vrijdag 9 december 2022

Memorywandeling : Oostende -


Geïnspireerd door het boek van wijlen Jef Geeraerts ' Het Teken van de Hond - Gangreen 3 ' (*), zoek ik naast het verkennen van de vaderlandse Streek GR's ook hier en daar een biografische themawandeling in te lassen. Het is zo eens iets anders. Berchem, het geboortehuis, de wolvenberg, 't klein zeetje, de schoolpleinen en nog vele andere ... allemaal lokaties waar ik nog een woordje over kwijt wil. Maar ik wil me in deze wandelblog enkel beperken tot de lokaties en niet tot de personen medegerelateerd aan die lokaties zoals Jef ze ook beschrijft in zijn boek.  Dezen komen nog aan bod, ik geef ze ergens anders wel een forum. 
Waarom Oostende ? Wel, in 1974 - 1975 sloot ik daar m'n jeugd af net zoals dit hieronder bezongen wordt. Het Vaderland moest toentertijd immers nog gediend worden. Dienstplicht was nog aan de orde, ik deed er m'n legerdienst bij de zeemacht. Toen werd er verondersteld dat je na het vervullen van je dienstplicht bij het leger je jezelf bij de 'Grote Mensen' mocht rekenen. Soms denk ik, enkele specimen uit de huidige generaties beschouwend, dat daar wel een stukje waarheid in schuilt.  Desondanks ben ik een overtuigd pacifist. Schaf alle legers af en er is nooit nog oorlog. 

 

Terug naar de kust - Gerard Joling
 
Om 9u stapten ik en den Hugo op de trein in St. Niklaas richting Oostende. Geen vertragingen, een perfect ritje maw. Het NMBS station op zich zag er 50 jaar geleden nog net hetzelfde eruit zoals dit nu het geval is. De omgeving is wel drastisch veranderd. Toen was er nog geen sprake van een kusttram. De langste tramlijn in België. 67km spoor tussen Adinkerke en Knokke. Die kwam er pas in 1991. Gelegen vlak naast het treinstation hebben de depots en spoorinfrastructuur voor dit transportmiddel een serieuze impact gehad op de stationsomgeving. Ook de nu tot museumschip omgebouwde  IJslandvaarder O.129 AMANDINE die in 1995 voor het laatst de haven van Oostende binnenliep sierde toen nog niet het straatbeeld. Deze staat momenteel terug in de steigers voor renovatie. De Driemaster Barkentijn MERCATOR daarentegen ligt al sinds 1964 afgemeerd tegenover het stadhuis van Oostende. Een nog onaangeroerd herinneringsbaken uit m'n legertijd. Die lag er toen ook al. We wandelden naar de Roger Raveel, het veerbootje dat op en neer laveert tussen de wester- en oosteroever van de Oostendse havengeul. Dat kwam er juist aan. Het duurde nog even vooraleer die aanzette. Fris dat het was daar op haar dek. In een thermos bewaarde ik warme glühwein. Een uitstekend idee was het volgens mij om die even open te draaien en een bekertje te vullen. Ik bood een bekertje aan een dame aan die volgens mij kou leed. Ze schudde met haar hoofd een beleefd weigerend nee waarop haar man een klapke met ons aanbond. Het was een visser. Goed luisteren was de boodschap want dat Oostendse dialect vereist wel enig taalkennis om van een Oostendse conversatie een verstaanbaar geheel te maken. Ook voor deze 'Visscher' was de omgeving onherkenbaar geworden. Hij wees naar de torengebouwen waar Marc Coucke op de dakverdieping zijn bescheiden stulpje inclusief zwembad betrok. 1.000.000 € heeft dat gekost betoogde hij. Moet er geen zand zijn ? Nee, dat lag er wel genoeg aan het strand. Als 'visscher' kwam hij geregeld in aanvaring  met de maritieme autoriteiten. Regelschennis bij het vissen in het vaarwater van gastankers onder andere. Ook deed hij zijn verhaal over de munitiestorten iets verder daar voor de kust. Als visser werd hij daar ook weggejaagd. In totaal gaat het om zeker 35.000 ton aan munitie dat daar ligt. Ter hoogte van Knokke en de Oosterschelde liggen daardoor twee van de grootste munitiestorten van de Noordzee, tussen zo’n 300 en 1.500 meter van de kust. Het is verboden er te vissen of het anker er uit te gooien, door de grote hoeveelheid granaten en bommen die er liggen op en in de bodem van de zee. Wat het nog gevaarlijker maakt is dat een deel van die bommen uit de 1ste wereldoorlog gifgas bevatten. 

Aangekomen op de Oosterkaai probeerde ik me het uitzicht op het Vlotdok anno 1974 in herinnering te brengen. Daar lag de marinebasis Cedra, een mijnenveegcentrum. Aan de kade lagen de kustmijnenvegers aangemeerd. Ik deed daar dienst op de M928 Stavelot. Die werd in 1990 verkocht aan een beroepsvereniging in Amsterdam. Aan de overkant van het dok had je de 'Log' waar de omgebouwde bananenboot Godetia, de Zinnia met haar motoren uit een diesellocomotief en enkele hoogzeemijnenvegers hun thuishaven vonden. De Zinnia en de Godetia waren logistieke ondersteuningsschepen. Stelplaatsen van De Lijn zijn er in de plaats gekomen. De Zinnia, in de scheepskantine rammelden de borden en kommen van tafel wanneer haar motoren draaiden. Weg is alles - zo bleek .. allemaal weg ... verschwunden ... nostalgie.  En dit al een hele tijd volgens onze 'visscher'. Ook zijn er nu grote delen van het havengebied ontoegankelijk geworden voor het publiek. Dat was in '74 niet het geval. Zie, alles is vergankelijk. Niet ?

De wandeling vervolgde zich langs het Oosterstrand en haar duinen tot in Bredene. In de verte daar op die grijsgroene zee zag je onder een laagje mist het windmolenpark in actie. Iets verder probeerde een regenboog tevergeefs haar kleuren te etaleren naast immense waterhozende regenkolommen. Op het strand bleef het op een spatje na droog. Het was opkomend tij en al wandelend langs de vloedlijn was het wat oppassen om geen natte voeten te krijgen. Het was leuk om daar aan die vloedlijn enkele vogeltjes te spotten. Enkele kleine plevieren renden daar de pootjes onder hun tenger lijfje uit  bij de aanrollende golven. Schichtige steenlopers deden het iets rustiger aan. Ze keken de kat uit den boom. Een boom die daar op dat strand evenwel niet stond.  Een kat was er nog minder te bespeuren. 
In de duinen spraken we nog even de thermos glühwein aan. Met een lekker frangipane taartje erbij betekende dit even extra qualitytime. Voor het schof trokken we naar het visserskapelletje van OLV ter Duinen. Daar waren we nog al eens geweest. Dat was goed getimed want een stevige regenbui trok voorbij en daar zaten we droog. Het spreekt je wel even aan wanneer je de daar opgehangen foto's bekijkt van de  vissers en zeelui die het leven lieten op zee. Veel jonge mannen waren slachtoffer-drenkelingen en dat maakt de aanblik nog vele malen triestiger.  Vermist of vergaan met man en muis. De zee geeft, de zee neemt is een opschrift dat het kappeletje siert.  Het is maar een magere troost voor de nabestaanden. Maar goed, ze worden niet vergeten en men blijft ze eer brengen. 
Het boterhammeke smaakte. In lijn met de lokatie waren deze belegd met zwarte heilbot. Om het diner daar af te sluiten kocht den Hugo gewoontegetrouw er nog enkele noveenkaarsen. 

Verder ging de tocht langs het Breeduyn Village. Een megacamping aanleunend tegen Bredene en Bredene-Bad. Netjes opgelijnde stacaravans, dicht op elkaar en amper ademruimte latend stralen niet de aantrekkingskracht uit van een aangenaam recretie-oord . De omheiningen die deze dierbare eigendommen moeten vrijwaren van ongenode gasten doen me denken aan de kamplagers uit de Shoah geschiedenis. Het ging mijn petje te boven dat daar iemand zijn vakantie wil of kan doorbrengen.  Ik verbeter : Het was een wollen muts. 

In een wijde boog bewandelden we de oostelijke rand van de spuikom. Gigantische wolkenvelden, soms dreigend en zwanger van tonnen hemelwater, vulden het zwerk. Mooi om zien, het doet je de bedenking maken dat we maar nietige wezentjes zijn in de grootsheid van de natuur. We passeerden zo de oesterput waar de vermaarde 'Ostendaise' wordt gekweekt. Wie nieuwsgierig is naar het hoe oesters gekweekt worden, maar ook de juiste snijtechniek wil leren kan een rondleiding bij de Oesterput boeken. En uiteraard is een degustatie ook een optie.  Ik herinnerde me dat de Ronny er enkele wandelingen terug een portie van die Ostendaises aankocht, achteroversloeg en vervolgens bestoefte om hun afrodiserende eigenschappen. En zo lekker dat het was ! Snottebellen in een schelp ! Toch was hij loyaal en wilde hij toen gul zijn godenspijs met ons delen. 

Na de spuikom ging het richting Maria-Hendrikapark uit. Aan het AZ Damiaan moesten we rechtsomkeer maken vanwege wegenwerken. Het pad liep daar langs de talloze vijvertjes over bruggetjes en kronkelweggetjes. Een mooi park is het dat aangelegd werd in opdracht van Leopold II. Jaloers op het Bois de Boulogne in Parijs wou hij dit park een zelfde grandeur gunnen. Benamingen zoals Spiegelvijver, Koniginnevijver en  Konijnenvijver moesten voeding geven aan de grandeur die Leopold met zijn park betrachtte. 
We verlieten het park langs haar noordrand en zo belandden we aan de voormalige terreinen waar in '74 de marinekazerne Bootsman Jonsen haar activiteiten ontplooide. De laatste maand van m'n dienst was ik er telefonist - telegrafist. De loodsvormige betonnen bunker waarin de militaire telexlijnen gecentraliseerd toekwamen stond er nu troosteloos tussen nieuw opgetrokken appartementsblokken.  Vergane glorie die bunker en ik denk dat de bouwheren niet in staat waren om dit oorlogsgebouw te slopen. Al wat er nu nog overblijft van de kazerne is een Belgisch - Nederlandse opleidingsschool voor  "Naval Marine Mine Warfare". 

Het werd stilletjesaan tijd om af te ronden. In een kroegje achter de St. Pieterstoren - 'de peperbusse' klinkt het daar in de volksmond - kon dit voornemen verzilverd worden. 2 Omers aub mevrouw ! Den Hugo bestelde en trakteerde. De drankkaart vermeldde dat de kroeg om 20u haar deuren sloot. 'Om 8 uur vliegen we hier buiten Hugo' zei ik toen de kroegbazin met onze Omers kwam aandraven. "Hier zin de Omertsjes joengs ! En joawe, ten 8ten vlieh'n giender butten hiere". Ze had m'n opmerking aan den Hugo gehoord. Dat laatste kwam er met een grappende glimlach uit. Er volgde er nog eentje en toen werd het tijd om op te krassen. Tot een volgende madamtsje ! 
Het is spijtig dat ik er niet eerder aan heb gedacht daar in dat kroegje. Tijdens de uitstappen toen ik nog bij den troep was, werd er al eens een zeegueuze achterovergeslagen. Deze werd je in een tinnen kroes voorgeschoteld. Deze werd tot halverwege volgetapt met Gueuze. Vervolgens werden er 3 verschillende stevige borrels bijgekieperd. Cognac, rum en whisky. Dat je er daar geen 5 van achtereen moest binnengieten spreekt voor zichzelf. Wie weet kennen ze de zeegueuze daar in Oostende zelfs niet meer. 
Ach ..... Sic transit gloria - Zo vergaat de wereldse grootsheid. 

Tot een volgende dan maar weer !

(*) Het Teken van de Hond - Gangreen 3.
Het betreft autobiografische dagboeknotities waarin de Vlaamse schrijver een eerlijke, meedogenloze analyse geeft van zijn schijnvrome, ouderlijk huis en van de door hem als beklemmend ervaren leertijd op de Rooms Katholieke scholen, waarvan hij zich alleen kon bevrijden door alle taboes te doorbreken. Geeraerts blikt terug op zijn jeugd. Volgens zijn moeder werd hij gemaakt op datum van 29 mei 1929. De dader verjaarde toen voor de vijfentwintigste keer en niet alleen hierdoor was hij blijkbaar een beetje de tel kwijt, neen, op de eigenste dag had het echtpaar Geeraerts - Van der Heiden zijn eerste belangrijke aankoop gedaan, rechtstreeks in het teken van Geld verdienen en Vooruitkomen : Een Plymouth 1929 vierdeurs sedan, grijsgroen-en-zwart, reservewiel buiten, hydraulische remmen, nummerplaat 74579, bestemd voor taxivervoer. Hij gaat in zijn boek systematisch terug op zoek naar die mensen en plaatsen die in zijn jeugd de revue passeerden. 
Grotendeels klopt deze omschrijving maar een vergelijking doortrekken naar m'n eigen ouders zaliger zou niet kloppen en dan ook erg misplaatst zijn. 


vrijdag 25 november 2022

Merelbeke - Gentbrugse Meersen - Wetteren

De SGR Haspengouw gaat even on hold. De verplaatsing naar ginds neemt te veel tijd in beslag. Bijna 3 uur trein wordt wat te veel van het goede. In deze donkere wintermaanden maakt het tekort aan daglicht dit moeilijk. Dus deed ik maar een grabbel in mijn wandelton. Die puilt nog uit van de kant en klare tripjes. Voor vandaag kwam er een lijnwandelingetje uit de bus tussen Merelbeke en Wetteren. Met een ommetje langs de Gentbrugse Meersen beloofde dat de moeite te worden. Het zag er gaaf uit. De Michel tekende present en om 9u30 startten we onze wandeling aan de statie van Merelbeke. Het traditiegetrouwe 'kommeke koffie' moesten we ontberen. De etablissementen die het 2de gebod van barmhartigheid ter harte moesten nemen waren in Merelbeke nog gesloten. Voor een uitstap met de stapmaten stuur ik telkens wat adresjes van mogelijke te bezoeken dranktempels na. Bron hiervoor vind ik in de Garmin Open Street Maps. De Michel trok het een en ander na en wat bleek ? Ze hadden allen al hun deuren permanent gesloten. Ik vrees dat Corona hier een vinger in de pap moet gehad hebben. Geen probleem, we stapten verder. Het beloofde puik weer te worden, de lucht kleurde al mooi blauw, hemelsblauw om precies te zijn. 

De Gentbrugse Meersen bieden een mooi wandelgebied. Ze kwamen als eerste aan de beurt. Tot voor kort waren de Gentbrugse Meersen voornamelijk landbouwgebied met natte weiden, graslanden en akkers. Door de lage ligging staan een groot deel van het jaar verschillende weiden onder water, wat interessant is voor watervogels en steltlopers. De Schelde was vroeger een breed meanderende rivier. Ze trad regelmatig buiten haar oevers en zorgde op die manier voor een natuurlijke bemesting van de omliggende graslanden. De voedselrijke, laaggelegen, vochtige graslanden of meersen werden door de boeren benut als weilanden, hooilanden en akkers. Rond 1870 werd de kronkelende Scheldemeander in Gentbrugge rechtgetrokken zoals ze nu ligt. Resten van de oude bedding zie je tot op de dag van vandaag nog op topografische kaarten en in namen als 'Oude Scheldeweg'. Het 'eiland' dat ontstaan was door de oude Scheldemeander en de huidige Scheldeloop was vroeger één groot weidegebied. De weiden werden elke winter bevloeid met Scheldewater via houten sluizen. In de weiden lag een systeem van grachtjes om het gebied gecontroleerd te laten overstromen en afwateren. Door de eeuwenlange overstromingsdynamiek waren er in de Gentbrugse Meersen bodemlagen ontstaan die interessant waren om zand en klei te ontginnen. De putten die zo ontstonden, werden daarna vol gestort met allerlei afval en weer afgedekt. In een aantal gevallen werden de putten opgevuld tot boven het oorspronkelijke niveau. De organische stoffen die in de put werden gedumpt, vergingen, waardoor de grond op enkele plaatsen wat verzakte. Zo ontstond het lappendeken van verhogingen en uitdiepingen, dat je vandaag nog kan zien. Tussen de overblijfselen van grachtenstelsels, oude hoeven en landhuizen, historische landwegen en dreven, 'herwinnen' de Gentbrugse Meersen langzaam hun karakter van open meersenlandschap. Planten en dieren vinden er opnieuw een thuis. 

Via de zuidkant stapten we de Meersen binnen. Meer bepaald in het geboortebos van de jaren 2008 tot 2014. Daar startte onze verkenningstocht. Deze zone is ongeveer een 20 ha groot. Het was opletten waar je daar je voeten neerzette want sinds de zomer van dit jaar (2022) grazen hier koeien. De boer zet tijdens een stuk van het graasseizoen één of meerdere klappoortjes permanent open. Ik moet zeggen dat deze beesten niet zo kieskeurig zijn kwa toiletbezoek. De wandelpaden lagen er rijkelijk versierd met hun fonoplaten. Onze maat kon het niet laten om er zijn voetafdruk in achter te laten. Nu, erg vind ik dat niet en eerlijk gezegd vind ik het trappen in een hondendrol stukken smeriger. We hebben toch vrij veel op halfverharde wegen gestapt. Met de regen van de laatste dagen was ik er niet treurig om. Meersen zijn gekend om hun drassige ondergrond. Je bottienen hangen binnen de kortste keren vol moor. Iets voor de middag, nog steeds toevend in de Meersen, begonnen we aan het aperitief. Onze maat had een fleske wijn bij, ik zorgde voor het hapje. Gezellig gezeten aan een picknicktafeltje was dit weer even genieten van de mooie dag, de omgeving en natuurlijk ook het hapje. 

Eens die Meersen uit volgden Michel en ik de Schelde-oever. De Schelde stelt hier niet veel voor. Hooguit 50 meter breed schat ik. Komende vanuit Frankrijk kronkelt ze hier rond Gentbrugge in een brede cirkel, smelt ze samen met de ringvaart rond Gent en kabbelt dan rustig verder richting Wetteren, Dendermonde, Hamme, Temse om dan over Antwerpen, ondertussen al 500m breed, verder naar de Noordzee te stromen. In Melle stopten we met het volgen van de Schelde en hoopten hier beroep te kunnen doen op de accomodatie van Melle's Rose Place, een lokale taverne om onze bokes op te kunnen eten. Helaas, ook weeral gesloten en het muurke van Melle's kerkhof moest dan maar als alternatief dienen. Dat ging ook. Na het schof werkten we de rest van de wandeling af op het gemakje. Ondertussen was er wel wat wind opgestoken, kraag omhoog dus.


Wetteren kwam in zicht. De wandeling kon afgerond worden met een tevreden indruk. Helaas is het nu al zo vroeg donker en dan moet je het niet te lang trekken op je uitstap. In het donker valt er niet veel meer te ontdekken. Afsluiten met een toast op de mooie dag is haast een must wanneer je in gezelschap stapt. De Michel had voor dit onderdeel wat opzoekwerk verricht om in Wetteren een gezellig statiekroegje te vinden. Eerlijk gezegd was het resultaat verbijsterend. Nog nooit heb ik zo een mooie kroeg gezien. Althans niet kwa gevoerde stijl. Prachtig ! 135 jaar oud was de kroeg, zo sprak de vriendelijke uitbaatster. Veel werk heeft ze samen met haar broer gehad om het gehele interieur naar de oorspronkelijke staat te herstellen. Ik wenst haar proficiat met het resultaat. Een gesculpteerde toog, sponningen getooid met wijze spreuken in de oude spelling, eiken lambrizeringen in de donkere vernis, wandschilderijen met het dorps- en boerenleven van weleer als thema, retro tafels en stoelen, een massief kolenfornuis van Nestor Martin, een tegelvloer in schaakbordpatroon .... je vindt het in Café Posthotel in Wetteren. Deze kroeg vind je recht over de statie van Wetteren. Het decorum maande aan tot intens genieten van je drankje. M'n tripel Pikaflor nam hiervoor de honneurs waar. Een prachtige afsluiter werd het, de kroon op een magnifieke wandeluitstap. De volgende toer ligt al klaar !

vrijdag 11 november 2022

De streek GR : Haspengouw (130 km) etappe 1 -x - 3 - x - 5


Etappe 5 Alken - Sint Truiden.

Gisteren donderdag heb ik samen met den Hugo en de Michel nog een stukje aan de SGR Haspengouw gebreid. Mooi weer en dan blijf je niet in je kot. Dat weer was dus al meegenomen. Om 9 uur nam ik en den Hugo de trein in St. Niklaas. Met een seniorenticket van 7€20 bol je heen en terug naar de bestemming van je keuze. Geen idee waarom  en al evenmin op welke manier een 65+'er het spitsuur kan beïnvloeden zodat hij of zij maar eerst vanaf 9u op werkdagen de trein mag nemen. Ik denk dat deze beslissing genomen werd door een NMBS-bediende die onlangs z'n op pensioenstelling werd geweigerd. Ik hoor die pechvogel al hardop denken ... die 'oprustgestelden' gaan niet op mijnen trein zitten 's morgens !

Kwestie van de financieën in evenwicht te houden werd het dus 9 uur bij de aftrap. De Michel spoorde via Mechelen en Leuven, een heel ander traject dan het onze dat ons via Lier en Hasselt naar Alken moest brengen. Door vertragingen zou het eerst maar 12u30 worden dat we in Alken zouden aankomen. In Hasselt namen ik en Hugo de lijnbus naar Alken, zo konden we de 'retard' enigszins beperken. De Michel, ondertussen al aangekomen in Alken zou al aan de trip kunnen beginnen. Hem zouden we tegemoet komen. In het Alks Matthijske, een kroeg op het SGR-traject, zou hij daar op het terras ons opwachten. Nog 2 koffiekes bestelde onze maat bij onze aankomst en iets later konden we starten. 

We stapten naar Alken centrum. Onderweg daar naartoe botsten we op de brouwerij van Cristal Alken. Gezien aan de afmetingen van deze brouwerijfabriek hoeven de Belgen in de onmiddelijke toekomst geen dorst te vrezen. Via de Mombeekvallei stesselden we naar Alken centrum. Gezien ons late vertrekuur en de traditionele koffiestop was het middaguur al voorbij. Aan het gemeentelijk informatie- en recreatiepaviljoentje plaveiden we ons neer aan de gemeentelijke picknicktafel. Vervolgens werd de dis daar uitgespreid. Een fles sekt, een fles witte wijn, pikante olijfjes en gedroogde tomaten gevolgd door het schoofzakje van thuis. Op deze manier kreeg het wandelingetje al gauw het stukje uitstraling van weleer. Het was lang geleden dat de Michel er nog eens bij was. Als de Ronny zijn bouwperikelen en bijhorende kopbrekens achter de rug zijn, zo verzekerde hij me toch, kan hij terug hier en daar eens een wandelingetje meepikken. We zien er naar uit. Smetje zal wel volgen als de gelegenheid zich nog eens voordoet. 

Een passante die werkzaam was in het recreatiecentrum sloeg beleefd ons aanbod om een glazeke mee te drinken af. Ze verontschuldigde zich dat er tijdens de diensturen niet mocht gedronken worden.  Een meer dan aanvaardbaar excuus. Den Hugo dacht nog daarom dat ze burgemeester was en een voorbeeldfunctie had. Iets later kwam haar collega ons opzoeken aan de picknick. Deze lieve dame zocht beroepshalve naar enige live informatie over onze wandeling. Ik kon aan haar vraag niet beter voldoen dan door haar naar m'n blog te verwijzen. Trouwens, nu ik er aan denk,  Alken werd al eerder doel van een mooie wandeling. Het was in 2015. Een heel bewogen geschiedenis gaat Alken vooraf, kijk maar : Alken anno 2015 . Een 2de bijdrage over een wandeling in de omgeving van het Limburgse Alken dateert uit 2017 : Alken anno 2017 . 

Na het vertrek daar zaten we al vlug volop in de fruitstreek. Onder die strakblauwe hemel adem je de natuur in. Uitgestrekte weilanden afgewisseld met vele fruitgaarden maken er het decor uit. We zitten al een heel stuk in de herfst dus al het fruit was al van de bomen geplukt. Toch lagen er ontelbare vruchten op de grond te rotten. Nog mooie appelen hingen hier en daar in de bomen. Ongetwijfeld waren ze hetzelfde lot beschoren. Ik heb er een paar dit necrotiserende lot bespaard door er vandaag nog appelspijs van te maken. Ik weet niet of ik hiermee het predikaat van misdadiger kan opgeplakt krijgen maar met m'n onlangs gelopen pelgrimstocht kom ik sowieso toch in den hemel terecht 😇😇😇. Mogelijk wegen de kosten voor de commerciële pluk niet op tegen de baten. Hoeveel minder bedeelde mensen zouden er niet blij zijn met een gratis mandje appelen voor hun kinderen ?  Nodig hen na de pluk uit in de fruitgaarden en laat ze onder toezicht het overblijvende fruit plukken in plaats van het te laten rotten op de grond. Wat een verspilling toch, het is hemeltergend !

Gezien het vergevorderde uur en de nog lange terugrit naar huis besloten we de wandeling iets in te korten. Beetje jammer want zo belandden we op de drukke Hasseltsesteenweg en misten we de doorsteek naar het Galgenbos en de landerijen rond het kasteel Nieuwenhoven met onder meer het Kraaienbos. Geen erg, dat haal ik nog wel eens in. Het zou echter te laat geworden zijn. De wandeling werd hiermee met 6 paaltjes ingekort.
Aangekomen in Sint Truiden was er nog genoeg tijd over om een bezoekje te brengen aan het stationsbuffet van de Truienaren. Een geweldig vriendelijke uitbater bracht ons de verlangde brouwsels. Ne Stella voor den Hugo, en dat in het hol van de Cristal 😁, ne Leffe voor mij en de Michel. Het bleef niet bij ééntje maar al spoedig wenkte de trein naar huis. Overvol was die tussen Leuven en Berchem Antwerpen. Volgepropt met kotstudenten uit Leuven die voor het verlengde weekend naar Hotel Mama spoorden. Rugzakken en oversized valiezen sjouwden ze met zich mee. Ze hadden voor een weekje van huis meer gewicht bij dan ik op m'n 40-daagse trip met de rugzak.
Wat wil je nu bereiken met deze vergelijking Jan ? Juist ja , dat je goed moet opletten om bij het ouder worden geen zeurpiet te worden. Dat gevaar steekt met de jaren de kop op !

Ter afsluiting even een publicatie over het ouder worden. Het betreft een recensie van 'een' redactie over een boek dat een 66-jarige man neerschreef voor het tijdschrift : "Op De Uitkijk". Dit Nederlands tijdschrift publiceerde reisverhalen in het begin van de vorige eeuw. Het plan van die man was om een reis naar de toenmalige kolonieën van Nederlands Indië te maken. Iedereen raadde hem dit gezien zijn ouderdom ten stelligste af. 

Ik was in zekere mate gebiologeerd door die schrijfsels en het leek er op alsof ik in een spiegel keek. De gelijkenissen waren treffend. Oorzaak aan deze verwondering was te zoeken bij het onlangs ophalen van m'n kleinkinderen. Aan de schoolpoort kreeg ik van de jonge mama van Stafkes schoolvriendje een compliment voor m'n onlangs volbrachte queeste. Ergens in het compliment vielen de woorden "Gezien jouw ouderdom ... " ! Lief hoor dat compliment op zich ! Maar ook voor de buitenwereld worden de jaren zichtbaar en begint de confrontatie met het vergankelijke tastbaar te worden.

Zo, onderstaande tekst geef ik even mee maar dit is geheel ter zijde. Let op het is een publicatie uit 1906, meer dan 115 jaar geleden. Er is dus geen sprake meer van auteursrechten. Ook toen was het aspect 'ouder worden' een heikel aandachtspunt onder de ouder wordende bevolking. Ik reken me daar ondertussen ook bij 😕😕😃. 

Uit "Op de Uitkijk". 

Telkens hoort men menschen van jaren spreken van »rust«. van »onwankelbare instellingen«, maar voor mij is de groote betoovering van het leven juist dat het van wieg tot graf een voortdurende crisis is. Wij hebben geen vaste woonplaats op aarde... wij zijn op reis, op ontdekking van onszelven uit. Wij zijn avonturiers en zoeken en speuren«. En dan dat wondermooie eerste hoofdstuk, dat heet: »Een Verjongingskuur«. »Ik ben op weg naar Java! Toen ik jonger was, kon ik niet zoo lang weg. En nu is het juist tijd, om het te doen, terwijl ik nog betrekkelijk jong ben. Want wie langs de zonnige zijde van zeventig door het leven gaat, is nog niet oud. Wat ben ik gewaarschuwd tegen lange reis en fel klimaat, toen men hoorde, dat ik naar Indië wilde gaan. Iemand van bijna 66 kon niet voor ’t eerst van zijn leven naar Indië trekken... dit was roekeloos en onverantwoordelijk. Maar ouderdom is geen zaak van chronologie. Het innerlijk daarop komt het alleen aan, en zoo voor man als vrouw geldt: ze zijn zoo jong, als ze zich gevoelen. In Engeland biologeert men zichzelf niet, door zich ontijdig—onwijs op een geboortebewijs afgaande—oud te noemen. Men suggereert oud worden noch aan zichzelf, noch aan zijn vrienden. Men blijft levenslustig... men blijft werken... in de open lucht wandelen... zijn kamers ventileeren... ’s winters in open rijtuig rijden... en geen land dan ook, waar zooveel frissche en krachtige menschen van omstreeks de tachtig leven als in ’t Britsche Rijk. Zeker, er komt een tijd in ’t leven, wanneer men lichamelijk eenige verzwakking ondervindt. Maar dan is het juist ook de tijd om te reageeren en niet toe te geven aan het waanwijze suggereeren van ouderdom bij voorbeeld door een steile trap. Want als men die suggestie gehoorzaamt, dan gevoelt men zachte indolentie stillekens en onhoorbaar ons naderen... men glijdt in gemakkelijke stoelen en loopt weinig. Men rijdt niet meer te paard of op een tweewieler, men geeft toe aan de vadsigheid, welke ieder mensch is aangeboren. Neen, dat is zich oud maken met voorbedachten rade! Men moet in beweging blijven, levenslust moet ons drijven naar buiten, naar zee, naar de bergen, naar den tuin... men moet bezig zijn, arbeiden, arbeiden, arbeiden, lezen, denken... men moet het een vernedering vinden ontijdig onder de oude mannen en vrouwen plaats te nemen in ’t zonnetje of bij de kachel. Oud worden is het eenige middel, dat tot nu toe ontdekt is, om lang te leven, en daarom is het de moeite waard, soms na te gaan, hoe men zich traineeren kan, om gelukkig te zijn, al wordt men oud, om levenslustig, moedig en jong te blijven.« Gij allen, lezers, ik raad u met Boissevain mee te gaan op zijn reis, om van zijn gezonde levensblijheid te leeren. Hij doet Batavia en Soerabaja, Tosari, den Bromo en het Tengger-gebergte aan; bezoekt suikerlanden en koffietuinen, ziet Midden-Java en den Borobodoer, komt in de Preanger en verblijft in Buitenzorg en den Plantentuin; doet de westkust van Sumatra aan en Padang, zoowel als de Padangsche landen na den overdreven voorgestelden opstand. En hij schrijft, schrijft altijd maar door, tot onder het stampen en rollen van het schip, als alles glijdt en het potlood dansen uitvoert op het dek; hij schrijft en ik kan er alles voor voelen, als hij dat sport noemt, echte sport, zoo te moeten denken, zijn gedachten te formuleeren en neer te schrijven, terwijl men zoo gekarnd, geschud en gebonsd wordt en men je soms een voet of wat omlaag laat plompen, terwijl het schip wegzinkt van onder je stoel. Het is de zegepraal over moeielijkheden, die dat gevoel geeft, de triomf over bezwaren, die voor ieder, wiens kracht in en door het leven niet werd gebroken, zoo groote bekoring heeft

Zo, dit was het alweer. Een mooie dag met de stapmaten. Ik keek er naar uit. En nu op naar een volgende tripje. 






Etappe 3 Waremme - Bovelingen - Heers - Waremme.

In de SGR Haspengauw zat er een stukje dat veel tijd zou vergen wanneer ik met openbaar vervoer op m'n bestemming moest geraken.  Een stop in Heers tussen Landen en St Truiden kon enkel met de lijnbus bediend worden. En dan nog zouden de dagtrippen Heers - Landen en Heers - St. Truiden meer dan 30km bedragen want onder beide steden waaierde het pad in een grote lus uit tot in Waremme. Dat is niet onoverkomelijk, maar het hoeft niet echt als het anders kan. Met een 25k lus Waremme - Mechelen Bovelingen - Heers - Waremme in te lassen werd er met deze lus een groot deel van deze SGR gecoverd. De SGR werd zo een 10-tal paaltjes langer op deze manier. Op een kilometerke meer of minder zal het niet meer aankomen. 
 
In St. Niklaas vroeg ik een ticketje naar Borgworm. Dat bezorgde de loketbediende enige kopbrekerij. Haar computer nam Borgworm als bestemming niet aan. Waremme dan weer wel. De NMBS computer moest de taalwetgeving respecteren zo bleek. Gebruiksvriendelijke software voor het personeel was dit wel. Dit stelde ik samen met de loketbediende vast. Toch meer dan 2u sporen tot m'n bestemming. Opnieuw met een grote omweg langs Gent St. Pieters. Mooi weer, beetje fris, maar 5°C en een stel uitgeruste benen en voeten. Dat het een heuvelend paadje zou worden .... ik ben ondertussen al wat meer gewoon 😇. Zo bergop en -af vraagt wel enig onderhoud. Het is jammer dat het in m'n woongebied zo plat is. Ik zal het rap ontwend zijn. Om kwart na 10 floepte m'n GPS in gang en hopla, stappen maar, met de klok mee. Ik stond daar in Waremme, Waals grondgebied ! Bonjour les compatriotes Walons ! Onmiddelijk krijg je van de bewoners een goeiedag toegeknikt. Het valt toch wel op dat onze Waalse landgenoten spraakzamer zijn op het gebied van elkaar een goeiedag toe te wensen. Het zijn bijlange geen asociale kikkers. Ik ken streken waar het er anders aan toe gaat. 

Een hele hoop dorpjes en gehuchtjes zouden de revue passeren. Vanuit Waremme ging het richting Bettincourt daarna Rukkelingen Loon, Mechelen Bovelingen, Heers met de gehuchtjes Middelheers, Opheers, Batsheers en terug in Wallonië maakte Oleye juist over de taalgrens het rijtje compleet. Om in en uit Waremme te geraken werden het een paar verharde kilometers, de rest fantastische wandelpaden door het Hornebos en Het Mergelbos waar de Herk en de Fonteinbeek te vinden waren. Een prachtige groene corridor naast Mechelen Bovelingen volgde de Herk tot aan het Mergelbos. Die Herk slingert en wurmt zich daar in tientallen bochtjes op zoek naar een uitweg tot de open velden. Rond 2 uur werd het redelijk fris buiten. We zijn het niet meer gewoon. De doortocht van het grote grondgebied dat Heers en haar gehuchtjes omringt verliep over weidse vlakten en mooie holle weggetjes. Het was daar dat er een stevige bries opstak. Het is een prachtig en verscheiden wandelgebied maar in de gehuchtjes, daar valt er geen leven te bespeuren. Doods ! De 1ste WO moet daar nog niet gedaan zijn moeten ze daar nog denken volgens mij. Het zou me niet verwonderd hebben dat ik daar nog een Ulaan of een Feldwebel tegen het lijf zou gelopen hebben. Compleet met pinhelm, borstplaat en met de bajonet op z'n mauser. M'n fantazie slaat weer op hol. In Spanje op m'n laatste camino had ik daar toch iets minder last van ! 

Wie ik daar wel tegenkwam was de Zwarte Graaf. Een knap picknickplaatsje werd er daar onder zijn waakzaam oog geplaatst. 

In de streek van Bovelingen zijn verscheidene legenden over de vervloekte graaf en verzonken kastelen mondgemeen. De graaf van Bovelingen kocht tijdens de Franse Revolutie voor een appel en een ei, een grote uitgestrektheid van zwarte goederen. Daarom was hij vervloekt. Hij stierf enkele dagen na de koop, maar zijn ziel kon geen rust vinden. Zodra de herfst in het land kwam, met zijn woeste winden en donkere avonden, keerde de graaf terug. Een snelle rukwind stormde door het kasteel, zodat de deuren en vensters openvlogen, de jachthonden begonnen te huilen en de zware ketting van de ijzeren ingangspoort stuk brak. De Zwarte graaf, gezeten in een koets met zes paarden bespannen, reed het kasteel binnen, joeg door het park en verdween dan in het nabijgelegen bos. En dat was alle dagen hetzelfde, zolang de herfst- en winteravonden duurden. Al de jachtwachters, vechtersbazen, haantjes-vooruit trokken erop af, maar zodra ze het hellespan zagen, gingen ze vliegensvlug aan de haal. Pastoors en paters werden erop afgestuurd, doch geen enkele slaagde erin, daar geen van hen onschuldig genoeg was om macht te kunnen uitoefenen op de Zwarte graaf. 
In die dagen leefde er een stil en heilig pastoorke in Batsheers, dat alom bekend was als een grote bekeerder. Op een kerstavond ging hij naar het kasteel in koorhemd, met koster en gevolg en het kruis voorop. Plotseling kwam de Zwarte graaf met zijn zwart gespan. Een fosforvlam schoot hem uit de neus, mond, oren en ogen. Het pastoorke deed de graaf stilhouden en verzocht hem dit aardrijk te verlaten. Maar de graaf wedervoer, dat niemand hem kon verjagen, die zelf ooit enig kwaad gedaan had. Hierop antwoordde het pastoorke : "Ik heb nooit vrijwillig een zonde bedreven" . "Jawel", bitste de graaf terug " ik heb gezien dat gij in de tuin van de buurman een rode kabuiskool afgesneden hebt". "Dat is waar", zei het pastoorke, " maar ik heb er een half frankske in de plaats gelegd". Daarop sprak hij de bezwering uit en de graaf verdween, met paarden en koets in de nabijgelegen diepe put, om nooit meer weer te keren naar Heers. 

Het werd een prachtige wandeling en van heuvelachtig gedoe was er helemaal geen sprake. Zachte glooiingskes, dat wel. Een halfuurke wachten op de trein huiswaarts resulteerde in een cafébezoekje aan de statie van Waremme. Ik kreeg er een Victoria voorgeschoteld. Niet slecht, helemaal niet. Er wordt daar in de Walen veel reclame voor gemaakt. De cafébaas bleef eraf zo zei hij. Na 1 pint was hij er al van in de wind. Voor een stuk of 10 Jupilers draaide hij zijn hand niet om. Na een dikke 2 uur sporen over Landen, Brussel, Gent kwam ik aan in St. Niklaas. De dag werd goed gevuld.




Etappe 1 Bilzen - Tongeren

Op een 20k wandelingetje na met de Ronny en de Luc, de andere opa van onze Staf, vallen er op wandelniveau geen noemenswaardige exploten te melden. Dit wandelingetje kwam er op voorstel van Luc. Die had graag eens een toerke meegegestapt. Mijn keuze hiervoor viel op het krekengebied rond Kruibeke en Bazel en dit gecombineerd met een overzet naar Hemiksem. In Bazel namen we het veer en van daaruit teenden we naar Park Sorghvliedt in Hoboken om daar terug het veer te nemen naar Kruibeke en via de kreken terug te stappen naar het veer in Bazel.  Alhoewel deze wandelintentie als last-minute kon gecategoriseerd worden en deze zo dicht bij de Ronny zijn heimat haar vervolg zou kennen bracht ik onze stapmaat hiervan op de hoogte. Fijn dat hij nog eens meestapte. De Catsjoe daarentegen is niet meer opgewassen tegen fikse wandelingen. Vroeger, toen de Ronny zijn spullen bijeenscharrelde voor het maken van zijn rugzak was dit het sein voor de Catsjoe om zich medekandidaat te stellen voor een wandeling. Alhoewel het beest niet kon klappen maakte hij zijn voornemen duidelijk kenbaar aan de Ronny. Nu, zo zegt de Ronny, komt zij zich nog even op de hoogte stellen en druipt dan gelaten af. Het is zielig om aan te horen. Maar het werd een fijne wandeling en met de Ronny als commentator ontbrak het niet aan conversatiemateriaal. De Luc zal van deze wandeling zeker onthouden dat het niet opportuun is om met werkschoenen van de dok, stalen tippen en zolen, een 20k wandelingetje te ondernemen. Gelukkig had hij een paar sportschoenen bij zodat hij halverwege de trip zijn werkschoenen kon opbergen. Ook de Luc was tevreden over de uitstap. Stijve spieren 's anderendaags zo bleek maar dat viel te verwachten.

Buiten dit last-minute toerke heb ik links en rechts nog wat quality-time bijeengesprokkeld met onze Staf. Een uitstapje naar de zee, naar het fort ondermeer en wat kleine fietstochtjes hier in de geburen. Van deze laatste moet ik getuigen dat ons wegennet een ramp is kwa fietsinfrastructuur. Fietspaden van hooguit 80cm breed, verhoogd naast een rijweg zijn geen uitzondering. Een witte verflijn, vaak verschenen en uitgesleten, moet doorgaan als veilige afscheiding tussen fiets en automobiel. Daarenboven zijn onder de Belgen een niet te onderschatten aantal automobilisten met het brein ter grootte van dit van een mestkever. Hun reputatie is gekend, daar valt niet over op te scheppen. Zelfs op smalle dorpswegeltjes stel je vast dat deze bewering klopt. Bij het voorbijrijden van een manneke op een veloke dat amper 6 is, blijkt dat vertragen en voldoende afstand houden voor hen puur tijdverlies is. Een aanslag op hun o zo kostbare tijd en vrijheid van handelen. Dit ter zijde. Verder heb we ons nog goed geamuseerd met samen een weekje te gaan kamperen in de Kempen. Ik kwam soms wel wat handen te kort om het verblijf volgens de adviezen van een stichtende opvoeding te laten verlopen maar soit. Het manneke heeft zich goed geamuseerd. Dat is het voornaamste. 

Dat het vrij stil was op de blog had een reden. In de laatste etappe op de Dijleroute kreeg ik pijn in m'n knie waarbij ik er soms doorzakte. De pijn was niet erg, hooguit 10 op een schaal van 100, maar toch verontrustend wanneer je een tocht van bijna 1000km in het vooruitzicht stelt. De dokter kon echter niets vaststellen van een kwetsuur of zo. Ikzelf hield het bij jicht, de laatste tijd werd er nogal veel wijn gedronken dus vandaar. Ik besloot de wandelingen even on hold te plaatsen, de kurk op de fles te laten en af te wachten. Ik denk van daar goed aan gedaan te hebben. Momenteel zijn deze klachten verdwenen. 

En dan gisteren heb ik samen met den Hugo de SGR-taart Haspengouw aangesneden. Een 25k lijnwandelingetje tussen Bilzen en Tongeren was een eerste hap uit die taart. Om 7 uur zouden we samen de trein nemen in St. Niklaas. Daarvoor zou ik den Hugo met de auto oppikken bij hem thuis. Helaas, bij aankomst daar bleek dat ik m'n rugzak thuis was vergeten in te laden. Het werd dus 8 uur en na een kleine 2u sporen stapten we af in Bilzen. 

Daar wees het kwik 27°C aan en het zou in de loop van de dag nog opklimmen tot 33°C. De neuzen stonden in de richting van de waterburcht van Alden Biesen.Hiervoor moesten we eerst een heel stuk door het Haffmanspark stappen. Het is me niet duidelijk of het hieraan grenzende park nog deel uitmaakt van het eerder vernoemde park of dat dit het stadspark van Bilzen is. In alle geval is het een heel mooie omgeving met prachtige vijvers en wandelpaden. De Demer stroomt door het park. Halverwege het park moesten we die aan een bruggetje oversteken. We volgden de Demer tot aan de grens met Reek en van daaruit naar Alden Biesen. Nu we er toch waren besloten we om er even een gelegenheidsbezoekje te brengen.  Franse Tuinen, Kasteel, Landerijen ... wat een indrukwekkend bouwsel zeg ! Alden Biesen is de vroegere landcommanderij van de Duitse Orde in Rijkhoven, Bilzen en tot 1795 de hoofdzetel van de balije Biesen. Haar ontstaan gaat terug tot in de vroege 13de eeuw. Alden Biesen is nu uitgebouwd tot een cultuurcentrum van de Vlaamse Overheid. De architecturale uitwerking van het geheel geeft blijk van een verrassende dualiteit tussen enerzijds een middeleeuwse besloten waterburcht met krijgskundige betekenis en anderzijds geeft het geheel vorm aan een weids openliggend classicistisch opgevat kasteel. Het geheel herbergt een rijk verleden. Eeuwen geschiedenis zitten erin verweven.  Als er iemand meer wil weten over Alden Biesen, hier is de link  Landcommanderij alden Biesen.  Zo dit was een mooi intermezzo dat we afsloten in het  Apostelhuis met een verfrissend drankje want ondertussen was het al stevig bakken onder die zon.

Bilzen, Reek en Rijkhoven waren gepasseerd , nu kwam Weert in zicht. Weert is een gehucht van Grote - Spouwen. We stonden daar op de dorpel van het natuurgebied Molenbeemden bestaande uit drie deelgebieden : De beemden zelf en twee steile hellingen. De beemden strekken zich uit langs de oevers en de flanken van de Molenbeek, waarnaar het gebied is vernoemd. Beide hellingen liggen in de nabije omgeving van de Molenbeemden en het zijn resten van het voormalige landschap, met een grote variatie aan kleine landschapselementen, zoals hagen, holle wegen, hellingbosjes, poelen en hoogstamboomgaarden. Uit oude kaarten blijkt dat de Molenbeemden de voorbije 250 jaar in hoofdzaak bestond uit natte hooilanden, met veel bomenrijen, hagen en een klein bosje. Tot aan de Tweede Wereldoorlog waren die beemden van groot belang voor de bevolking van Membruggen en Weert. Bijna elk gezin pachtte er een stukje van de 'gemeenschappelijke' gronden voor begrazing of gebruikte de grond als hooiland.

Membruggen .... In dit typische Haspengouws dorp, op de grens van Droog- en Vochtig-Haspengouw, kan je genieten van het glooiende landschap en mooie verborgen hoekjes. Het was er inderdaad zo mooi dat we er een picknickplaatsje hebben opgezocht. Niettegenstaande m'n voornemens om de kurk op de wijnfles te laten vond ik het onbeleefd om een toost met den Hugo te weigeren. Hij had in een fris flesje rosé voorzien. Met een draaistop, dus geen kurk ... ik heb een excuus ! We stapten voort ! Eens Membruggen door kwam Genoelselderen er al aan. Daar staat het wijnkasteel Genoels-Elderen. Naast de wijnranken daar in de geburen kun je niet kijken. Fris in het groen bloeien ze op de naar het zuiden gerichte hellingen. In 1990 heeft de familie van Rennes de eeuwenoude wijncultuur weer doen herleven. Sindsdien is de wijndruif in dit mooie landschap rondom het kasteel van Genoels-Elderen weer helemaal terug. Dit wijnkasteel Genoels-Elderen is met 22 hectaren wijngaarden het grootste wijndomein in het land en verwelkomt jaarlijks 15000 bezoekers. Deskundige gidsen leiden U door het park, de wijngaarden, de rozentuin, de stokerij, het pershuis en 13de eeuwse wijnkelders. Het zou het enige wijnkasteel in België zijn. Den Hugo kon zich herinneren er ooit geweest te zijn. Dat hebben we dan ook weeral gezien ! We laveerden vervolgens door enkele mooie bosgebieden. De schaduw van de bomen deed deugd onder die loden zon. Op weg naar Ketsingen en Berg moesten we de E313 kruisen. 

Ondertussen was het zo warm geworden dat we onder haar brug een korte pauze inlasten. Naar gewoonte vergeet ik altijd wel iets mee te nemen, is het geen bril dan is het een zakmes of drinkbekers. Dit keer was het een petje en dat miste ik wel degelijk. Van een keukenhanddoek fabriceerde ik een hoofddeksel. In noodsituaties wordt een mens vindingrijk. Ik kon weer voort ! Met de Jeker over te steken zaten we in Tongeren. Nog even de oude stadsomwalling voorbijlopen en we konden ons verheugen op een frisse heilsdronk in compagnie van den Ambiorix. Ik 2 tripeltjes en den Hugo deed de streek alle eer aan door 3 pilskes Cristal Alken soldaat te maken. Dit valt volgens mij te verrechtvaardigen na een stevige wandeling onder zulk een loodzware zon. Het zat er bijna op voor deze dag. Rond 6u hadden we afspraak met de trein. Een defecte locomotief tussen Diest en Tongeren strooide nog wat roet in het eten. Het werd al donker toen we thuis kwamen. Een mooie dag, een mooie wandeling, ik kan weeral uitkijken naar een volgende.

.
Proloog

Opnieuw heb ik een keuze gemaakt. De volgende Streek GR die ik ga verkennen is deze van Haspengouw in het groene Limburg. De korte inhoud van dit pad nam ik over uit RouteYou. De SGR Haspengouw werd in 2016 op de Fiets en Wandelbeurs bekroond tot Wandelroute van het jaar! Haspengouw is vooral als fruitstreek bekend. In de lente zijn het de bloesems die je bekoren, aan het einde van de zomer en in de herfst hangt het sappige fruit aan de bomen. Maar er is veel meer, ieder seizoen opnieuw. Je wandelt door waardevolle beekvalleien, langs kastelen en monumentale hoeves, door boerendorpjes en langs tal van verborgen groene pareltjes. Op de plateaus kan je genieten van een wijds landschap, waarbij de uitzichten soms tot Luik reiken. Landschap, natuur en cultuur gaan hier samen en kneedden een schitterend landschap. De hoofdroute is 130 km lang. Daarnaast heb je nog 52 km aan doorsteken waardoor je ook kortere lussen kan maken. Maar liefst 81 km van de wandeltrajecten is onverhard, 129 km is autoluw ! Mijn bottinnen staan klaar. Nieuw trouwens die ik bij deze wil inlopen voor mijn volgende camino.