenminste op de radio. In de steden was er naar verluidt nog wel wat animo te bespeuren maar onderweg op mijn toereke heb ik niet het minste spoortje van oranje-euforie bemerkt. Nu, die idolatrie voor leden uit een koningshuis is aan mij niet besteed. Ik ben al niet koningsgezind hier 'en Belgique', waarom zou ik dan opnieuw de idioot daar in Nederland gaan uithangen door daar met een oranje vlaggetje te gaan zwaaien ? Nu, een kwaad hart draag ik 'hunne' koninklijke hoogheden helemaal niet toe. En dat geldt ook voor hun familiale entourage. Eigenlijk zijn ze helemaal niet te benijden. En degenen die de retroromantiek willen koesteren en blijven geloven in de sprookjes van koningen, koninginnen of prinsen op witte paarden, wel hen gun ik ten volle hun pleziertje.  


Inderdaad, het weer was te mooi om daar niets mee aan te vangen. Ik had nog iets liggen in de regio van Moerbeke, een lus van 21 bornes. Het heidebos werd verleden week verkend en mijn toertje vertrok nu in Kruisstraat, een gehucht van hetzelfde Moerbeke maar gelegen tussen de E34 en de Nederlandse Grens. Die grens heb ik 4 keer overgestoken. Er staan prachtige gietijzeren grenspalen. Het getal 1834 moet je eraan herinneren dat er in dat jaar de Belgisch-Nederlandse grens werd vastgelegd. Soms loopt die grens door een waterpartij en vandaag heb ik geleerd dat er houten paaltjes onder de waterlijn werden geheid om die grens aan te geven. Onzichtbaar dus maar hoe vreemd ook, je hebt geen geoefend oog nodig om de landsverschillen te merken. Eens je op Nederlandse bodem staat zie je mooi het verschil met België. Nederland kiest voor een open en geordend landschap in tegenstelling tot ons grondgebied dat een wirwar is van industriezones, landbouwzones , natuurgebieden, lintbebouwingen en noem maar op. Het resultaat van een gebrek aan visie die hand in hand gaat met de versnipperde bevoegdheden in onze beleidsvoering. Bouwpromotoren en grondspeculanten hebben in deze bevoegdheidsmaterie soms een heel dikke vinger. In de pap van hun belangen dan wel  te verstaan. Moet ik nog een vergelijking maken van onze wegeninfrastructuur met deze in Nederland ? Mm hm nee ... daar zwijg ik liever over.


Kwa natuurbeheer  kreeg ik een mooi staaltje van de Belgisch aanpak te zien bij de grensovergang in Overslag. Een 500 meter lange beukendreef op Belgisch grondgebied en juist voor de grens gelegen  werd kaalgekapt. Een bordje in Belgie vermeldde de reden van de kaalkap : 'Uitvoeren van werken in het kader van het project ruimte voor water in het pereboomsgat' Ik denk dat de tekst voor de bekendmaking van het project door 1 van de klein mannen van die projectmanager werd geschreven. Zo amateuristisch opgesteld en verder vind ik het een schande dat er weeral zoveel prachtige beukenbomen worden opgeofferd aan een twijfelachtig project. Ik las vandaag nog in de krant dat er met de coronacrisis een houttekort is ontstaan. De prijzen in de houthandel zouden bijna verdubbeld zijn. 

Iets verder over de grens in Nederland werden er ook bomen gekapt. Ook een bord met wat uitleg stond er opgesteld ! Daarop werd er haarfijn uitgelegd wat de beweegreden voor de houtkap was. Abelen op oudere leeftijd verliezen hun vitaliteit. Met het rooien van deze bomen in het voorjaar komt er oppervlakte vrij zodat er jonge scheuten van diverse species kunnen doorschieten. Dit zorgt voor diversiteit in het bos. Tot daar even een toelichting bij de manier van aanpakken in beide koninkrijken. De keerzijde is dan weer dat er in NL voor alles regeltjes worden gemaakt en hoe goed hun maatschappij ook geolied lijkt met die regeltjes, die regelneverij is aan vele van onze landgenoten helemaal niet besteed. Mezelf incluis notabene. 

Het werd een mooi wandelingetje. Geen spectaculaire toestanden vielen er te melden. In Overslag heb ik de eerste zwaluw gespot. Verder heb ik nog enkele fotokes kunnen trekken van bergeenden, scholeksters, nijlganzen en de grote canadese ganzen. Op sommige plaatsen waren er zwarte rouwvliegen uitgezwermd. Onschadelijke insecten. Deze zwarte vlieg is eigenlijk een mug en wordt ook wel de St. Marcusvlieg genoemd omdat het uitzwermen steeds rond 25 april plaatsvindt. 25 april is de naamdag van deze heilige knakker. Straffe beestjes, ze paren al vliegend in de lucht waarna ze de pijp niet aan Marcus maar aan Maarten geven. Doe hen dat maar eens na ! 

Ergens onderweg werd ik aangesproken door een fietsend stel dames. Met 6 waren ze en ze reden me bijna omver. "Nou brave man, we zijn hier op zoek naar een theehuis ! Ken jij hier de streek ? Ik moest hen vanwege mijn onwetendheid teleurstellen. Nee dames, het spijt me. Ik probeerde op mijn garmin iets te vinden, helaas. Ondertussen hadden ze op hun gsm het theehuisje kunnen lokaliseren. 'Jullie hebben dus onwijs zin in een kopje thee en ik neem aan dat daar appelgebak bijhoort ?' Ja zeg, wilde ik daar toch even mijn kennis over de Nederlandse Zoete Zonden etaleren. 'Appelgebak ? Nou, ja hoor appelgebak. Overheerlijk toch ?'. Het antwoord zongen ze bijna a capella in koor. Laat het jullie smaken dames ! Ik wenste hen nog een fijne dag en stapte verder. Ja man, slurpen aan een kopje koffie of thee op een terrasje zonder een deftige punt Hollands appelgebak, dat staat bijna gelijk met godslaster in ons buurland. Nu ja, op koningsdag wordt dat appelgebak uitzonderlijk wel eens omgewisseld voor een oranje tompoeske. Heel smakelijk ziet dat er volgens mij ook niet echt uit.
 
De omgeving was zo plat als een dubbeltje. Deze uitdrukking komt van Ria Bunskoek, een pelgrimsmaatje uit Dalersveen dat ik op de Zilverroute leerde kennen. Toen ik het Pieterpad liep maakte ze me opmerkzaam dat deze vergelijking vooral geldt voor het Groningse landschap. Tractors waren druk bezig met de grond te bewerken. Honderden meters aan kaarsrechte beddingen werden er in de aarde getrokken. Op andere vers omgeploegde velden lagen de vettige omgewoelde aardkluiten te blinken in het zonnetje. Rustgevende plaatjes, althans voor de wandelaar want de boer daarentegen, die ploegt immer voort. Ik stapte naast zo'n pas gemaaide akker. Wat ruikt dat lekker en zeker als het zonnetje er op schijnt en de aarde met haar stralen verwarmd. 

Mijn karretje stond op de parking van de Heilig Hartkerk van het gehucht Kruisstraat. Op het rond deze parking aangelegde plantsoen kan je langs de zeven blijde en droevige mysteries van Onze-Lieve-Vrouw wandelen. Elk van deze zeven kappelletjes beeldt een van de mysteries af met een opschrift. Die parking kon met een zware metalen poort afgesloten worden. Dat had ik wel gezien bij aankomst maar er verder geen aandacht aan besteed. Opeens dacht ik eraan dat deze parking 's avonds wel eens gesloten zou kunnen worden. Daar zou ik dan staan ! Het was al 5 uur en had nog zo een 5-tal kilometers  voor de boeg. Een beetje versnellen dus want stel je voor ! Nog een 8ste mysterie erbij om thuis te geraken kon ik missen. Gelukkig had ik het mis en stond de poort nog wagenwijd open. Ik hield er wel een blein op mijn dikke teen aan over. Dus vanaf nu ben ik ook de trotse bezitter van een coronateen ! Volgens de media brengt de coronawandelhype veel werk mee voor de podologen. Ja, ook het wandelen moet je stilletjesaan opbouwen. En zelfs dan kan een blein je nog verrassen. Het zat er weeral op. Een mooi doordeweeks intermezzo. Peis en vree zoals het bewandelde landschap kon ik me aanmeten. Prima zo. 

Waltzing Maria - Jan Smit

maandag 26 april 2021

De Meersen, de Damvallei en het Rozebroek bij de Stropkes in Gent


Een beetje overleg kwam er deze keer aan te pas om een staptoerke te organiseren. Daags te voren liet ik bij mijn erfgenamen een ballonnetje op met de vraag of er iemand wilde meestappen. Het mocht wel iets vroeger aangekondigd worden want iedereen had zijn of haar plannen al gemaakt. Ik was zinnens om in Gent een luswandelingetje van tegen de 30km te maken en er vrij vroeg aan te beginnen. Gent is een mooie stad met een rijkgevulde geschiedenis achter zich. Daar belandde in het jaar 1500 de mannelijke boreling van Johanna de Waanzinnige in een pispot in plaats van in een kraambed. Deze boreling zou later als Keizer Karel een rijk besturen waarin de zon nooit onder zou gaan. Ik rekende voor de verandering volop op het gekraai van die bepluimde wekker van enkele huizen verder om vroeg uit de veren te komen. Helaas, ik sliep om halfacht nog veel te vast om hem te kunnen horen. Hij gaf nochthans weer wreed van katoen. Het verbaast me dat hij bij de buren nog niet in een stoofpotje coq au vin is beland. Gent met andere woorden zou het worden ! 

Rond halfnegen was ik op weg en iets na negen zette ik mijn karretje voor de deur van zoonlief in Gentbrugge. Hij reed juist door toen ik er aan kwam. Een solotoerke dan maar, dat gaat even goed. Komaan, op weg ! De eerste schreden gingen de richting uit van de Voordries. Dit is een luguber parkje dat naast de E17 pal aan die afbrokkelende brug ligt. Daar moest ik onderdoor, goed oplettend dat er geen stuk beton naar beneden kwam gedonderd. En zo kwam ik uit aan de terreinen van de sporthal 'Driebeek'.  

Op deze  terreinen liep ik voorbij een camperplaats. Aangezien mijne stapmaat de Ronny nu de gelukkige en trotse bezitter is van zo een huis op wielen, nam ik uit curieusiteit even de tijd om het reilen en zeilen op zo een camperplaats te gade te slaan. 
Mijn God !!! Guantanamo Bay op Cuba leek hierbij een luxe-resort. Ik stond daar voor een getraliede poort en verder was heel het spel omsloten met een bijna 3 meters hoge omheining in groene tennisdraad. Een hele rits mooi opgelijnde campers inclusief eigenaars zaten er zoals de beesten in de Zollegie (lees dierentuin) gevangen. Een bewoner sleurde zijne chemische kakkendo naar de toiletten, iets verderop slefferde er een dame op badsloefkes in een rose peignoir achter haar hondeke aan. Hier en daar spotte ik enkele warmbloedige natuurmensen, weliswaar stevig ingeduffeld, gezeten aan hun outdoor-campingsalon. In hun betonnen voortuintje genoten ze van hun diner, ik zag hun koffie of theeke smoren in de mokken. Moest mijne stapmaat daar ooit gaan staan dan zet ik een reddingsoperatie op poten om hem daar te evacueren. Hij zou me dankbaar wezen ! Verdorie, wie haalt het in z'n hoofd om zich neer te pladijzen naast zo een zielloze sporthal met als panorama het zicht op een rottende autostradebrug. Heel waarschijnlijk zal het het veiligheidsaspect zijn dat doorslaggevend zal zijn om dit soort van stalling op te zoeken in een stedelijke omgeving. 

Het kompas stond in de richting van Gentbrugse Meersen. Enkele weken geleden maakte ik hier al eens kennis mee. Deze keer koos ik voor het meer oostelijke parcours. Ik ga even met een link (meersen) verwijzen naar m'n blogpagina zodat er van die meersen een idee kan gevormd worden.  Een heel mooi gebied ontvouwde zich daar. Jammer van het weer was het wel. Het was bewolkt en fris met soms een nijdige wind op kop. Als je naar het hemelzwerk keek leek het erop dat er nog regen zou vallen. Grijs bewolkt, daarboven moet er zeker en vast iemand een pot met grijze pluimen omver gesjot hebben. Maar het is droog gebleven. 

Met het vorige bezoekje aan deze Meersen sprongen de geboortebosjes me in het oog. Ook nu kwam ik er weer ééntje tegen. Ik ging dwangmatig terug op zoek naar een boreling die gezegend met een speciale naam door het leven moest spartelen. Voilà hier zie, hier is er ene : 'Titus Veys'. Aangezien dit geboortebosje de kindjes geboren in 2008 betrof, leert enig rekenwerk me dat den Titus nu volop in zijn apejaren moet zitten. 

Ik volgde de Rietgracht die door gans deze Meersen stroomt. Een erg mooi wandelpad, slingerend naast beekjes en tussen de vele plassen en poelen door, bracht me tot aan de Schelde. Tja, de waterloop is hier maar een schaduw van de zilveren stroom die je enkele kilometers verderop stroomafwaarts vindt. Ik volgde de Schelde, 't Schelt want dit bekt voor mij iets makkelijker, tot aan de zandput van Melle alwaar ik de brug overstak en zo in Heusden belandde. Er stond erg veel wind maar hier en daar kwam er al een streepje blauw in de lucht tevoorschijn. Ik volgde de rand rond Heusden door een afwisselend gebied van mooie bossen en parken tot aan het Damslootmeer. Eigenlijk liep ik grotendeels op de GR128. Deze staat ook bekend onder de naam 'Vlaanderenroute'. Dit GR-pad doorkruist gans Vlaanderen, van het West-Vlaamse Kemmel in het westen tot het Voerense Teuven in het uiterste oosten. Maar liefst 473 km wandelwegen leiden de wandelaar langs de verrassend rijke variatie aan natuurschoon en cultuurhistorisch erfgoed die Vlaanderen te bieden heeft. Deze GR128 loopt bovendien nog zo’n 170 km door Frankrijk waar hij start in het dorpje Wissant, halfweg tussen Cap Griz-Nez en Cap Blanc-Nez. Ook het eindpunt van dit pad ligt in de Duitse stad Aken. Een hele hoop aan kilometers wandelpret vind je hier op een bordje. Dit even terzijde. Het stukje GR waarmee ik kennis maakte was weliswaar prachtig maar o zo dicht bij de E17 dat je niet echt van een stiltegebied kunt gewagen. De E17 moest hier overgestoken worden om tot bij het Damvalleimeer te komen. Ik zat al verdorie in Destelbergen en het was tijd geworden om de ransel aan te spreken. Een ondertussen strak blauw stralende hemel als voorgerechtje, een zitbank aan de oever, de zon die kwistig met haar zoenen strooide deed het Damvalleimeer niet blozen maar blinken als een parelmoeren schelp ... een zen-momentje. Hier kon zelfs geen VIP lounge aan tippen.  De simpele bokes smaakten dan ook verrukkelijk.  

Na het schaft kwam het Reynaertpark, gelegen in de rand van Destelbergen, aan bod.  "Reinaertpark", deze naam werd gekozen omdat enkele gebeurtenissen uit het middeleeuwse epos "Van den vos Reynaerde" zich hier in Destelbergen zouden afgespeeld hebben. Door de eeuwen heen veranderde het park van een private lusttuin tot openbaar park. Het mooie kasteel 'Succa' op het parkdomein doet nu dienst als gemeentehuis maar daar voorheen was het in bezit van verschillende adelijke families. 

Nog iets verder, nu op weg richting St. Amandsberg botste ik op Bergenkruis een bedevaartsplekje. Ik zette me er even op een bankske want deze plaats nodigde me uit tot wat bezinning. Een mentale clean-up kan nooit kwaad.

Enchanted World - Simoni

Bergenkruis is een openlucht bedevaartsplaats. De traditie van de verering in Bergenkruis gaat terug tot het begin van de 11de eeuw, toen een stoet er in het jaar 1007 halt hield tijdens het overbrengen van de relikwieën van de Heilige Livinus naar Gent. Een oudheidkundige inventaris van Oost-Vlaanderen vermeldt in 1911 'Bergenkruis' als een der oudste bekende bedevaartplaatsen van het bisdom Gent. Het aldaar plaatsen van hortensia’s is een traditie die haar oorsprong vindt in de Eerste Wereldoorlog. Een gezin uit het Westveld plaatste toen hortensia’s uit dankbaarheid omdat hun zoon levend van het front was teruggekeerd. Sindsdien wordt deze traditie jaarlijks in ere gehouden. 
Tja, zo een plaats heeft wel iets. Zo'n plekje straalt buiten rust toch ook een voelbare energie uit. Zulke plaatsen brengen bij mij telkens de herinneringen tot leven van de mooiste momenten die ik op m'n onvergetelijke camino's mocht ervaren. Ik moest denken aan Cristiana Morera, m'n Portugees pelgrimsmaatje uit Braga die me enkele dagen geleden meldde dat ze opnieuw op camino was vertrokken. Ooit zou zij een camino lopen op naaldhakken. Ik vertelde haar dat een Vlaamse schrijfster haar hierin voorging. Nu wenste ik haar een buen Camino toe en dat ze voorzichtig moest zijn. Ik weet niet of ze op naaldhakken is vertrokken. En dan kwam deze week ook nog Fabienne Bodan in beeld. Deze Bretoense pelgrimsmaat nodigde me uit om op zaterdagmiddag een online interview met haar bij te wonen. Dit zou uitgezonden worden vanuit het travellers salon in Parijs. Ze was daar aanwezig omwille van de 3 dikke turven - pelgrimsboeken - die ze  als journaliste had geschreven en gepubliceerd.  Jaja, ik hoop toch nog ooit eens terug te kunnen vertrekken. Dat vuurtje blijft maar smeulen. Ziedaar enkele elementjes uit mijn bezinningsmoment.  Uiteindelijk was het resultaat van dit moment de vaststelling dat ik nog niet zo slecht bezig was. 😊😊😊. Voilà we zijn terug vertrokken, nog een kilometerke of 12. Er plakten er al 15 onderaan de zolen.  

De natuurgebieden Rozebroek en St. Baafskouter volgden. Ook deze stukjes waren de moeite van het ontdekken waard, de fotokes bewijzen het. Stilletjesaan kwamen de dichterbewoonde gebieden rond Gent Dampoort aan bod. Zeg maar vergeleken met de riante huizen die ik tot nu toe was tegengekomen, de iets meer sobere woonwijken. Een eerste kennismaking met de omgeving viel me te beurt bij het Groot Begijnhof. Dit was ooit het bastion van de dochters van Christus. Eens onderdoor de ingangspoort overvalt er je een voelbare rust. Je wordt als het ware ondergedompeld in een eeuwenoud ligbad waarin het schuim der devotie je om de oren vliegt. 
'Zeg kwezelke wilde gij dansen' : Deze vraag hoeft thans nooit meer gesteld te worden aangezien de laatste begijn het loodje legde in 2013. De patrimoniale nalatenschap van deze  'Suffragettes avant la lettre' is een schitterende diamant in de kroon van ons historisch erfgoed.  In de begijnhofkerk was er toevallig een tentoonstelling aan de gang in het kader van het Van Eyckjaar in Gent. Een prachtige collectie gebrandschilderde glasramen  stonden er tentoon gesteld. Een vriendelijke dame sprak me buiten aan en nodigde me uit om een kijkje te nemen. Eventjes gaan 'loeken' werd dus de boodschap. Wel moest ik mijn naam coronagewijs in een schriftje registreren. Als ik zo naar het geschrift van de eerder geregistreerde bezoekers keek had ik de indruk dat men de Gentenaren met een vork heeft leren schrijven. Wat een hanepotengekribbel zeg en dit in tegenstelling tot de pracht van de knappe expositie. Positief blijven Jan ! Prachtig, het was echt de moeite waard om er even binnen te wippen. Een erg mooie en waardevolle collectie aan niet alledaagse kunstschatten werd hier tentoon gesteld. 

Even verder zat ik volop in de oudere werkmanswijken rond de Dampoort. Charmante steegjes trof ik er aan. Deze steegjes werden gerenoveerd en dat leidde tot een betoverend resultaat. Overvloedig voorzien van bankjes, tafeltjes en minituintjes zal dit ongetwijfeld het sociale weefsel in deze wijken ten goede komen. Zie daar is de Dampoort al ! Vanaf hier volgde er nog een verrassend trajectje langs de kaaien van oude kanalen en dit helemaal terug tot aan 't Schelt. Ik vervolgde mijn toerke te beginnen aan de spuikom waar het achterdok in uitkomt. Even opletten was het om als voetganger veilig via de Napoleon de Pauwvertakking naar het smalle eilandje tussen de beide  visserijvaarten te stappen. Het bijna 2km smalle wegeltje op het eilandje was voor mij zo een hotspot waarbij je sommige boeiende aspecten van een grootstad ontdekt. Op dit wegeltje had je voortdurend inkijk op de achterzijde van de op het eiland gebouwde huizekes. Leuke tuintjes, muurtjes versierd met allerlei prullaria, kleurvol schilderwerk, ook hier en daar een koterij die eigenlijk het geheel niet ontsiert. Jawel een tof stukske Gent ontplooide zich hier aan die vissersvaart.  Voilà, ik stond opnieuw aan de Schelde. Aan de overkant lag het Keizerpark te zonnebaden. Veel volk wijdde er zich aan het zalig nietsdoen in horizontale positie. Coronagewijs lagen ze in groepjes van 4 netjes op het gras in afgemeten witgekalkte cirkels te niksen. Geen zonde, het was immers de zevende dag. De dag die God zegende en heilig verklaarde want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk (Genesis 2:2-3). Nu jij ! 
Dat Keizerpark is ook een recreatieve voltreffer. Er is een kleuterspeeltuin en je kan er picknicken. Er staat een vaste barbecue maar je mag er ook je eigen 'braai' installeren. Wat verderop in het park vind je een rustig zithoekje dat uitkijkt over het water. Gent doet goed haar best om haar bevolking in de middelen ter verstrooiing te voorzien. 

Nog een kilometerke of 2 langs de Scheldeboord en het zat er op. Even de oortjes in om wat muziek te beluisteren. Al vlug kwam m'n karretje in zicht. Het zat er dus op. 27 paaltjes op de kop. Nog even wipte ik binnen bij zoonlief maar die was niet thuis. Zijn maat nam bijgevolg de honneurs waar. Na een lekker glazeke wijn bij het bekijken van de vele fotootjes was het tijd om op te krassen. Ik onthou van deze wandeling vooral de mooie balans tussen het natuurschoon van de parken en domeinen enerzijds en anderzijds de charme van een grootstad die je, als je oog en interesse hebt voor het kleine volkse detail, al wandelend leert kennen en waarderen. Amen.

dinsdag 20 april 2021

Het Heidebos in Moerbeke


Even if - MercyMe

Pluk de dag is een Vlaams gezegde dat ik vanaf vandaag meer in de praktijk ga brengen. De laatste tijd heb ik genoeg getobd en gepiekerd, het is wel geweest en nu moet het stilletjesaan gaan ophouden. Ik wachtte min of meer op een mirakel dat die smeulende neerslachtigheid zou doorbreken. Het is niet makkelijk om die muizenissen te verjagen maar vandaag is het me uiteindelijk toch gelukt en kan ik deze achter me laten. Alle sores, kopbrekens en zorgen staan eindelijk op een rijtje, sommige staan nog wel even in  wachtstand maar so what ? Ik ga me terug wat meer focussen op positiviteit. De neerwaartse spiraal waarin je dreigt af te glijden naar een grijs muizenbestaan ligt op de loer en dit wil ik kost wat kost vermijden.  

Het heldere moment waarin deze beslissing genomen werd viel rond een uur of 6 uur in de morgen. Ik probeerde mijn onplezierige gedachten wat te ordenen terwijl ik ondertussen al een uur lag te draaien en te woelen in de slaapstede. Eerder, bij het prille ochtendgloren werd ik door de haan van enkele huizen verder al klaar wakker gekraaid. En maar van zijn paretten geven dat beest. Zelfs de gedachten om die haan kaal te gaan plukken of om zijne nek om te wringen passeerden de revue in mijn hersenpan. 'Wees goed jegens de dieren !' : Dit werd me reeds van jongsafaan ingelepeld dus verkoos ik om dat beest met rust te laten en dat ik in plaats van hem maar beter de dag kon plukken. Hiermee zou ik mijn geweten minder bezwaren. Een Carpe Diem - wandelingetje van 20 paaltjes borrelde in gedachten op, het kon al voor een aanzet zorgen. Een aanzet bij mijn voornemen om voortaan de focus te richten op positiviteit. 


Een mooi oranje ochtendzonnetje weliswaar nog een beetje mistig omfloerst,  probeerde de dag open te breken. Uitnodigend om van de aangebroken dag te gaan proeven pierden haar straaltjes door het vensterraam.  "Komaan Jan, 't is nu de moment verdorie, het is wel geweest en hoog tijd om wat verandering in de saaie keet te brengen.  Opeens kreeg ik veel sympathie voor die gevederde lawaaimaker. Die haan met zijn gekraai gaf me de aanzet om niet die grijze muis te worden. Ik sprong m'n bed uit, pelste me gauw gauw aan, maakte een schoofzak klaar, pakte m'n rugzak en ribbedebie de plein over. Naar het Heidebos in Moerbeke. Daar wilde ik verleden week al naartoe maar op de valreep wijzigden daarvoor de plannen. Iets te enthousiast was ik mijn dag begonnen want aangekomen op de carpoolparking van Moerbeke merkte ik dat ik m'n bottienen en gsm vergeten was. Die gsm kon me weinig bommen maar met die bottienen was dat niet het geval. Die kon ik niet missen. Terug even naar huis dus en rond 10 uur kon ik dan daar aan die carpooling terug van start gaan. Wat het hoofd vergeet moeten de benen bekopen. In dit geval waren het dan wel wielen, maar goed : Ik was helemaal klaar voor de start ! . Eerst nog eens diep ademhalen, vervolgens even de omgeving in me opnemen en dan vooruit, gaan met de banaan. Wat een stralende dag zou dit worden zeg ! De velden, zover je kon zien, waren netjes omgeploegd. De vruchten van hard landbouwerslabeur lagen hier uitgestald. Hier en daar was er nog een tractor aan het werk met het rooien van aardappelen.  Nevelflarden versluierden nog lichtjes de weiden en akkers. Een uitgebreid palet aan bruintinten werd er onder die sluiers vandaan getoverd. Een mozaïek aan kleuren gaande van de lichtbeige kleur van zandgrond tot de  donkerbruine aarde die de poldergrond kenmerkt kwam tevoorschijn. Geen zuchtje wind viel er te bespeuren en het ragfijne hemelsblauw gaf daarbij een mooi contrast met het ontluikende groen aan de bomen die deze akkers omkaderden. Het licht van de zon bedekte het landschap met een fluwelen glans. Wat was dit prachtig, een ware lust voor het oog. Het zou een topwandeling worden vandaag. Ik voelde het aan met heel mijn lijf. 

Eerst moest er een klein stukje beton naast de expressweg gevolgd worden om tot bij dat heidebos te geraken. Een bordje maakte me attent op het feit dat ik me in het Heidebos bevond maar ook dat deze grond van grote historische waarde was. De Tachtigjarige Oorlog is één van de zwaarste conflicten die ooit in Vlaanderen en Nederland gewoed heeft. Het was een strijd tussen de Nederlanden en de Spanjaarden die zijn aanvang had in 1568 en pas in 1648 met de ondertekening van de Vrede van Münster een einde kende. Door heel Vlaanderen en Nederland zijn sporen te vinden zijn van deze woelige periode. De bekendste van die sporen zijn de Staats Spaanse linies, de militaire verdedigingswerken die opgetrokken werden om de vijand buiten te houden. Nergens zijn die Staats Spaanse linies markanter dan in het Waasland. Doorheen het hele Waasland is een hele batterij aan verdedigingsforten opgetrokken die meer dan 400 jaar na datum nog steeds sterk staan. Het zijn bouwwerken die een bepaalde grandeur uitstralen en opengesteld zijn voor het publiek. 3 voormalige fortlokaties kwam ik tegen : Fort Francypany, Fort Papenmutsen en Fort West. De grove contouren van de omwallingen tekenen zich nog duidelijk af in het bos. Sommige forten zijn bewaard gebleven. 
Het zijn bouwwerken die vandaag de dag trekpleisters geworden zijn voor een dagje uit of voor het volgen van de fortenroute die doorheen de streek loopt. Ook de GR122 loopt door dit bos. Deze laat je kennis maken met die fortengordel. Men had precies de markering vernieuwd. Deze GR, de Scheldelandroute genaamd,  loopt over een afstand van 145km van Hulst in Nederland tot in het Franse Quièvrain. Daar worden trouwens ook de reisduiven gelost. 

Dat bos was ronduit prachtig. Ik heb er toch wat fotootjes bijeengesprokkeld. Grote open heidevlakten omzoomd met bospartijen waar kronkelende paadjes zich doorheen slingerden. En ik liep helemaal alleen, uren in het rond was er geen kat te bespeuren. Wel waren er veel naaldbomen waardoor ik de indruk kreeg dat ik me in de Franse Landes bevond. Daar was het wel iets warmer. Zeg maar gerust verzengend heet. Deze indruk ontstond doordat grote delen van de bosbodem met een metersdik tapijt aan adelaarsvaren bedekt was. Grotendeels waren deze varens al afgestorven want ze worden bestreden door het natuurbeheer om de diversiteit aan inheemse soorten in het bos terug een kans te geven. Een klein minpuntje aan dit bos was toch dat je op bepaalde plaatsen het verkeer van de  express weg kon horen. Misschien dat wanneer alle bomen in blad staan dat dit minder hoorbaar wordt. Maar kijk, of beter luister naar de vogeltjes die hun mooiste deuntjes voor je ten beste geven. Dit stemt je meteen vrolijk. 

Zeker 80% van deze wandeling was op onverharde paden. Zalig en niet sletig voor de bottienen.  Een stukje stapte ik langs de bewoonde rand van Moerbeke. De plannen om daar een verkeerslus rond Moerbeke te maken valt niet in goede aarde bij de bewoners. Om de 50 meter staat er een groot wit bord met protestslogans in de voortuin van de bewoners. Jawel, hoe erg ook voor de mensen maar de vooruitgang vraagt nu éénmaal offers.  Plezant is het alleszins niet. Ik had werk met het lezen van al die borden. Een opgesteld bordje in een voortuin bracht een heel andere boodschap. Hier werd aangekondigd dat het huis ooit gebouwd werd door Anton van Wilderode, de priester dichter. En zo belandde ik pardoes op een literair parcours. Dat was niet geweten maar wel meegenomen. De eindmeet kwam in zicht. Nog een klein stukje beton viel er te verwerken. 

Wat zou de drijfveer zijn van mensen die een naam of tekstje willen vereeuwigen door dit toe te vertrouwen aan de bast van een boom ? Ik heb een sterk vermoeden. Zo kwam ik hier in het Heidebos een boom tegen waarin iemand in het jaar 1986 een amoureuze boodschap had gekrast. De  ingekerfde letters waren met de jaren meegegroeid. Zit hier symboliek in ? Jazeker ! En was het toeval dat ik dit moest opmerken want op het laatste stukje van m'n wandeling, het was een smal betonbaantje, stapte ik met m'n bottienen bijna op de inscriptie 'ELS'. 

Ook die letters werden daar ooit door mensenhanden in het nog vloeibare beton aangebracht. In koud en hard beton werden ze aan de eeuwigheid toevertrouwd. In tegenstelling tot deze die in een prachtige boom werden gekrast zouden ze nooit kunnen meegroeien met de jaren. Els is toevallig de naam van een pelgrimsvriendin. Ik leerde haar en haar toenmalige man Rien in Frankrijk kennen op m'n eerste tocht naar Santiago de Compostela. Dat was in 2012 en sindsdien was er regelmatig contact.  
Waarom stond er niet de naam Marie, Jozefien of Jeanneke in het beton ? Was het toeval dat ik eerder stilstond bij die bekraste boomschors ? Ik meen van niet. Alles is voorbestemd en toeval bestaat niet. Daar word je van overtuigd wanneer je een lange pelgrimstocht onderneemt. Nu met de Coronamaatregelen zijn de contacten met Els sterk verminderd. Eigenlijk zijn ze zo goed als verdwenen. Helaas, ik vind dit erg jammer want zo zie je dat ook vriendschappen door dat klotevirus lelijk getroffen worden. Ita Sit - het zij zo. 
Maar hoe dan ook, toeval, voorbestemming of zou het mijn op hol slaande verbeelding zijn ... ook al is het dan een vermeende boodschap waarin ik een tanende vriendschap zie die me verdriet, ze zal me niet verhinderen om positief te blijven denken. 😄😄😄. 

Daarzie, de eindmeet komt weeral in zicht ! Het zat er dus op. Dit was nog maar eens een topwandeling. Eén klein minpuntje ... ik ben geen enkel kroegje tegengekomen voor een tripeltje. Het positieve is dan weer dat ik me kan troosten met het feit dat, moesten er geweest zijn, ze toch niet open zouden geweest zijn vanwege dat coronagedoe. Geen gemis dus. Mijn focus wordt gerichter met de minuut zie.

😇😇😇 

Al zeg ik het zelf : Ik ben heel goed bezig !