zaterdag 28 september 2024

Brusselse Rand / Liedekerke - Groot Bijgaarden

 

De rand rond Brussel is, met uitzondering van de regio rond het Zoniënwoud, nog vrij onverkend gebied voor mezelf en de stapmaten. Deze keer had ik voor een lijnwandelingetje gekozen tussen Liedekerke en Groot Bijgaarden in de westrand van Brussel. Enkel den Hugo stond aan bed bij het appel en rond halfelf stapten we gezwind van de trein in Liedekerke. Het was een rustig treinritje geweest. Het uitzicht op een massa grijze wolken deed ons vermoeden dat we het niet droog zouden houden vandaag. Een iets te voorbarige prognose want op enkele malse buitjes na bleef het omzeggens droog. Den Hugo had slecht nieuws bij. Zijn dag begon in vertwijfeling want zijn poes, een lapjeskat, was daags voordien niet meer teruggekeerd na haar dagelijks avondwandelingetje. Deze morgen vond hij dat beestje op een stoel in zijn tuin. Helemaal verkluimd, natgeregend en lamme achterpootjes. Volgens den Hugo werd het tijdens haar uitstapje waarschijnlijk geraakt door een graafmachine of iets dergelijks op de Colruytwerf achteraan zijn woning. Het beestje moest men ocharme laten inslapen. Waarschijnlijk de rug gebroken ... Erg maar ja, poezemin heeft een mooi leven gehad ten huize Hugo en Agnes. Laat dat als troost tellen.

Maar oke, we gingen wandelen. En de start begon al veelzeggend met een 700 meter lang knuppelpad door het natuurgebied 'De Valier'. Spekglad waren die planken en voetje voor voetje werd het schuifelen net alsof we op ijs liepen. Dit kluppelpad dat door De Valier liep kreeg de naam Kadospad. Het was de bijnaam van de familie Lievens die deze oude losweg vroeger gebruikte om hun percelen in het natuurgebied de Valier te bereiken. Het pad zelf begint langs een soortenrijk dottergrasland waar je in de zomer allerlei insecten zoals de zeldzame sleedoornpage en de muskusboktor kan tegenkomen. Daarna wordt het een knuppelpad en wordt het stappen door een ruiger landschap met onder meer moerasspirea en grote valeriaan. We hebben het er heelhuids afgebracht daar in die Valier. Ik vreesde voor een heuse schuifpartij. Na het knuppelpad kwamen we terecht op een andere oude losweg die vroeger het station van Liedekerke verbond met de 'kapellekes' van den 'beeweg' van Ter Muilem. Dankzij de aanleg van het knuppelpad in de Valier is het gebied nu ook toegankelijk bij overstromingen.

Nog iets verder moesten we de tunnels nemen onder het sporenkruispunt van de lijnen die uit Brussel Zuid en Noord komen en naar Gent, Aalst en Zottegem leiden. Vervolgens was het de beurt aan het moerasgebied waar de Overnellebeek, de Bellebeek en de Bosbeek vloeien. Een waarschuwing voor moerassig gebied aan het begin van het pad stemde nog niet direct tot nadenken. Dat er voorbij plassen moest geploeterd worden en dat er slijk aan de bottienen zou hangen viel te verwachten maar dit was iets te positief ingeschat. We stapten voort. Met wat volgde viel de situatie nog het best te vergelijken met de tochten van de ontdekkingsreizigers in de jaren 1800'èn. Met dat verschil dat die knakkers door inboorlingen werden vervoerd in een draagstoel en er met machetes een weg werd gebaand door de brousse. Drassige grond en regelmatig verdween het pad overwoekerd door de ruige vegetatie. Moerasplanten, doornen en kleefzaad, brandnetels en biezen groeiden er in overvloed. Regelmatig moest een omweg geïmproviseerd worden om verderop te geraken. Maar er is een spreekwoord dat zegt : "Waar er een wil is ... wijst den Hugo de weg !". Pinnekesdraad ... voet er op en er onderdoor. Het werd ploeteren en plotseling was er geen doorkomen meer aan. Overwoekerde hekken met ineengestrengelde moerasplanten dwongen ons om zoniet rechtsomkeer te maken, dan wel over een beekje te wippen en langs de betonnen afsluiting van de E40 verder te ploeteren. Dat laatste bleek een haalbare optie. Een wip over die beek deed me aan de overzijde struikelen en alzo belandde ik met m'n pollen in de brandnetels. Tja, die vele prikkende brandharen in je lijf stemmen je een uurtje tot nadenken. Maar ik denk dat er tussen die netels ook een beest zat dat me gestoken heeft. Ik hou er een dikke boebel aan m'n pols aan over. Dat zal wel weggaan. Via het greppeltje naast de betonnen boordafbakening van de E40 konden we aansluiten op een pad dat naar de Bellebeek voerde. Die Bellebeek volgden we tot aan de Steenvoordbeek voor het schof. Ik was blij dat ik even kon uitblazen na dat ploeterwerk. 

Na de bokes stond het kompas richting St. Katherina Lombeek en verder door naar Ternat. Na de honger kwam er dorst opzetten. In café 'de Windsor' op het marktplein van Ternat konden we een Palmke verschalken. Het was er juist markt geweest en een klant kwam er met veel lawaai vloekend binnen zich druk makende over de flikken die op het marktplein kwistig boetes uitschreven. Het parkeerverbod gold nog steeds, ook als de marktkramers reeds opgekrast waren. Zijn betoog kreeg tegenwind van een stamgast die recht stond van zijn barkruk. Wanneer die lawaaimaker aanvoerde dat er binnenkort een andere nieuwverkozen burgemeester deze woekerpraktijken wel aan banden zou leggen gaf de andere partij hem luidkeels repliek. 'No way - no way - no way - geen andere burgemeester - no way !!! ' keelde hij met verve de kroeg rond.  Ik dacht dat er op de vuist zou gegaan worden maar het bleken enkel wat hoogdravende woorden te zijn van beide kanten. Uitbundig ? Jawel maar niettemin innig met elkaar verbonden kroegmaten. Zo bleek wanneer de decibels wegdeemsterden. 

Een kerk in Ternat, de Sint Gertrudiskerk, daar kon den Hugo niet aan voorbijlopen voor het traditionele bougieke. We staken er ééntje aan en kochten allebei een noveenkaars. 3€ maar ! Ik ga er iemand in het rusthuis waar m'n dochter werkt een plezier mee doen. Na dit devoot tussendoortje volgden we verder de spoorweg , staken die over om in de geboorteboomgaard Groot Reuken aan te belanden. Verschillende rassen appelbomen, een massa, werden er hier aangeplant. Sommigen droegen nog vruchten. Op elke boom was er een bordje aangebracht met de namen op van de kinderen die er per maand en geboortejaar werden geboren. Dat vond ik wel origineel. Het was trouwens een erg verzorgd geboortebos. 
Op het grondgebied van Dilbeek aangekomen volgden we de Steenvoordebeek tot tegen Ternat aan. En daarmee zag de wandeling tegen haar laatste paaltjes aan. Na een zoveelste keer de modder en het slijk van onze bottienen al schoorvoetend aan het gras geschraapt te hebben en daarna in de plassen gespoeld te hebben om ze wat proper te krijgen was het wel geweest. Voor het paadje naar de St. Wivinakapel in het gehucht Tenbos werd er bijgevolg bedankt. Het zag er te smerig uit om er opnieuw met de bottienen door te baggeren. Aangezien er ondertussen toch al 20 paaltjes werden gescoord besloten we om ons wandelingetje een beetje in te korten. Het parkbos in Ternat, rechts van ons, lieten we links liggen en volgden de Dansaertlaan die ons rechtstreeks naar de statie van Groot Bijgaarden kon leiden. We hadden nog tijd om even Café Terminus binnen te wippen alvorens de trein naar huis te nemen.

Café Terminus ! Een loepzuivere karakterkroeg met een beeld van een cafébazin centraal en rondom haar aan toog en tafeltjes de vaste stamgasten. Binnengedrongen in hun leefwereld door je komst keken die je verwonderd aan bij het binnenstappen van hun terrein. Een publiek is het waarvan de levensloop op hun uiterlijk af te lezen valt. Niks mis mee. Het boeit mij om zulke authentieke mensen tegen te komen alhoewel ik me er in het geheel niet mee kan vereenzelvigen. Ze zijn wie ze zijn, geen streken of chichi. Aan modieuze kledij hebben deze lui geen boodschap en aan een mening over hen nog minder. De sporen van smoren en drinken, staan afgetekend op hun gezicht. Een flesje Jupiler als trouwste compagnon voor hun neus op de toog. Glazen zullen er niet meer uitgeschonken worden vanwege te dikwijls gesneuveld. De hechte band tussen mensen die op de laagste sport van de maatschappelijke ladder staan is aandoenlijk. Binnenkomen en weggaan, mekaar begroeten wordt met een kus bezegeld. Met de meest eenvoudige waarden waartoe het leven hen dwingt worden er diepe vriendschappen gesmeed. Ontroerende pracht ontsproten uit miserie en tegenslagen. 
M'n etiket stak aan de kraag uit m'n truitje. Een oude verfomfaaide kerel, misschien is hij wel jonger dan ik, deed breed gesticulerend teken naar de Hugo dat ik m'n trui niet betaald had want de etiket in de kraag  zat er nog aan. Den Hugo moest even nadenken maar snapte uiteindelijk de opmerking. Een plezante noot die ik apprecieerde waarna ik m'n Omerke met smaak soldaat maakte. Bij het buitengaan stond deze brave ziel buiten een sigaretje te smoren. "Moeder roept' zei ik tegen hem, daarmee m'n vrouw bedoelende en ook dat ik doorging. "Ah, ge gaa voesj - zedde getraat ?" . "Ja" antwoordde ik "al bijna 50 jaar en dan nog met een madam hier uit de geburen. Uit Laeken nog wel!". Dat stemde hem even tot nadenken en hij keek ineens heel somber - "Mijn vrouw is al 8 jaar dood" en met nen diepen trok aan zijn sigaret zoog hij de smoor diep z'n longen in met een uitdrukking op z'n gezicht alsof berusting het enige was dat hem nog restte. 'Tot ziens beste!" De wandeling zat er op. De trein bracht ons naar Jette. Op een directe trein naar St. Niklaas moest er een dik halfuur gewacht worden. Dat kon even goed op het statieplein in café 'De Welkom'. Een kroeg van hetzelfde allooi trouwens als de Terminus in Groot Bijgaarden. Nog vlug een laatste versnapering en de dag kon in stijl afgerond worden. Mooi gevuld weeral !

vrijdag 20 september 2024

Streek GR Kust - Etappe 1 / De Panne - Oostduinkerke

Na een poosje besluiteloos een rist wandelingetjes in spé afgelopen te hebben viel het me ineens te binnen dat een spiksplinternieuwe Streek GR er nog onaangeroerd bij lag. Deze van de kust ! Die toont aan dat de kust echt veel meer is dan dijk en strand. Tussen De Panne en Het Zwin leidt deze GR je langs de mooiste paden door duinen, duinbossen, natuurreservaten, parken, de bekendste badplaatsen, bijzondere kunstwerken en natuurlijk ook langs het strand en de zee. De route loopt zoveel mogelijk over onverharde paden en vermijdt drukke wegen. Een tiental vrijwilligers zorgde er in 2023 voor dat de hele route in beide richtingen perfect gemarkeerd werd met geel-rode streepjes. Wel om nu al een kleine beschouwing te maken over het eerste stukje De Panne - Oostduinkerke zou ik het volgende zeggen : De vrijwilliger die dit stuk ineenstak krijgt van mij een 10 op 10, mag een bank vooruit en krijgt daarenboven nog een kuske van de juffrouw ! Sjiek - ongelooflijk mooi .... maar ... zwaar ... echt zwaar ! 

De treinreis verliep vlekkeloos. Nu op een klein akkevietje na toch. Tussen Diksmuide en Veurne werden de kaartjes, of liever de vervoersbewijzen, gecontroleerd.  2 treinbegeleiders waren het die deze taak waarnamen. Ik stelde hen de vraag of ik met een seniorenbiljet naar de kust de terugrit in éénder welk kuststation mocht aanvangen. De éne lachte dit smalend weg met een air van 'Waar haal jij dat uit ?' Tegelijkertijd zei de andere : 'Tuurlijk, er zijn 10 kuststations van waaruit je naar keuze moogt terugkeren met een seniorticket. Aansluitend bekeek hij verbluft naar zijn collega en vulde aan met de woorden : "Allez jong ! Dat was verdorie een vraag op het examen ! Zoek het maar eens op ! ". Het leverde z'n collega een beteuterd gezicht op met het schaamrood op de wangen. Die maakte zich vervolgens vlug uit de voeten. Ne mens kan zich al eens vergissen hé ? Maar goed, ondertussen zijn de regeltjes en verplichtingen en uitzonderingen bij de NMBS zo compleks geworden dat je er als reiziger het noorden bij kwijt geraakt. Het is niet de eerste keer dat ik of de stapmaten ondervinden dat sommige treinbegeleiders de geldende reglementen op een eigen manier interpreteren. 

Om 9 uur stond ik aan het perron in de Panne. De attracties van Plopsaland waren nauwelijks zichtbaar want omfloerst door mist en nevel. Maar het zou erg mooi weer worden. Op stap nu ! Even diende nog het spoor gevolgd te worden op asfalt tot aan de rangeerterminus van De Panne. Ik hoopte op een vlugge verbetering van het wandelpad. Op een verharde ondergrond heb je nauwelijks demping. Hierdoor komt er meer belasting op je spieren en gewrichten te staan, wat uiteindelijk tot blessures als knieklachten of hielspoor kan leiden. Ik denk dat dit laatste onze Ronny is overkomen. Wandelen met zijn hondeke zou hiervan weleens de oorzaak kunnen zijn 😊😊😊. Verder kan met name asfalt bij extreme hitte in de zomer extra heet worden. Wanneer je een korte broek draagt kan dit leiden tot warmte-uitslag aan je onbedekte kuiten. Asfaltbrand noemt men dat. 

Na 1 kilometertje stappen werd in het natuurreservaat 'De Westhoek'  m'n hoop op betere wandelpaden bewaarheid. Het Vlaamse natuurreservaat 'De Westhoek' strekt zich uit over bijna 350 hectare en is het oudste van België. In 1935 werd De Westhoek als landschap beschermd. Had men dit met nog meer delen van onze kust gedaan, er zouden minder aartslelijke apartementsgebouwen onze kust ontsieren. Al in 1957 ontving het gebied als allereerste Vlaamse natuurgebied het statuut van staatsnatuurreservaat. Samen met het aangrenzende Calmeynbos en de Krakeelduinen, de Oosthoekduinen en de Franse duinen van Le Perroquet vormt De Westhoek het grootste aaneengesloten duinmassief van onze kust. Een stukje liep ik over het grenspad met aan de linkerkant het Franse grondgebied. Ik klauterde aan dat pad een uitkijkpost op en overschouwde het landschap. Gewoon prachtig en er was geen mens te bekennen uren in het rond. Ruige natuur met als ingrediënten kolossale duinen en kilometers aan duinzandpaden die ik zou volgen. De Krakeelduinen, het Calmeynbos en vervolgens de Oosthoekduinen werden dus aangelopen inclusief tussendoor een strandwandelingetje van een goede 2 kilometer over het brede strand van De Panne. Met een wind komende uit het Noordoosten lag die op kop en lopende in korte mouwen voelde die genietbaar verfrissend aan. Even flink laten uitwaaien die kop ! Mooi, de zee en het strand , dat is altijd 'iet' speciaal, het is genieten in 't kwadraat. 

We reizen om te leren ! Verschillende infobordjes opgesteld aan die duinpaden laten je kennis maken met deze wondermooie natuur. Zeereepduinen, loopduinen, paraboolduinen, grijze en blonde duinen, het kan niet op. Min of meer evenwijdig met de kustlijn kun je verschillende 'gordels of duinzones' onderscheiden: het strand, de voorduinen, de noordelijke pannengordel, het centrale stuifduin, de zuidelijke pannengordel en de binnenduinen. Die pannes hebben zich inmiddels ontwikkeld tot een lappendeken van droge en vochtige duingraslanden en kalkmoerasjes met een unieke vegetatie. Het grote centraal loopduin, ook wel bekend als de Sahara, is een reusachtige zandmassa die zich onder invloed van wind van noordwest naar zuidoost heeft verplaatst. Momenteel vormt dat stuifduin, onder andere door veranderende klimaatfactoren en de afname van konijnen, zich om tot een half begroeid duin. Je kijkt je de ogen uit op al dat natuurschoon. Maar ojee,  wat is dat vermoeiend om voorwaarts te komen daar in dat mulle zand ! Je valt bijna stil en zeker als het bergop gaat. En het was bijlange nog niet gedaan ! Het aangrenzende Kerkepannebos lag al op de loer en sloot even het rijtje duinwandelingen af. In het bos oogden de wandelpaden iets robuuster. Het Kerkepannebos zelf is één van de oudste bosjes aan de kust. 

Op Koksijde's grondgebied aangekomen wisselde De Panne haar duinen in voor de 'Noordduinen van Koksijde.' Opnieuw gebagger door het mulle zand. In deze duinen wisselen duingraslanden, duinvalleien, duinstruwelen, bosjes en oude vissershuisjes elkaar af. Deze Noordduinen zijn ingesloten door huizen, campings en een militaire basis. Met haar rijke planten- en dierenwereld zijn De Noordduinen een biologisch waardevol duingebied met een grote verscheidenheid aan vegetatietypes. Vervolgens en nog steeds lopende op het grondgebied van Koksijde werd de Doornpanne aangesneden. Dit is een heide - duingebied met als blikvanger de 'Hoge Blekker'. Met zijn 33 meter is hij de hoogste stuifduin van heel de kuststrook. Bovenaan de duin is er een panoramisch zithoekje geplaatst. Het leverde een prachtig uitzicht op de weidse omgeving. Die Hoge Blekker was een vast baken voor de zeelui die van ver al zijn witte kruin zagen blinken. Blekken - blekker is het plaatselijke dialect voor blinken. Deze stevige stuifduin heeft al heel wat afstand heeft afgelegd in de loop der tijden. Samen met de Doornpanne en de Schipgatduinen vormt deze Blekker een aaneengesloten duinmassief van 240 hectare.

Het venijn zat naar gewoonte, nu ook in de staart. Ik wandelde tegen de 20 paaltjes aan en besloot dat de wandeling stilletjesaan mocht afgesloten worden. De vermoeidheid van dat gebagger begon zich op te stapelen en ik zat al bijna in Oostduinkerke. Tijd om af te sluiten maar dat was buiten de 'Witte Burg' gerekend. In een niet al te ver verleden sloot er op het duinmassief van de Doornpanne nog een duingebied aan genaamd de 'Witte Burg', Dit duingebied, amper 15 ha groot is een uitloper van die Doornpanne. De eenentwintig meter hoge Witte Burg is een steile kale stuifduin die zich in al haar pracht laat bewonderen en boven de omgeving uit torent. Oorspronkelijk droeg dit natuurgebied een naam die meer tot de verbeelding sprak. 'Witte Burg' heette toen 'Witte Buik'. Het is een plastische verwijzing naar de omvang van het blanke zandmassief. Omdat Witte Buik niet sjiek genoeg klonk veranderde men de naam in Witte Burg. Héwel, die Witte Burg kreeg van mij de gele trui. Nauwelijks kwam je er op die paadjes vooruit. Tot aan de enkels zakte je weg in het mulle zand. De snelheid maakte een flinke duik, stappen werd strompelen. Dat moet je gewoon zijn. Sportwetenschappers weten er alles van. Lopen door mul zand is zwaar. Je hartslag is gemiddeld hoger en je hebt meer zuurstof nodig dan wanneer je in hetzelfde tempo op een harde ondergrond loopt.  Een zandbodem is nog zachter en losser dan een bospad, waardoor je tot aan je enkels kan wegzakken. Dit vermindert de impact van het wandelen op je knieën en heupen nog meer, maar dat betekent ook dat wandelen op deze ondergrond je meer inspanning kost. Je moet immers steeds naar stabiliteit zoeken, en het kost je ook meer spierkracht om je af te zetten. Daarom is het aan te raden om op deze ondergrond kleinere stappen te zetten. Tot dat laatste werd ik dan ook gedwongen.

In de laatste 500 meter daar in die Witte Burg liep er een jonge dame voor me uit. Toen ze halt hield aan een bijennest zou ik haar passeren. Ik vroeg haar of ze geen problemen had met vooruit te komen .... Tja, makkelijk is anders ... afijn het kwam tot een conversatie in de taal van Shakespeare weliswaar en samen wandelden we het gebied van de Witte Burg uit. Ik zou afscheid genomen hebben moest er bij het verlaten van de Witte Burg geen café luisterend naar de naam 'De Mikke' geweest zijn. 'Can I offer you a drink ?', vroeg ik want ik ken nog altijd mijn manieren. "Why not" was haar antwoord en even later zaten we samen aan het terras van de Mikke. Sophie was een Duitse maar aangezien we in het Engels waren gestart verliep de conversatie verder in deze taal. Dat vind ik nu persoonlijk toffe ontmoetingen zie ! Ze was een lange afstandswandelaarster en zou de volledige kust rond Europa willen aflopen. Ik denk dat je, enkel nog maar de camino del norte in gedachten, dit niet moet onderschatten. Gezellige babbel met een Omerke erbij, Sophie een koffietje. En voilà zie mijn goede daad zat er op voor vandaag. Vanuit Oostduinkerke Bad zou ik de kusttram naar Oostende nemen, daar nog een gezellig kroegje opzoeken maar helaas het werd wat laat. Dat zal dus voor een volgende keer zijn.  In de trein naar huis kreeg ik  na het gezelschap van een Gentenaar die de kwaliteiten van de Israelische Mossad voor mij bestoefte nog het bonte gezelschap van de vrouwenbond van Sint Pauwels. Oh wat hadden de dames leut. Ik werd willens nillens zodanig mee in hun pret betrokken dat mijn oren begonnen te teuten. Chippendales-ervaringen, liedjes van Mud en the Rubettes moest ik aanhoren, anekdotes uit hun bakvisperioden, de teerbeminde echtgenoten, het kwam allemaal aan bod.  "Dat zal je nog niet meegemaakt hebben hé meneer. Zo een hoop tetterende dames ?" Nee, dat klopt. Ik heb dat genoegen nog niet gehad , loog ik !  ... . Nog 83 km tot in het Zwin. Ik heb er zin in. 

zaterdag 14 september 2024

Van Silly (Opzullik) naar Ath (Aat)

De wandeling van verleden week inspireerde me om voor een toerke te kiezen in de Walen. In dat zomerbarreke vlakbij het Boudewijnpark in Jette heb ik toch kunnen proeven van een Swaf Tripeltje. Welwelwel, de brouwerij van dit bier kan je vinden in Silly,  Opzullik voor het Vlaamssprekende landsgedeelte. Althans zo vertelde de sympathieke bartend(st)er me toen. Nog nooit had ik gehoord van Silly en van Opzullik nog minder. Soit het ligt in het noordwestelijke deel van de provincie Henegouwen. Van Silly stappen naar Ath of wordt het Enghien ? Beiden waren goed voor een flinke 20 kilometer wandelen. Eieren of jong, wat wordt het ? Het werd Ath. Met de Michel en den Hugo stapten we iets na elven uit in de statie van Silly. Deze statie ligt wel een stukje uit de dorpskern. Na 2 kilometer stappen kwamen we aan in Silly. Toch vreemd dat in zo een Waals dorp er een gans andere sfeer hangt dan in onze eigen contreien. Iedereen knikt je goedendag en het gemeenschapsleven gaat er zichtbaar heel wat gemoedelijker aan toe. Dat bemerkten we al toen we de 'A l'Tonne', een bistrootje, binnenstapten. Enkele dorpelingen zaten er  gemoedelijk te keuvelen bij een roseetje. No stress at all. Een Swaf voor mij en de Michel, voor den Hugo  een Super als ik het me goed herinner. Den Hugo bestelde er nog een schoteltje 'Friandises bij', ttz ' des amuse-gueules' in 't Vlaams. Zo een Swaf loopt lekker binnen. Het is een blond bier hergist op fles op basis van een 100% origineel recept. Bij het proeven van deze 8% vol. Alc. tripel krijg je eerst een kruidige neus gevolgd door een discrete maar zeer aanwezige bitterheid. Dit alles met een genereuze body en een prachtige lange afdronk.  Deze omschrijving heb ik gepikt op de site van de brouwerij van Silly. Zelf zou ik nooit zulk een lyrische omschrijving kunnen bedenken. De wandeling kon bijgevolg met pit  ingezet worden. 

Het weer zat niet echt mee. Dat zagen we al tijdens de treinreis. Donkergrijze wolken speelden naast torenhoge donderkoppen de hoofdrol in het hemelzwerk. De zon was verdwenen en had weinig goesting om te verschjnen. Het zou wel beteren alhoewel de weerberichten eerder een koud verhaaltje in petto hadden. Dat grimmige wolkenspel leverde kostbare plaatjes op voor degenen die zich met wat pareidolie wilden amuseren. 'Elk nadeel hep ze voordeel' is een wijsheid die vaak wordt toegeschreven aan de Nederlandse voetballer Johan Cruijff (1947-2016). Het is zelfs toepasselijk op de wolken ! 😉.  De weergoden hadden het zichtbaar druk vandaag. Zo af en toe kletterde de striemende regen tegen de treinramen waarna het weer even uitklaarde. Tot dusver bleef het nog droog tijdens het stappen maar bij het verlaten van het bistrootje begon het godbetert te regenen. Een paraplu en een poncho brengen hiervoor een oplossing en we stapten voort door weidse velden tot in Gondregnies. Het is een klein dorpje waar je een mooie watermolen kunt vinden. We stapten verder in de frisse wind. Als die even wegviel werd het dan weer te warm ... jas uit, jas aan ... een zich herhalend en gekend scenario bij het apenweer van de laatste dagen. De zomer is voorbij en we zullen, als er nog wat schoon weer in het vooruitzicht gesteld wordt,  blij mogen zijn met wat troostprijzen. Maar de prachtige uitzichten over een licht golvend landschap maakten eigenlijke het weer uit. Het was en is alleszins een erg mooie streek waar we zaten. 

Een picknicktafeltje zou er op het ganse traject niet te vnden zijn maar onderweg naar Mévergnies Lez Lens kwamen we een bankje tegen dat ons het elementaire comfort ener eetgelegenheid kon bieden. Dat bankje zou een geschiedenis kunnen vertellen. Het stond vlak bij een plataan. Fotootjes, linten en allerhande parafernalia waren in veelvoud rond de stam gedrapeerd. Een foto met een schaterlachende oma op haar buik in het gras deed ons vermoeden dat dit het werk was van enkele kleinkinderen. Waarschijnlijk om de mooie herinneringen aan hun overleden oma levend te houden. Misschien was dat mens hier wel overleden. Wie weet ? Maar goed, lang hebben we er niet gezeten, de frisse wind was te onaangenaam. Bokes op en weg ! Volgende stop was dus Mévergnies Lez Lens. Daar in de Sint Servaaskerk, L' Eglise St. Gervais Potrais, wipten we even binnen. Gewoontegetrouw stak onzen Hugo daar een bougieke aan ter verlichting van het wereldleed. Ik volgde zijn nobel gebaar. Weliswaar dan met een heel andere insteek. Baat het niet, het schaadt evenmin. In Attre, onze volgende stop staat er een sjiek kasteel : Dit kasteel, in 1752 gebouwd in Franse classicistische stijl, bezit nog altijd zijn originele inrichting en stoffering. De weelderige kamers ademen de rococosmaak van de tijd. Er is ook een groot park, doorsneden door de Dender, met een vervallen uitkijktoren, een duiventil, een Zwitsers chalet, een badhuis en de resten van een bouwsel uit 1788, de Rocher of Rots. Deze kunstmatige heuvel wordt bekroond door een uitkijkplatform. We volgden de baan verder tot in Arbre waarbij we eerst nog de oostelijke Dender moesten oversteken. 

De Oostelijke Dender bespoelt ook Arbre . Het terrein is hier licht golvend gaande van een 35m tot 70m hoogteprofiel. De kleigrond is van zeer goede kwaliteit voor de landbouw. Er zijn daar enkele geologische natuurbronnen. In groeven her en der werd er Doornikse kalksteen ontgonnen. Het puin werd ooit gebruikt voor de bouw van de kerktorens. Zandsteen werd er eveneens ontgonnen om er straatstenen mee te maken. Na een hachelijk tochtje over een mysterieus verdwenen paadje naast de spoorweg Mons - Jubize - Ath botsten we in het gehucht Maffle op het kanaal Blaton - Ath. Daar vonden we naast oude steengroeven van 'Dender en Congo' het Museum van de Steen. Onze stapmaat op rust, de Ronny, zou zich vereerd gevoeld hebben dat er daar ergens in de Walen een museum in zijn naam werd opgericht.  Restanten van het materiaal dat er in zo een groeve gebruikt werd zoals een hefbrug, kalkovens en onderdelen van zwaar materiaal lagen her en der op het verlaten terrein voor het museum te roesten. Een sprekende metafoor lag hier voor onze ogen om hiermee onze stapmaat te duiden die nu ook op wandelvlak stilletjesaan begint te oxyderen. Nog een beetje en hij ziet zo ros als den Izzy, zijn hondeke 😔😔😏. Hopelijk komt dat ooit nog goed. Het museum zag er dan ook eerder  wat verweesd uit. Vergane glorie van de zware Waalse industrie. De verlaten steengroeven, nu enorme waterputten, werd een speelplaats voor de lokale duikersclubs.  . 

We volgden het kanaal en zo kwamen we uiteindelijk in Ath terecht. Aat in't Vlaams is een kleine Waalse stad in het noorden van de Belgische provincie Henegouwen. De stad ligt aan de samenvloeiing van de oostelijke en de westelijke Dender, die als Dender vanaf Aat bevaarbaar is. De stad telt ruim 30.000 inwoners. Aat is bekend om zijn jaarlijkse Reuzenstoet of Ducasse van Aat, die elke vierde zondag van augustus plaatsvindt. Van de middeleeuwse verdedigingswerken rest in Aat slechts de Burbant-toren. Het eigenaardige hier in de streek is dat er Picardisch wordt gesproken. Picardisch is geen dialect maar een Romaanse streektaal die in Frankrijk gesproken wordt in delen van de regio Hauts-de-France en ook in het grootste westelijke deel van de Belgische provincie Henegouwen. De taal is verwant met het Frans en het Waals, maar wordt toch daarvan onderscheiden. De 'Ch'ti' of 'Ch'timi' is de alternatieve naam voor de bewoners uit een  deel  van de Franse regio Hauts-de-France. Hun taal, het 'Ch'ti' lijkt min of meer op een Frans lijkend dialect maar het is eerder nauw verwant met het Picardisch.  

In Ath zochten we als afsluiter van deze mooie wandeling een statiekroeg op voor een dorstlesser. Café 'Le Télégraphe' recht over de statie beantwoordde aan onze gestelde quota kwa publiek, netheid en aanblik. Keuze lag een beetje in lijn met het beroepsverleden van mezelf en de Michel. Ik vermoed dat de cafébazin, een heel vriendelijk mens - en dat viel trouwens ook binnen de gestelde quota,  onzen Hugo verkeerd moet begrepen hebben. Hij vroeg naar  '33er's maar zij kwam daar aangestouwd met bokalen van een halve liter ! Die smaakten zeg ! Lang hebben we daar niet gezeten op het terras van 'Le Télégraph' want de trein naar huis zou niet lang op zich laten wachten. 2 uur duurde de terugrit. In aangenaam gezelschap is dat zo voorbij ... het was donker toen ik thuiskwam.  Wat een mooie dag was het weeral ! Txs voor de compagnie H&M !!!

maandag 9 september 2024

Van Asse naar Jette

 

Het wordt zo stilletjesaan een uitdaging om hier in de heimat nog onbetreden paden te vinden. Er zijn er natuurlijk nog vele maar de bereikbaarheid met het openbaar vervoer blijft een bepalende factor in mijn zoektocht. En met een beetje moeite lukt het zelfs om in de nabijheid van een grootstad een groen alternatief te vinden dat leidt tot een mooie wandeling. Van Asse naar Jette bvb. Met de Marc werd dat trajectje onlangs verkend. Prachtig zeg ! Rendez-vous in Berchem statie en rond 10u moet het geweest zijn dat we in Asse van het perron wandelden. Het weer zou wel meezitten maar de lucht zag er nog overwegend grijs uit.  Het was zelfs een beetje mistig. Het bovenste puntje van de windmolenwiek was niet meer te zien. De omgevingstemperatuur was onderwerp voor wat twijfel. Te koud was het om een laagje trui uit te trekken, dan te warm weeral om er mee blijven rond te lopen. Dan nu op stap !

Vanuit Asse wandelden we over Kobbegem tot in Relegem door de weidse velden. De Marc maakte me attent op het storende lawaai van het gezwier van de molenwieken. Ja inderdaad als ik daar vlakbij in de geburen zou wonen, dan verhuisde ik. Tussen Relegem en Neerzellik ligt er een moerasgebied waar een vlonderpad je naar een mooie picknickplaats brengt. Het ideale moment om de bokes boven te halen en te schoven terwijl de weidse omgeving in ogenschouw kon genomen worden. Een breed infobord daar aan die picknick bracht de omgeving in beeld. Erg wijzer werden we er niet mee. Ik maakte er enkel een horizon op uit met een skyline van bomen en velden. Eens dat de periferie van Ganshoren werd bereikt werd de wandeling stukken interessanter. We arriveerden aan de rand van het Laarbeekbos. Maar hiervoor dienden we eerst nog de RO - de ring rond Brussel - te kruisen. Volgens plan diende deze ring nog een heel eind gevolgd te worden tot een tunnel de oversteek mogelijk maakte. Het verkeerslawaai daar was er iets te veel aan en gelukkig dook er eerder een doorsteektunnel op waarvan er dankbaar gebruik werd gemaakt en voilà, we zaten in het Laarbeekbos. Dit bos is gelegen tussen Dielegem en Relegem en het vormt een eiland vol uitzonderlijke biodiversiteit. Het verleden van het Laarbeekbos is rechtstreeks verbonden met de geschiedenis van de abdij van Dielegem die in de 11de eeuw werd gesticht. Net zoals het Zoniënwoud biedt de site plaats aan een belangrijk beukenbos. Een bosvijver, waar één van de drie beken van het bos ontspringt, strekt zich uit over een lengte van een dertigtal meter.

Aansluitend kwam het Poelbos in zicht. Samen met het Laarbeekbos maakt het deel uit van een uitgestrekt geheel van groenzones in het noordwesten van Brussel. De fauna en flora van het Poelbos zijn uitzonderlijk te noemen. Het Poelbos werd aangelegd door de monniken van de abdij van Dielegem op de plek waar vroeger een kalksteengroeve stond. 

De ondertussen opgewarmde temperatuur inspireerde ons om op zoek te gaan naar een leuk terrasje van de één of andere dranktempel. Lang moesten we niet zoeken, want onze inspanning bij deze zoektocht werd vrijwel meteen beloond met de vondst van het 'Chalet du Laerbeek'. Deze rustiek ogende chaletvilla, in Neo-Normandische stijl, ligt verscholen in het groen achter het UZ van de Vrije Universiteit Brussel in Jette aan de andere ingang van het Laarbeekbos. Het oogde er nogal erg koloniaal uit temeer omdat het onderdeel uitmaakte van het Koning Boudewijnpark. Een prachtig park dat de grandeur van ons "ontwikkelingswerk" van weleer in Donker Afrika haarfijn weerspiegelde.  De bediening was uitsluitend in de taal van Molière. Een ober, van Congolese komaf, in livrei wees ons een tafeltje aan, nee we mochten niet op het terras plaatsnemen. 2 Omerrekes zouden er geconsumeerd worden en dit tegen een belachelijk hoge kost. Maarik kreeg echter teveel wisselgeld terug en het was de Marc die me aanmaande hen niet op de vergissing opmerkzaam te maken. 3€ werd me terugbetaald met 3 stukken van 2€. Ze verdienen al genoeg, hij had gelijk .... . De prijslijst lag een beetje in lijn met het uitbuitingswerk  dat onze kolonialen daar in Afrika hebben gepleegd. Dat was naderhand mijn bedenking. Op het terras zat er nog een eenzame oudere dame aan profijtelijk aan haar theeke te nippen. De smartphone werd daarbij gedurig in het oog gehouden.  Eénzaam ? Allthans, dat was mijn eerste indruk. 

Na de consumatie van onze Omerrekes krasten we op en bij het verlaten van dit koloniaal etablissement kwam er een afgeborsteld heerschap onze richting uitgelopen. Dik vèr de 70 levensjaren voorbij, was onze inschatting. Strak in het pak, piekfijn gecoiffeerd en achtervolgd door een wolk bodylotion zoals hij daar voorbij paradeerde maakten dat onze ogen hem ietwat verbaasd nakeken. In zijn hand, verstopt achter zijn rug, hield hij verdorie een boeket rozen verborgen. Cupido moet hier met zijn pijlen bezig zijn geweest, het flitste door mijn kop ! En jawel, die eerbiedwaardige Cassanova kwam voor die éénzaam uitziende vrouw op het terras van het Chalêt du Laerbeek ! Ergens zorgde dit voor een amusante noot in onze wandeling maar het gaf eveneens stof tot nadenken bij het feit dat je nooit te oud bent om nog verliefd te kunnen worden. Afijn, het ga hen goed en dat ze nog lang met elkaar gelukkig mogen zijn. 

Het  Koning Boudewijnpark strekt zich uit over de gemeenten Ganshoren en Jette. Een gedeelte ervan ligt achter het station van Jette. Hier kan je wandelen door een klassiek landschapspark. Maar je vindt er ook een vijver, weilanden, een boomgaard en een kinderboerderij. Ondertussen naderde het spitsuur zodat er dan ook wat meer volk rondliep in het park. Zie daar eens zie ... Bar Fabiola ! Houten tafels en banken, een bar, parasols, grafitti walls en dit alles geverfd in de meest uitzinnige kleurtinten. Daar kan een weldenkende mens niet aan voorbijlopen want het aanzicht alleen al brengt je in een vakantiestemming. Een zomerbar godbetert in het Boudewijnpark en open van mei tot september ! Alles er op en er aan. Kleine restauratie, breed gamma aan allerlei biertjes, cocktails en noem maar op. De bierkaart zag er nogal vreemd uit zodat de keuze moeilijk kon gemaakt worden. De lieve bartend(st)er echter bood ons aan om eerst te proeven alvorens te bestellen. Sjiek, dat valt te appreciëren. Het werd een Swaf 8°, gebrouwen in Opzullik / Silly in 't Frans. Silly ligt in de Walen - Henegouwen. Dit ambachtelijk gebrouwen trippeltje smaakte voortreffelijk. Rijkelijk getapt in een oversized bierglas spoelde dat lekker binnen. 

Nog een klein stukje viel er te lopen. Dat werd afgehaspeld in het Jeugdpark van Jette. Dit park is afgestemd op jongeren. Je vindt er sportfaciliteiten terug zoals het mini-golfterrein, de tennis-, basketbal- en voetbalterreinen en banen voor de skateboarders en in-lineskaters. Er zijn speelpleinen ingericht voor kinderen van verschillende leeftijdsgroepen.  Dit alles rond het hoofdelement, een speelplein voor kinderen met een verminderde mobiliteit. Wat een prachtig initiatief is dat ? Deze wandeling overtuigde me dat je in een verstedelijkt gebied, uiteraard met wat moeite, toch een groene wandeling kunt ineensteken. Ook de Marc was wreed content van het gelopen trajectje. De laatste 100 meter hielden we er nog een klein spurtje in wat ons een kwa tussenstoppen en wachttijden een naadloze thuisreis zou opleveren. Binnen 1 minuutje is de trein er wist de Marc te vertellen. En hij heeft 2 minuten vertraging vulde hij aan. Niet van mijn gewoonte om me nog ooit te haasten liet ik me toch tot een spurtje verleiden. Bijkomend een uur moeten wachten op een volgende trein ... was even geen optie. Het was mooi geweest ! 

woensdag 4 september 2024

Pelgrimsweerzien en De Wase Cuesta met Greet en Co.

Euterpe, de Griekse muze van de lyrische poëzie heeft me de laatste weken een beetje in de steek gelaten. Waarschijnlijk was ze in verlof ergens op de Ionische eilanden waar ze eigenlijk thuishoort. In alle geval, de laatste dagen stuurde ze haar kat met als gevolg dat m'n schrijfselen er wat verweesd begonnen uit te zien. Maar het is ook mogelijk dat m'n gehalte aan poëtisch vernuft haar te min is. 't Zal eerder zoiets zijn.  Niettemin werden er toch wat kilometertjes afgedraafd hier in de geburen.

Bovendien kreeg ik onverwachts het bezoek van enkele Compostelanen. Alberto en Monica uit Bologna brachten een bezoek aan de koekestad en ik had daarbij de eer hen daarbij een beetje te mogen gidsen. Hen mocht ik leren kennen op de Camino del Norte. 2 toffe en lieve mensen. Het was helaas een kort bezoekje want hun camper stond in Leuven en aangezien ze tot in Antwerpen spoorden kon het niet te laat worden.  Het regende bovendien oude wijven. Het MAS, de scheldeboorden, het Steen, café Den Engel en daar bleef het bij. Ik meende m'n pastaminnende pelgrimsgenoten nog op een zakje frieten te trakteren in de NR1 in de Hoogstraat maar ze bedankten ervoor.  Alberto en Monica waren zinnens  geweest om de Koning Olav's route in Noorwegen te lopen maar een gebroken been bij Alberto moest hen op andere plannen brengen. Vandaar het bezoekje aan België. Het deed me genoegen om hen weer te zien. Allez, als ik ooit in Bologna beland weet ik waarheen !

Enkele dagen later meldde Tiz Cormio zich aan. Tiz, een dame afkomstig down under in Melbourne/Australië heb ik leren kennen op de Camino Portuguès. Tiz was tot voor kort politie-agente in Melbourne. Een harde tante maar ze werd vanwege een Post Trauma Stress Syndroom op non actief gezet. Ik vernam halvelings dat de oorzaak te zoeken lag aan een triest voorval tijdens de uitvoering van haar job te situeren in het crimineel milieu. Deze keer duurde het bezoek een 5-tal dagen. Ruim de tijd om hier en daar iets te bezoeken.  De bezienswaardigheden van de koekestad, Brugge met de processie van de Gouden Boom, Fort Liefkenshoek, nog een kort stadswandelingetje, geocachen in het Peerdsbos ... Tiz heeft onlangs de Camino Frances gelopen. Het was na de Zilverroute en de Portuguès haar 3de pelgrimstocht. Ze heeft de halve wereld al afgereisd ... China, Japan, Rusland en noem maar op. De Camino's zullen steeds haar favoriete bestemming blijven zo bekende ze me. Vanuit Santiago deed ze nog een ommetje naar Sintra en Lissabon in Portugal, Madrid, daarna Amsterdam, Antwerpen en vandaar uit naar Dusseldorf, vervolgens kwam Keulen nog aan de beurt. Geen idee waar ze nu ergens uithangt maar in Frankfurt neemt ze de vlieger terug naar huis. Het weerzien was hartelijk temeer omdat ik op de Portuguès niet eens deftig afscheid van haar heb kunnen nemen. Ik moest in 2018, ik zat al in Porto, dringend naar huis vanwege een netvliesloslating. Zij liep achterop. Zie eens aan ... alweer 6 jaar voorbij ! Ook haar bezoekje deed me ontzettend veel plezier. Geweldige Madam, let op de hoofdletter. 

Na wat kleine toerkes hier rond de kerk werd er niet veel gepresteerd. Het toertje waarvan ik melding maakte in vorige blog bracht daar wat verandering in. Met Greet, Liliane, Inge en Leen, stuk voor stuk behept met een mysterieus wandelvirus stond er een wandelingetje op stapel in het Krekengebied van Kruibeke, Bazel en Rupelmonde. De Wase Cuesta met andere woorden. Het is een sjiek natuurgebied als je het me vraagt. Door de ondoordringbaarheid van klei voor water, kent het gebied ten noorden van de Cuesta van het Waasland een hoge grondwaterstand, hetgeen de landbouw bemoeilijkte. Mogelijk is dit ook de grondslag voor de naam Waasland want 'waas' is de oude benaming voor het slijk dat bij eb op het droogvallend land achterblijft. De afwatering van de Cuesta van het Waasland geschiedt voornamelijk door de Barbierbeek, die ontspringt in Sint-Niklaas en in de Polders van Kruibeke in de Schelde uitmondt.  Door de uitvoering van het Sigmaplan werd dit het grootste gecontroleerde overstromingsgebied van Vlaanderen. Het is dus hier in de Polders van Kruibeke dat Vlaanderens grootste overstromingsgebied ligt. Dit gebied maakt Vlaanderen maar liefst 5 keer veiliger. Met meer dan 600 hectare uniek natuurgebied is dit een unieke biotoop voor wandelaars en fietsers. Ook de lokale cafeetjes hebben zo hun profijt gedaan met de opwaardering van dit gebied. 


De afpraak met de dames gold rond 10u aan het veer in Kruibeke. Komende uit de Kempen kenden ze vlot verkeer. Al ruim voor 10'en waren ze ter plaatse, ik kwam iets later aan. Na de knuffel werd er eerst een rondje in het Kortbroek gewandeld. De vorige keer toen ik daar was moest ik m'n bottienen uitdoen om over overstroomde delen van het pad te lopen. Bevers hadden er een dam doorgeknaagd wat een overstroming tot gevolg had. Maar het bleef deze keer droog. Vervolgens ging het richting Bazel uit over de opgeworpen Sigma-polderdijk.  De Kruibeekse kreek staken we over aan de loopbrug. Wat een prachtig zicht bood die mooie kreek daar en wat een contrast met het lelijke industriegebied van Hoboken daar aan de overkant van de stroom ! Hier en daar zat er een reiger wachtend op z'n ontbijt in die kreek samen met nog wat onbekende watervogels langs de oevers en dit alles in een betoverend landschap. Deze loopbrug over de Kruibeekse kreek staken we over en wandelden tot aan de scheldeboord. Tussen het Oude Veer en de monding van de Barbierbeek volgden we de Schelde. Aan de barbierbeekmonding volgden we even de linkeroever van de beek tot aan het Speelbos van Kruibeke. De reden hiervoor is me onbekend maar de bomen in dit bos sterven af. Kinderen mogen er niet meer in vanwege het gevaar op vallende takken. Niet alleen in dit bos zag je stervende bomen maar ook her en der in de wetlands rondomrond zag je kale boomstammen zonder takken of kruin. Een fotootje van dit apocalyptisch panorama zou het perfecte doodsprentje opleveren. 

In Bazel aangekomen zochten we een kroegje op. De Ristretto, het was eerder een koffiebar. Mooie zaak en de eerste tripel kwam hier aan zijn einde. Aan het Kasteel Wissekerke, iets verder, werd er onlangs een zomerbar gehouden. De zomerbar was ondertussen gesloten maar het bood een ideale plek om de picknick aan te spreken. Tijdens deze lunch kreeg ik opnieuw de gelegenheid om kennis te vergaren over een voor mij tot nu toe nog onbekend deel van de Kempense bevolking 😉😉😉.  Het volgen van de gesprekken onder de dames overtuigde me in de mening dat de wereld klein is ! 
De volgende stappen waren bedoeld om in Rupelmonde aan te belanden. Een kort bezoekje aan de Graventoren kon er af. Er zijn weinig gebouwen in het Waasland die zo mythisch zijn als dit bouwsel. Deze toren is een restant van een waterburcht met 17 torens. Het was de eigendom van de Graven van Vlaanderen in de 12de en 13de eeuw. Het was een kolossale vesting die de Schelde beschermde tegen aanvallers en veroveraars. Maar ook Mercator, alias Gerhard Cremer, de wereldberoemde cartograaf van weleer speelt een hoofdrol. Toen die zijn inzichten met de wereld deelde, bonjourde de kerkelijke overheid hem prompt de kerker in. In de kerkers van de Graventoren bleef hij 7 maanden lang zitten, op beschuldiging van ketterij. Nou moe !

Tussen Rupelmonde en Steendorp tref je verlaten kleiputten aan. Ook hier een apocalyptisch beeld van boomstronken die boven de waterspiegel uitsteken. Klei wordt er niet meer gedolven en zo krijg je over een gebied van wel meer dan een km lang een aaneenschakeling van gigantische waterplassen die de oude kleiputten vullen. Het is een ruig gebied maar vooral een paradijs voor verschillende vogels en klein wild. Aansluitend bij deze putten ligt het fort van Steendorp. Het fort op zich is het grootste fort in de Antwerpse fortengordel en verder zijn er in en aan dat fort nog meerdere markante wetenswaardigheden te vinden. Interesse ? Hier is de link (Wikipedia) ernaartoe : Fort van Steendorp . Leen paste voor de rondgang om het fort en verkoos om even uit te rusten in de afspanning van het steengelaag.  De wandeling rond het fort is wel de moeite. Je zou er het ideale decor vinden voor een vervolg op de film Jurassic Parc. 

Een stop in het Scaldianacafé aan de scheldeboord kwam goed uit vanwege de dorstige kelen. Enkele tripels Westmalle, een kriek Boon en een Cornetje waren het vloeibaar medicijn om die dorst te genezen. Na deze pintstop volgde er nog via het beverpad een bezoekje aan de Rupelmondse kreek waar enkele pareltjes zoals  Het Karperhuisje en het Coninckshofke er schitteren tussen de moerassen, de rietkragen en dit temidden dichtbegroeide elzenbossen. In de 2de helft van de 19de eeuw, toen de rijken zich graag kwamen ontspannen aan de Rupelmondse Kreek, bouwde bankier en steenbakker Waterschoot op zijn favoriete visplaats dit paviljoentje. Na WOI werd het gebouw gebruikt als kleinschalig landbouwbedrijf. Vandaag is dit een schuilplek en een infopunt dat toegankelijk is voor iedereen. De wandeling liep ten einde aan het Kallebeekveer in Bazel. Van hieruit zouden we het veer nemen naar Hemiksem en daar de waterbus nemen tot op 't Sint Anneke waar er een restaurantje stond geboekt. Helaas, ik kon uit de informatie die de Waterbus-app me verschafte opmaken dat de dienstregeling op 2/9 niet beschikbaar was en besloot hieruit verkeerdelijk dat er deze dag geen waterbussen vaarden. Het betrof echter enkele vaartuigen die uit het vaarschema waren gehaald. Erg verwarrende info waardoor ik me door die verkeerde interpretatie verplicht zag een oplossing te zoeken om op tijd het restaurant te kunnen opzoeken. Een andere oplossing dan de benentram bestond er niet en samen met Liliane en Inge teenden we in ijltempo naar het veer in Kruibeke. Een extra 5 à 6 km extra op de teller ! Het bracht de stand op 27 paaltjes. Greet en Leen namen een rustpauze in Kallebeek. Met de auto pikten we hen op en reden gezamenlijk naar het Plaasj Kafee op 't Sint Anneke. Daar konden we bij een lekkere hap de dag mooi afsluiten. Quinten de ober zal zich ons bezoekje wellicht herinneren. De avond was al gevallen, de hemel kleurde violet roze, de lichtjes van de Schelde fonkelden aan de overkant van de stroom en het werd frisser.  Wat een prachtige dag zeg ! Goed en gezellig gezelschap, mooi weer, prachtige wandeling ... af !!!  Enne ... de waterbussen, awel die vaarden toch ! Die zullen voor een volgende keer zijn. Txs dames voor deze mooie dag !