zaterdag 28 september 2024

Brusselse Rand / Liedekerke - Groot Bijgaarden

 

De rand rond Brussel is, met uitzondering van de regio rond het Zoniënwoud, nog vrij onverkend gebied voor mezelf en de stapmaten. Deze keer had ik voor een lijnwandelingetje gekozen tussen Liedekerke en Groot Bijgaarden in de westrand van Brussel. Enkel den Hugo stond aan bed bij het appel en rond halfelf stapten we gezwind van de trein in Liedekerke. Het was een rustig treinritje geweest. Het uitzicht op een massa grijze wolken deed ons vermoeden dat we het niet droog zouden houden vandaag. Een iets te voorbarige prognose want op enkele malse buitjes na bleef het omzeggens droog. Den Hugo had slecht nieuws bij. Zijn dag begon in vertwijfeling want zijn poes, een lapjeskat, was daags voordien niet meer teruggekeerd na haar dagelijks avondwandelingetje. Deze morgen vond hij dat beestje op een stoel in zijn tuin. Helemaal verkluimd, natgeregend en lamme achterpootjes. Volgens den Hugo werd het tijdens haar uitstapje waarschijnlijk geraakt door een graafmachine of iets dergelijks op de Colruytwerf achteraan zijn woning. Het beestje moest men ocharme laten inslapen. Waarschijnlijk de rug gebroken ... Erg maar ja, poezemin heeft een mooi leven gehad ten huize Hugo en Agnes. Laat dat als troost tellen.

Maar oke, we gingen wandelen. En de start begon al veelzeggend met een 700 meter lang knuppelpad door het natuurgebied 'De Valier'. Spekglad waren die planken en voetje voor voetje werd het schuifelen net alsof we op ijs liepen. Dit kluppelpad dat door De Valier liep kreeg de naam Kadospad. Het was de bijnaam van de familie Lievens die deze oude losweg vroeger gebruikte om hun percelen in het natuurgebied de Valier te bereiken. Het pad zelf begint langs een soortenrijk dottergrasland waar je in de zomer allerlei insecten zoals de zeldzame sleedoornpage en de muskusboktor kan tegenkomen. Daarna wordt het een knuppelpad en wordt het stappen door een ruiger landschap met onder meer moerasspirea en grote valeriaan. We hebben het er heelhuids afgebracht daar in die Valier. Ik vreesde voor een heuse schuifpartij. Na het knuppelpad kwamen we terecht op een andere oude losweg die vroeger het station van Liedekerke verbond met de 'kapellekes' van den 'beeweg' van Ter Muilem. Dankzij de aanleg van het knuppelpad in de Valier is het gebied nu ook toegankelijk bij overstromingen.

Nog iets verder moesten we de tunnels nemen onder het sporenkruispunt van de lijnen die uit Brussel Zuid en Noord komen en naar Gent, Aalst en Zottegem leiden. Vervolgens was het de beurt aan het moerasgebied waar de Overnellebeek, de Bellebeek en de Bosbeek vloeien. Een waarschuwing voor moerassig gebied aan het begin van het pad stemde nog niet direct tot nadenken. Dat er voorbij plassen moest geploeterd worden en dat er slijk aan de bottienen zou hangen viel te verwachten maar dit was iets te positief ingeschat. We stapten voort. Met wat volgde viel de situatie nog het best te vergelijken met de tochten van de ontdekkingsreizigers in de jaren 1800'èn. Met dat verschil dat die knakkers door inboorlingen werden vervoerd in een draagstoel en er met machetes een weg werd gebaand door de brousse. Drassige grond en regelmatig verdween het pad overwoekerd door de ruige vegetatie. Moerasplanten, doornen en kleefzaad, brandnetels en biezen groeiden er in overvloed. Regelmatig moest een omweg geïmproviseerd worden om verderop te geraken. Maar er is een spreekwoord dat zegt : "Waar er een wil is ... wijst den Hugo de weg !". Pinnekesdraad ... voet er op en er onderdoor. Het werd ploeteren en plotseling was er geen doorkomen meer aan. Overwoekerde hekken met ineengestrengelde moerasplanten dwongen ons om zoniet rechtsomkeer te maken, dan wel over een beekje te wippen en langs de betonnen afsluiting van de E40 verder te ploeteren. Dat laatste bleek een haalbare optie. Een wip over die beek deed me aan de overzijde struikelen en alzo belandde ik met m'n pollen in de brandnetels. Tja, die vele prikkende brandharen in je lijf stemmen je een uurtje tot nadenken. Maar ik denk dat er tussen die netels ook een beest zat dat me gestoken heeft. Ik hou er een dikke boebel aan m'n pols aan over. Dat zal wel weggaan. Via het greppeltje naast de betonnen boordafbakening van de E40 konden we aansluiten op een pad dat naar de Bellebeek voerde. Die Bellebeek volgden we tot aan de Steenvoordbeek voor het schof. Ik was blij dat ik even kon uitblazen na dat ploeterwerk. 

Na de bokes stond het kompas richting St. Katherina Lombeek en verder door naar Ternat. Na de honger kwam er dorst opzetten. In café 'de Windsor' op het marktplein van Ternat konden we een Palmke verschalken. Het was er juist markt geweest en een klant kwam er met veel lawaai vloekend binnen zich druk makende over de flikken die op het marktplein kwistig boetes uitschreven. Het parkeerverbod gold nog steeds, ook als de marktkramers reeds opgekrast waren. Zijn betoog kreeg tegenwind van een stamgast die recht stond van zijn barkruk. Wanneer die lawaaimaker aanvoerde dat er binnenkort een andere nieuwverkozen burgemeester deze woekerpraktijken wel aan banden zou leggen gaf de andere partij hem luidkeels repliek. 'No way - no way - no way - geen andere burgemeester - no way !!! ' keelde hij met verve de kroeg rond.  Ik dacht dat er op de vuist zou gegaan worden maar het bleken enkel wat hoogdravende woorden te zijn van beide kanten. Uitbundig ? Jawel maar niettemin innig met elkaar verbonden kroegmaten. Zo bleek wanneer de decibels wegdeemsterden. 

Een kerk in Ternat, de Sint Gertrudiskerk, daar kon den Hugo niet aan voorbijlopen voor het traditionele bougieke. We staken er ééntje aan en kochten allebei een noveenkaars. 3€ maar ! Ik ga er iemand in het rusthuis waar m'n dochter werkt een plezier mee doen. Na dit devoot tussendoortje volgden we verder de spoorweg , staken die over om in de geboorteboomgaard Groot Reuken aan te belanden. Verschillende rassen appelbomen, een massa, werden er hier aangeplant. Sommigen droegen nog vruchten. Op elke boom was er een bordje aangebracht met de namen op van de kinderen die er per maand en geboortejaar werden geboren. Dat vond ik wel origineel. Het was trouwens een erg verzorgd geboortebos. 
Op het grondgebied van Dilbeek aangekomen volgden we de Steenvoordebeek tot tegen Ternat aan. En daarmee zag de wandeling tegen haar laatste paaltjes aan. Na een zoveelste keer de modder en het slijk van onze bottienen al schoorvoetend aan het gras geschraapt te hebben en daarna in de plassen gespoeld te hebben om ze wat proper te krijgen was het wel geweest. Voor het paadje naar de St. Wivinakapel in het gehucht Tenbos werd er bijgevolg bedankt. Het zag er te smerig uit om er opnieuw met de bottienen door te baggeren. Aangezien er ondertussen toch al 20 paaltjes werden gescoord besloten we om ons wandelingetje een beetje in te korten. Het parkbos in Ternat, rechts van ons, lieten we links liggen en volgden de Dansaertlaan die ons rechtstreeks naar de statie van Groot Bijgaarden kon leiden. We hadden nog tijd om even Café Terminus binnen te wippen alvorens de trein naar huis te nemen.

Café Terminus ! Een loepzuivere karakterkroeg met een beeld van een cafébazin centraal en rondom haar aan toog en tafeltjes de vaste stamgasten. Binnengedrongen in hun leefwereld door je komst keken die je verwonderd aan bij het binnenstappen van hun terrein. Een publiek is het waarvan de levensloop op hun uiterlijk af te lezen valt. Niks mis mee. Het boeit mij om zulke authentieke mensen tegen te komen alhoewel ik me er in het geheel niet mee kan vereenzelvigen. Ze zijn wie ze zijn, geen streken of chichi. Aan modieuze kledij hebben deze lui geen boodschap en aan een mening over hen nog minder. De sporen van smoren en drinken, staan afgetekend op hun gezicht. Een flesje Jupiler als trouwste compagnon voor hun neus op de toog. Glazen zullen er niet meer uitgeschonken worden vanwege te dikwijls gesneuveld. De hechte band tussen mensen die op de laagste sport van de maatschappelijke ladder staan is aandoenlijk. Binnenkomen en weggaan, mekaar begroeten wordt met een kus bezegeld. Met de meest eenvoudige waarden waartoe het leven hen dwingt worden er diepe vriendschappen gesmeed. Ontroerende pracht ontsproten uit miserie en tegenslagen. 
M'n etiket stak aan de kraag uit m'n truitje. Een oude verfomfaaide kerel, misschien is hij wel jonger dan ik, deed breed gesticulerend teken naar de Hugo dat ik m'n trui niet betaald had want de etiket in de kraag  zat er nog aan. Den Hugo moest even nadenken maar snapte uiteindelijk de opmerking. Een plezante noot die ik apprecieerde waarna ik m'n Omerke met smaak soldaat maakte. Bij het buitengaan stond deze brave ziel buiten een sigaretje te smoren. "Moeder roept' zei ik tegen hem, daarmee m'n vrouw bedoelende en ook dat ik doorging. "Ah, ge gaa voesj - zedde getraat ?" . "Ja" antwoordde ik "al bijna 50 jaar en dan nog met een madam hier uit de geburen. Uit Laeken nog wel!". Dat stemde hem even tot nadenken en hij keek ineens heel somber - "Mijn vrouw is al 8 jaar dood" en met nen diepen trok aan zijn sigaret zoog hij de smoor diep z'n longen in met een uitdrukking op z'n gezicht alsof berusting het enige was dat hem nog restte. 'Tot ziens beste!" De wandeling zat er op. De trein bracht ons naar Jette. Op een directe trein naar St. Niklaas moest er een dik halfuur gewacht worden. Dat kon even goed op het statieplein in café 'De Welkom'. Een kroeg van hetzelfde allooi trouwens als de Terminus in Groot Bijgaarden. Nog vlug een laatste versnapering en de dag kon in stijl afgerond worden. Mooi gevuld weeral !

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.