woensdag 30 december 2015
De Denderstreek, een rondeke in Appels.
Deze keer er eens alleen op uit. 'Mot kenne' zegt den Hollander. De eindejaarsperiode leent er zich niet toe om makkelijk de violen op elkaar af te stemmen om een geschikte dag te pinnen. Geen erg er komen nog dagen genoeg. De Ronny en de Catsjou zaten nog ergens in de Ardennen, de Marc en den Angelo hadden elders eindejaarsverplichtingen.
't Kwam ineens op als grote k.., weliswaar zonder hoofdletter geschreven. 's Morgens bij het ontwaken nog wat liggen prakizeren ... eruit of niet ? Schoofzakje maken of niet ? Nog eens omdraaien of hoe zit het ? De poes kwam de knoop doorhakken. Stilletjes kwam ze onder het bed doorgeslopen en met een poezesprong op mijne kop en het obligate dabwerk naderhand maakte ze het me enigszins duidelijk. Eruit en er op uit. Bokes gesmeerd, een paar blikjes cola, geen pintje want dat drink je uitsluitend met maten, met mate ook, 't was rap gefikst.
Rond een uur of 10 stond ik al op de parking van Appels. Appels een deelgemeente van Dendermonde. Een landbouwdorpje in de Denderstreek geprangd tussen de Dender vallei en het Scheldebekken. De oorsprong van haar benaming is nog niet duidelijk. De Apls een beekje dat vroeger jaren door het gebied stroomde zou een aanwijzing kunnen zijn maar ook de verering van de Heilige Appolonia, voor alle duidelijkheid niet die van Prince, zou een aanknooppunt kunnen zijn. In alle geval drukt de stempel van de stad Dendermonde zwaar door op het Scheldedorpje. Langs de gehele wandeling wordt de rivaliteit tussen de ajuinenstad Aalst en de kopvleesfretters van Dendermonde aangescherpt met toeristische info-bordjes. Het Ros Beiaard heeft wel debet aan die eeuwenoude vete. Naar het schijnt danken de Dendermondenaren hun scheldnaam aan het feit dat de Aalstenaars hun buurstedelingen verweten dat ze de hondekadavers uit de Dender visten en daarmee hun 'kop', voor de Noorderburen 'Zult' maakten.
Maar ik was er op uit voor een toerke. De eerste kilometers waren niet zo denderend. Stukje dorp over beton en dan langs een oude Schelde- of Denderarm richting Scheldeloop. Geen mooi stukje. Een vies stinkend fabriek walmde een geur uit die me deed denken aan verbrande pistonnekes van een speelgoedrevolver uit mijn jeugd.
En zo wat verder wandelend langs de Schelde kon ik aan het Appelsveer mijn 's morgens gemaakte bokes binnenspelen op een bankske. Geen veerman te bespeuren alhoewel er een veerdienst met permanentie wordt gegarandeerd. Van een vriendelijke mens die passeerde kreeg ik daar op mijn bankske alle égards. 't Was vrij winderig daar aan die pont en lang heb ik daar niet gezeten. Iets later kwam ik aanbeland bij de Sint Onolfsdijk. Mooie wandeling zo langs dat jaagpad. De rietkragen op de scheldeoever zijn betoverend. Net toefjes room op een gebakje van een meester banketbakker. Wilde ganzen die hoog boven je kop luid gakkend overvliegen en de V van victory tekenen in de vaalgrijze hemel. Op weg naar waar ? Alleszins ver van hier, de horizon voorbij. Het laat je dromen. Een veerpontje dat werkloos afgemeerd ligt, een éénzame fietser die je voorbijrijdt, een landschap dat de slaap opzoekt en de eeuwige rust moet ontberen vanwege eb, vloed en stormtij op die grote stroom die haar deze rust nooit zal gunnen. En toch is het bevreemdend zo zonder gezelschap deze wegeltjes te bewandelen. Gans verschillend van een camino heb je toch min of meer behoefte aan een klapke onderweg. Dat was nu niet het geval. Solo slim was het. Ietskes verder, aan de Sint Onolfsdijk mondt de Dender uit in de Schelde. Een indrukwekkend sluizencompleks tref je daar aan. Een tijsluis ter verduidelijking voor de ingewijden. De Dender die oorspronkelijk door Dendermonde vloeide werd omgeleid om scheepvaart mogelijk te maken tot Aalst. De oude Dender, afgesloten weliswaar, loopt nog steeds door de oude stadskern. Een frisse wind was van de partij daar aan die sluis maar dat was hoegenaamd geen probleem om iets later de Maay binnen te duikelen. De Maay, een stiltegebied van Dendermonde, zo las ik althans op de infobordjes, moest wandelende recreanten een absolute rust garanderen in deze contreien. Stilte ? Gooi er je klak maar naartoe ! De omringende gewestwegen zorgden voor zo'n achtergrondlawaai dat de controverse je bijna in een deuk deed belanden. En toch merk je dat er mensen zich inspannen om de natuur te helpen om zich te handhaven. Weliswaar is de vrijwilligerswerk van talrijke natuurminnende mensen en dat stemt hoopvol. We gaan er op vooruit.
Zo, ik heb even de tijd gevonden om mijn tripke neer te pennen. Vrouwlief is met zoonlief gaan shoppen in Rotterdam ... dat gaf me even een adempauze. Deze week trek ik er opnieuw op uit. De bestemming laat ik aan de Catsjoe over :-) ? Que sera sera.
Naar foto-album : Album Appels
donderdag 24 december 2015
Een kerstboodschappeke
Langzaam sterft wie slaaf van sleur wordt,
elke dag hetzelfde pad beloopt,
niet van doel verandert,
de kleur van zijn kleren niet durft te veranderen,
en niet met vreemden praat.
elke dag hetzelfde pad beloopt,
niet van doel verandert,
de kleur van zijn kleren niet durft te veranderen,
en niet met vreemden praat.
...
Langzaam sterft wie hartstocht schuwt,
voor zwart op wit kiest
en liever de puntjes op de i heeft dan kolkende gevoelens,
die ogen weer doen vonken,
glimlachjes vrijwaren van verveling,
harten behoeden voor val en tranen.
...
voor zwart op wit kiest
en liever de puntjes op de i heeft dan kolkende gevoelens,
die ogen weer doen vonken,
glimlachjes vrijwaren van verveling,
harten behoeden voor val en tranen.
...
Langzaam sterft wie de tafel niet ondersteboven keert
als zijn werk hem ongelukkig maakt,
die niet verzaakt aan zekerheden om een droom na te jagen,
niet ten minste één keer in zijn leven
zich permitteert wijze woorden in de wind te slaan.
...
als zijn werk hem ongelukkig maakt,
die niet verzaakt aan zekerheden om een droom na te jagen,
niet ten minste één keer in zijn leven
zich permitteert wijze woorden in de wind te slaan.
...
Langzaam sterft wie niet reist, niet leest,
niet naar muziek luistert, zichzelf niet aardig vindt.
...
niet naar muziek luistert, zichzelf niet aardig vindt.
...
Langzaam sterft wie zijn eigenliefde vernietigt,
wie geen hulp aanvaardt.
...
wie geen hulp aanvaardt.
...
Langzaam sterft wie zijn dagen vult
met weeklachten over zijn droevig lot of de obstinate regen.
...
met weeklachten over zijn droevig lot of de obstinate regen.
...
Langzaam sterft wie een project opgeeft
nog voor het is aangevat,
geen vragen stelt bij wat hij niet kent
of geen antwoord geeft op vragen over wat hem vertrouwd is.
...
nog voor het is aangevat,
geen vragen stelt bij wat hij niet kent
of geen antwoord geeft op vragen over wat hem vertrouwd is.
...
Het leven kost veel meer moeite dan louter ademhalen.
Enkel brandend geduld zal ons in staat stellen
stralend geluk te veroveren.
...
stralend geluk te veroveren.
...
Leef nu!
Durf nu!
Handel nu!
Laat je niet langzaam sterven.
VERZAAK NIET AAN HET GELUK!
...
...
donderdag 17 december 2015
De Faluintjesstreek. Baardegem, Herdersem, Meldert en Moorsel in een notedoppeke.
Aan XVII Nîvose MMXV, volgens de Napoleon met zijne republikeinse kalender een dag in de winter- of sneeuwmaand en volgens mij een doordeweekse donderdag in december, ontbrak het mijn inziens aan elk kenmerk een winterdag waardig. Sneeuw of vorst nada. Ja toch wel maar dan ergens ver weg in de steppen of de toendra van Siberië. Zonder blikken of blozen orakelde de weergodin Sabine er een 14°C uit op de kijkbuis alsof het nog volop lente was. Volgens mij zijn haar weergoden behoorlijk het Noorden kwijt maar haar uitspraak gaf reden om er op uit te trekken in de weidse natuur. Maar waar weeral naartoe deze keer ? Keuze genoeg dat wel en dit niettegenstaande we in een piepklein landje wonen van ocharme maar een zakdoek groot ! Van de Faluintjesstreek had ik nog nooit gehoord laat staan er ooit geweest te zijn.
Geografisch gezien herbergt deze streek, buiten de in titel vernoemde gemeenten, nog enkele kleine gehuchtjes. Allen zijn het deelgemeenten van de Oostvlaamse ajuinenstad Aalst. Faluintjes, een voor mij tot voor kort onbekend woord, verwijst naar het middeleeuwse woord 'Falloerden' wat takkenbossen of houtbussels zou betekend hebben. In den tijd van Napoleon werd er dan weer gesproken van falaentenbosch of falaentenmeersch, verwijzend naar een moerassig en verlaten drassig gebied. De streek werd dan toegankelijk gemaakt door de meersen te dempen met houtbussels gemaakt van essen of wilgenhout.
Met een blauwdruk uit de website van Routeyou ben ik dan maar aan de slag gegaan om het wandelingetje wat te verfraaien. Het Kravaalbos, een pareltje, was er niet in opgenomen in deze blauwdruk en dat vond ik een beetje jammer. Ik heb er dan maar een stukje aangebreid. Het Kravaalbos is net zoals het Hallerbos en het Zôniënwoud een versnipperd restant van het immense kolenwoud dat zich vroeger jaren uitstrekte van de Noordzee tot aan de oevers van de Rijn. Het bos is nu in privébezit maar grote gedeelten zijn toegankelijk voor de natuurminnende mens. Volgens ingewijden in de lokale fauna zouden er zich nog een 30-tal reeën in het bos ophouden. Ik hoopte er enkele te kunnen spotten. Op ornithologisch gebied is het eveneens een kanjer. Het is een overwinteringsgebied voor de buizerd en de ransuil. Het spotten van groot wild en zeldzame vogels geeft altijd een meerwaarde aan je natuurtochtje. Hopelijk worden er de mooie paadjes en de rust waarvan men spreekt niet geteisterd door mountainbikers die hier hun overschot aan testosteron op hun pedalen kwijt willen raken. Ik wil ter verduidelijking niet alle cyclo adepten over dezelfde kam scheren. Er zijn er toffe bij ook !
Vorige nacht 'op den bots' bij 'Stinne' terechtgekomen. Heerlijk oervlaams bruin café waar de sfeer van vroeger en de nostalgie vanaf druipen. Een uniek interieur met de specifieke geurenmix van bier, bruine zeep en slapeloosheid. De aanwezige juke box draait nog 45 toeren singles! Een samengeraapt terras onder een paar slingers veelkleurige lampen. Supervriendelijke service en heerlijk fris getapte pinten! Wat een verrassing, wat een heerlijk moment!
De Ronny of den Angelo zouden zorgen voor het geestrijke vocht. Een eendencassoulet vergezeld van wat gebakken petatjes zou mijn bijdrage worden voor het stillen van het hongergevoel onderweg. Voor onze 4de musketier, de Marc, was het nog onduidelijk of hij zich kon vrijmaken van zijn professionele verplichtingen.
Afspraak om 9 uur aan de statie van Puurs met den Angelo en we zouden wel zien of d'Artagnan kon komen opdagen.
De Ronny en de Catsjoe zouden ons daar oppikken om van daar uit samen naar onze bestemming te bollen.
De Marc was dan toch komen opdagen en een halfuurtje later stond de Ronny zijn automobiel in een dorpsstraatje van het gehuchtje Baardegem. Complete stilte daar in dat door God en klein Pierke verlaten oord. Met z'n vijven op schok richting Kravaalbos langs kleine dorpswegeltjes en beemden in een zachtglooiend decor. Mooi mooi. Al na een halfuurke werd het behoorlijk warm en verhuisden de windstops richting backpack. Ik geloof dat er naar de eerder aangekondigde 14°C met de klak was gegooid, volgens mij was het er ruim boven bij momenten. Tof, lachen en zeveren onderweg op de modderwegeltjes die je wel tot oplettendheid aanmaanden wilde je niet tijdens de lachpartijen uitschuiven en op je gevelwerk belanden. De Catsjoe in 4 x 4 modus had daar zichtbaar minder problemen mee en deed weeral haar uiterste best om het groepeke bijeen te houden. Een vrolijke dorpsbewoner, op stap met zijn viervoeter deed haar even haar taak vergeten. Met "Is 't een teefke ?" viel hij bij het beginnende snuffelwerk maar meteen met de deur in huis. Zijn guitige oogjes spraken boekdelen. "Dan kan t' gi kaat" stelde hij vast. "Hierzi, aa zister" probeerde hij zijn hond wijs te maken. Met "Wa vinne van aa brier ?" richtte hij zijn volgende vraag aan de Catsjoe. Zijn Olsjterse accent (Aalst) kon hij niet onder stoelen of banken steken. Grappig en wat een taalrijkdom die verschillende dialekten van onze moedertaal ons toch opleveren !
Tijd om te schoven. Een enorme gesneuvelde boomstam in het Kravaalbos werd omgetoverd tot een waar eetsalon. De branderkes kwamen te voorschijn en het kokerellen kon beginnen. De Marc had 's avonds voordien nog een enorme appelcake gebakken. Zelf was hij niet zo tevreden van zijn bakwerk maar ik, noch de anderen konden er iets op aanmerken. Lekker zene ! De Ronny had een mélange gemaakt van 3 verschillende appelations contrôlées, lees wat kletskes overschot van wijn bijeen, en in een thermosfleske gebotteld. Origineel en prima om de eendencassoulet en gebakken petatjes door te spoelen. Als dessertje nog een Irish coffee, alles er op en eraan en daarna opgekrast voor nog wat meer stapplezier. Veel gelachen onderweg maar toch ook diepgaande gesprekjes over kroost en gezin kwamen aan bod. Volgens mij kunnen zo'n diepgaande wandelbabbels soms meer opbrengen dan het uren doorgezakt neerhangen op de sofa van de één of andere zieleknijper. Dat is alleszins hoe ik er over denk.
Hoog tijd om de Afflighem te gaan proeven. Helaas het bruine café 'Bij Stinne' bleek voor nachtbrakers bestemd. Eerst om 7 uur 's avonds gingen de deuren open van deze dranktempel. Wat verder in Meldert kon aan deze behoefte voldaan worden. 't Begon al te donkeren ondertussen en er moesten nog een paar kilometerkes gestapt worden langs de slijkwegeltjes. Lampeke op de bol en stappen maar. Nu richting Moorsel. In Moorsel werden we door een paar jonge gasten aangesproken die op een caféterraske een sigaretje aan 't smoren waren. We moesten even binnenkomen. Waarom niet ? Ze waren ook geïnteresseerd in wandelen. De dodentocht hadden ze al op hun palmares staan. Eén van hen, een student aan de hogere zeevaartschool in Vlissingen ambieerde per toeval ook een Santiagotocht. Hij pikkelde een beetje en om onze twijfels omtrent de haalbaarheid van zo'n tocht weg te nemen verduidelijkte hij meteen de oorzaak van z'n mankepoot. Hij had verdorie met een kettingzaag in zijn been gezeten. Pijnlijke toestand alleszins maar een fotootje van zijn blessure in mijn blog zou hij ten zeerste op prijs gesteld hebben. Leuk stel die gasten. Van fotokes gesproken, ik heb er weer enkele mooie kunnen versieren. Den Angelo wou niet mee op de fotokes. Reden daarvoor lag bij zijn coiffeur. Met een slecht ingestelde tondeuse had die een jaap getrokken op zijn hersenpan zodat die kaalgeschoren lap diende bedekt te worden met zijn muts. Bij het bekijken van de fotokes moet je dus niet denken dat onze 3de musketier de één of andere gemaskerde terrorist is. Nummer 4 uit het jeugdig cafégezelschap was al uit bed om halfvier. Gaan werken, een pintje gaan drinken. Nu moest hij nog naar een feestje om daarna maar weer terug 2 uurtjes te kunnen gaan pitten vooraleer terug naar het werk te stappen. Waar is den tijd dat ik dat ook nog kon :-) ?
Tijd om terug naar huis te gaan. Nog een goed uurke stappen vooraleer we terug aan ons startpunt kwamen. Den auto in en terug naar af, de statie van Puurs. Te vroeg echter en in plaats van nog een klein uurtje op het perron te koekeloeren kon er gerust nog een laatste slok bij. Nog een vluggertje dus in een kroegje met een sfeervol interieur. Een gloednieuw ogend solexbrommerke uit 1955, even oud als ik, was het pronkstuk van de cafébaas zijn meubilair ... Genieten tot het allerlaatste moment, zo hoort het te zijn. Sjieke dag, een kadoke weeral :-). Bedankt maten.
Naar foto-album : Album Faluintjes
donderdag 10 december 2015
Het Donkengebied tussen Zennegat en de Rupel en Oud Heverlee in het Dijleland.
De zondagse wandelingetjes, te vinden op Marching.be, van Aktivia slaan weer aan bij de vrienden. Het wandeltochtje op zondag is, na een tijdje op een kersenpitje gesmeuld te hebben, nu reeds het 3de op rij. Een prima ontspanning en goed voor lijf en leden. En er is versterking bijgekomen. De Frans en Lydia, een sportief stel en wandelliefhebbers hebben mee de rangen vervoegd. Ook hun hondeke Fien, een Jack Russelke, stapt dapper mee. Met een vrolijk amalgaan van 2 ex-armen der wet, een koffiemarsjant (lees maar vertegenwoordiger) en ikzelf gaan we dus op stap in de natuur samen met de respectievelijke wederhelften. Een zalig toerke vanuit het Bloso domein in Hazewinkel en zo over de dijken naar Heffen werd het. Bij de inschrijving kreeg ik begot nog een speculase ventje van de Sint. Ik moet dus braaf geweest zijn dit jaar :-). Wat dreigende wolken en een fris briesje waren geen reden om thuis in je zetel te blijven hangen. De bottienen aan en stappen maar. Alhoewel, mijne maat de Walter zweert bij zijn caoutchouc botten om te stappen. Dat stapt gemakkelijk beweert hij. Edoch, als de nood zeer hoog is, hij heeft het trouwens zelf al ondervonden, en je je broek moet laten zakken achter een boom dan komt er wel wat behendigheid aan te pas om die nood te kunnen lenigen. Met de wetten der zwaartekracht dient immers rekening gehouden te worden. In dit geval zowel wat de rustplaats van je creatie betreft alsook wat betreft het behoud van je evenwicht.
De opkomst was groot daar op Hazewinkel. Het mooie parcours zal daar wel debet aan gehad hebben met als gevolg dat er door het vele volk geen plaats meer was op de tussenstop in Heffen. Dan maar uitgeweken naar het duivenlokaal iets verderop. Een Gouden Carolus smaakte naar nog dus het werden er twee bij de belegde broodjes. Ondertussen lag heel de vloer vol slijk en aardeklonters afkomstig van de wandelaars hun bottienen. Ze waren met velen die het café binnenstuikten voor hun schof. Ik denk dat de cafébazin de zondagavond meer vuil van de vloer heeft moeten vagen dan al het vuil tesamen afkomstig van een gans jaar duiven in te korven. Reken daar de pluimen ook maar ineens bij.
Een piepklein toerke van bijna 14km is het geworden. Fientje met haar korte pootjes heeft wel het dubbele getrippeld met de keren dat ze achter een geworpen stokje aanholde. Als afsluiter nog een toast in m'n kantinneke op 't Sint Anneke op de geslaagde donkenwandeling. Waar naartoe nu zondag is de volgende vraag.
Naar foto-album : Album Donkenwandeling
Oud Heverlee in Vlaams Brabant is een bezoekje waard. Het ligt op de scheiding van het vroegere kolenwoud en de Dijlevallei. Het is een gebied waarin je in een weidse omgeving talloze wandelknoopunten kunt vinden waarmee je ontelbare keren zelf je wandelingen kan componeren. Mooie volle bossen met rustieke wandelpaadjes zijn er in overvloed.
Vandaar dat deze week Oud Heverlee er uitgepikt werd om te gaan verkennen. Van daaruit in een grote lus over Heverlee, Ormendaal, Langerode, Neerijse en de Dijle volgend tot in Korbeek-Dijle om zo terug aan de statie te belanden in Oud Heverlee. Ik schat droog gewogen een 25 kilometertjes.
En na Angelo is er nog een wandelaar bijgekomen. De Marc, een ex-collega die ook liefhebber is van wandelingetjes in de natuur. Om 10 zijn we met z'n vieren afgestapt in de statie Oud Heverlee. Deze keer een vlotte treinregeling, je kijkt er zowaar van op. Prachtig weer ook. Ook deze keer was er een picknick voorzien. De Ronny zorgde voor pitta en broodjes, den Angelo voor de aperitiefhapjes, de Marc voor een lekker potteke soep en ik voor de wijn, de groentjes en de sauzekes. Een probleem stelde zich omdat we uitgerekend na een 6 tal kilometertjes een lemen schuilhut moesten aantreffen. Niks te zien totdat we tot het besef waren gekomen dat we de lus in omgekeerde zin aan het bestappen waren en die schuilhut maar eerst aan het einde van de wandeling zouden tegenkomen. Kom zoiets tegen ! Daarvoor lopen we dan met drieën met een GPS rond ! Iets verder troffen we dan toch een picknickplaatske aan. Het tafelblad stond zo scheef als een hark maar dat was geen belet om er een lekker dineetje op uit te stallen. Een doorgezaagd olievat deed eventjes dienst als komfoor om de branderkes in op te stellen. Picknicken half december, er zijn mensen die je als krankzinnig bestempelen. En toch is het genieten, schrijf dat maar even voor me op.
Een heel mooi maar slijkerig parcours is het geworden. En jawel, ondanks de frisse wind die er stond, gaf het zonnetje nog een beetje haar warmte af. Mooie holle wegen, slingerende beekjes met beverdammen stromend naar immense vijverpartijen, beemden en paadjes die je door de heuvelende weiden voeren. Goed voor een 220 hoogtemeters stapplezier. Geen koeien meer te bespeuren in de weiden want die staan al een tijdje op stal. Ze liggen er maar kaal bij nu. De Catsjoe was helemaal in haar nopjes. Merkwaardig toch hoe zo een hond automatisch in herdermode overschakelt wanneer je zo in een klein groepje stapt. Telkens er iemand achterbleef stimuleerde dit haar argwaan en probeerde ze het groepje, haar roedel, terug bijeen te brengen. Tegen zonsondergang aan zochten we een pintje op. Dat werd ondertussen hoog tijd. Een brasserie in Zuidelijk Dijleland kon daarvoor zorgen. Een Brugse tripel op een buitenterrasje, dat smaakt wel. Binnen in de Brasserie zat het goed vol met taartjesverorberende en koffieslurpende dames, daarbuiten op het terras daarentegen was het ietske minder druk. Juist geteld 4 stappers en een hond die het er gezellig vonden. Ondertussen begon het al stevig te donkeren en nog een kilometerke of 7-8 moesten er gemaald worden. In het donker de bospaadjes volgen heeft wel iets. Zo met dat lampje op je kop heeft het wel iets spooky. De schaduwen van de bomen in de lichtbundel van je lampeke dansen dan op en neer. Mooi zo in het donkere bos.
De lemen schuilhut zijn we dan uiteindelijk toch nog tegengekomen maar geen kat was er te bespeuren. Ja 't is vroeg donker nu maar nog een beetje geduld en dan beginnen de dagen terug te lengen. Opnieuw bergop, de eindeloze kringloop van de natuur volgend. Als deze zich maar niet vroegtijdig wreekt voor de roofbouw en de aanslagen die het mensdom er op heeft gepleegd. Even voor het eindpunt bleek het nog wat vroeg om de trein te nemen. Dat was een geldig excuus om nog het bistrootje 'De Sortie' binnen te duikelen voor een laatste afsluiter. Daarna de trein op en terug huiswaarts na een mooie dag natuur in een prachtige streek. De batterij kan er weer even tegen. Toch tot volgende week hoogstwaarschijnlijk want dan trekken we er terug op uit. 'Ik ben weeral wreed blij dat ik content ben' declameerde de Ronny na afloop van het wandelingetje. Marc en den Angelo moeten er net als ik ook zo over gedacht hebben.
Naar foto-album : Album Oud Heverlee
De opkomst was groot daar op Hazewinkel. Het mooie parcours zal daar wel debet aan gehad hebben met als gevolg dat er door het vele volk geen plaats meer was op de tussenstop in Heffen. Dan maar uitgeweken naar het duivenlokaal iets verderop. Een Gouden Carolus smaakte naar nog dus het werden er twee bij de belegde broodjes. Ondertussen lag heel de vloer vol slijk en aardeklonters afkomstig van de wandelaars hun bottienen. Ze waren met velen die het café binnenstuikten voor hun schof. Ik denk dat de cafébazin de zondagavond meer vuil van de vloer heeft moeten vagen dan al het vuil tesamen afkomstig van een gans jaar duiven in te korven. Reken daar de pluimen ook maar ineens bij.
Een piepklein toerke van bijna 14km is het geworden. Fientje met haar korte pootjes heeft wel het dubbele getrippeld met de keren dat ze achter een geworpen stokje aanholde. Als afsluiter nog een toast in m'n kantinneke op 't Sint Anneke op de geslaagde donkenwandeling. Waar naartoe nu zondag is de volgende vraag.
Naar foto-album : Album Donkenwandeling
Oud Heverlee in Vlaams Brabant is een bezoekje waard. Het ligt op de scheiding van het vroegere kolenwoud en de Dijlevallei. Het is een gebied waarin je in een weidse omgeving talloze wandelknoopunten kunt vinden waarmee je ontelbare keren zelf je wandelingen kan componeren. Mooie volle bossen met rustieke wandelpaadjes zijn er in overvloed.
Vandaar dat deze week Oud Heverlee er uitgepikt werd om te gaan verkennen. Van daaruit in een grote lus over Heverlee, Ormendaal, Langerode, Neerijse en de Dijle volgend tot in Korbeek-Dijle om zo terug aan de statie te belanden in Oud Heverlee. Ik schat droog gewogen een 25 kilometertjes.
En na Angelo is er nog een wandelaar bijgekomen. De Marc, een ex-collega die ook liefhebber is van wandelingetjes in de natuur. Om 10 zijn we met z'n vieren afgestapt in de statie Oud Heverlee. Deze keer een vlotte treinregeling, je kijkt er zowaar van op. Prachtig weer ook. Ook deze keer was er een picknick voorzien. De Ronny zorgde voor pitta en broodjes, den Angelo voor de aperitiefhapjes, de Marc voor een lekker potteke soep en ik voor de wijn, de groentjes en de sauzekes. Een probleem stelde zich omdat we uitgerekend na een 6 tal kilometertjes een lemen schuilhut moesten aantreffen. Niks te zien totdat we tot het besef waren gekomen dat we de lus in omgekeerde zin aan het bestappen waren en die schuilhut maar eerst aan het einde van de wandeling zouden tegenkomen. Kom zoiets tegen ! Daarvoor lopen we dan met drieën met een GPS rond ! Iets verder troffen we dan toch een picknickplaatske aan. Het tafelblad stond zo scheef als een hark maar dat was geen belet om er een lekker dineetje op uit te stallen. Een doorgezaagd olievat deed eventjes dienst als komfoor om de branderkes in op te stellen. Picknicken half december, er zijn mensen die je als krankzinnig bestempelen. En toch is het genieten, schrijf dat maar even voor me op.
Een heel mooi maar slijkerig parcours is het geworden. En jawel, ondanks de frisse wind die er stond, gaf het zonnetje nog een beetje haar warmte af. Mooie holle wegen, slingerende beekjes met beverdammen stromend naar immense vijverpartijen, beemden en paadjes die je door de heuvelende weiden voeren. Goed voor een 220 hoogtemeters stapplezier. Geen koeien meer te bespeuren in de weiden want die staan al een tijdje op stal. Ze liggen er maar kaal bij nu. De Catsjoe was helemaal in haar nopjes. Merkwaardig toch hoe zo een hond automatisch in herdermode overschakelt wanneer je zo in een klein groepje stapt. Telkens er iemand achterbleef stimuleerde dit haar argwaan en probeerde ze het groepje, haar roedel, terug bijeen te brengen. Tegen zonsondergang aan zochten we een pintje op. Dat werd ondertussen hoog tijd. Een brasserie in Zuidelijk Dijleland kon daarvoor zorgen. Een Brugse tripel op een buitenterrasje, dat smaakt wel. Binnen in de Brasserie zat het goed vol met taartjesverorberende en koffieslurpende dames, daarbuiten op het terras daarentegen was het ietske minder druk. Juist geteld 4 stappers en een hond die het er gezellig vonden. Ondertussen begon het al stevig te donkeren en nog een kilometerke of 7-8 moesten er gemaald worden. In het donker de bospaadjes volgen heeft wel iets. Zo met dat lampje op je kop heeft het wel iets spooky. De schaduwen van de bomen in de lichtbundel van je lampeke dansen dan op en neer. Mooi zo in het donkere bos.
De lemen schuilhut zijn we dan uiteindelijk toch nog tegengekomen maar geen kat was er te bespeuren. Ja 't is vroeg donker nu maar nog een beetje geduld en dan beginnen de dagen terug te lengen. Opnieuw bergop, de eindeloze kringloop van de natuur volgend. Als deze zich maar niet vroegtijdig wreekt voor de roofbouw en de aanslagen die het mensdom er op heeft gepleegd. Even voor het eindpunt bleek het nog wat vroeg om de trein te nemen. Dat was een geldig excuus om nog het bistrootje 'De Sortie' binnen te duikelen voor een laatste afsluiter. Daarna de trein op en terug huiswaarts na een mooie dag natuur in een prachtige streek. De batterij kan er weer even tegen. Toch tot volgende week hoogstwaarschijnlijk want dan trekken we er terug op uit. 'Ik ben weeral wreed blij dat ik content ben' declameerde de Ronny na afloop van het wandelingetje. Marc en den Angelo moeten er net als ik ook zo over gedacht hebben.
Naar foto-album : Album Oud Heverlee
donderdag 3 december 2015
Langs de polderdorpjes over de grens in Zeeland
We zitten al in december en wanneer er dan mooi weer wordt voorspeld moet je dat zeker te baat nemen om een frisse neus te halen. Een toertje in Zeeland ! Daar vind je bergen met frisse lucht. Het mag gezegd, het landschap en de streek zelf daarentegen is zo plat als een overrijpe vijg. Maar daarom nog niet lelijk zene ! Den Angelo kon niet meewandelen omdat hij thuis opzag tegen een stapel brandhout dat dringend weggestapeld moest worden. Om 10 uur draaide de Ronny de motor uit in het voormalige havendorpje Kruispolder. Kruispolder is gelegen ten westen van het Verdronken Land van Saefthinge. Met de verstevigingen aan te brengen aan de zeedijken is het oude haventje in Kruispolder teloor gegaan waarna dit polderdorpje indommelde naar een eeuwige slaap. Vanuit dit voormalige havendorpje heb je nog een prachtig zicht op het Verdronken Land. Een schorregebied van 3580 hectare en het grootste brakwaterschor van gans Europa. Een gebied dat prat mag gaan op een fascinerende geschiedenis. In 1570 werd bijna het volledige gebied onder water gezet door de Allerheiligenvloed. Alleen Saefthinge en nog enkele andere stukken land bleven boven water. In Namen dat eveneens onder het wassende water verdween bleef enkel de kerktoren nog zichtbaar. De klokken hiervan werden ondergebracht in de kerktoren van het nabijgelegen Grauw. Tijdens de 80-jarige oorlog, in 1584 om precies te zijn staken Nederlandse soldeniers de dijken door om strategische redenen en werd ook Saefthinge opgeofferd aan de machtige Scheldestroom. Soms worden er nu nog restanten teruggevonden van de verdwenen dorpjes en door het schurend effect van het wassende water bij vloed komen er soms nog restanten van huizen en kerken bloot te liggen. Het is beslist de moeite om er eens een bezoekje te brengen. Een paar rubberlaarzen zijn onontbeerlijk om je een weg door het schor te banen. Wat reservekledij eveneens voor het geval je een totter in het slijk plant. Een bezoekje aan het schor dien je best met een gids ten uitvoer te brengen. Het is trouwens niet toegelaten om er onbegeleid in rond te dwalen vanwege de gevaarlijke partijen drijfzand die er aanwezig zijn. Opletten geblazen dus !
En nu op stap richting zeegat langs de Scheldedijk. Beneden de dijk was het een stuk zachter dan er bovenop. Daar stond er een stevige en frisse bries. Maar het is er zalig wandelen. Aan de éne kant krijg weidse akkers gekaderd in landelijke tafereeltjes, kijk je de andere kant op dan zie je de Scheldestroom, de kloppende zilveren ader van onze welvaart, Een prachtig stilleven is het wanneer je die oceaanreuzen op de stroom ziet dobberen in de richting van de Antwerpse havens. Ze komen haast zo dicht bij de oever dat je, wanneer het avond zou zijn en donker, de matrozen aan boord zou kunnen horen zingen ...
Niet dromen Jan, Was dat niet uit den tijd van de grote zeilschepen, de sierlijke windjammers en de toen opkomende stoomboten ? Nee, niet dromen, maar nostalgie, awel da krijgt nog zijn plaatske in mijnen blog.
We, ttz ik, de Ronny en de Catsjoe hebben tot de hoogte van de 'ouwe haven' van Kloosterzande de dijk gevolgd. Daar zijn we dan landinwaarts richting Kloosterzande getrokken. Een verlaten terrein ter grootte van een basketbalveld lag bezaaid met carnavalsreuzen uit wel een ganse carnavalsstoet. Het terrein lag aan de afslag naar Kloosterzande. Triestige aanblik was dat. Die reuzepoppen opeengestapeld en ineengewrongen. 't Voelde doods aan. Net een kerkhof van afgestorven plezier en volksvermaak. Brrr.
In Kloosterzande wilden we een 'kroechie' opzoeken voor het aperitiefje maar helaas. Dat was er niet te vinden in dit stukje Nederland. Althans niet eentje dat er op dit schabouwelijke uur al zijn deuren had geopend voor vertier en drank.
Zonder het gebruikelijke voorafgaande aperitiefje hebben we ons dan maar aan een straatkappeletje neergeploft, Uit de wind voor de vuurtjes van onze openlucht-cuisine. Appelspijs uit het kiloke dat Sneeuwwitje verleden week had gekocht, appelmoes ter verduidelijking voor onze Noorderburen, bruin zuurdesembrood, broodjes, zwarte pensen, witte pensen en pensen met calvados en stukjes appel. Dit alles gechaperonneerd door een fleske rode wijn van eenvoudige komaf. Voor de Catsjoe was er nog een halve frikadellekoek voorzien, een overschotje van gisteren. Wie doet er beter :-) ? 't Heeft weeral goed gesmaakt. Dat gaan we nog doen !
Opmerkelijk hoeveel huizen er te koop staan in die Zeelandse polderdorpjes. In elk straatje vind je er wel een stuk of 5. Nette huisjes, keurig onderhouden. Het is net alsof er een exodus aan de gang is van de dorpsgemeenschap. Nochthans is het er zeer vredig wonen. Misschien wel een beetje te vredig voor de moderne gehaaste mens. Zeker in de gehuchtjes waar we doorwandelden zoals 'Oude Stoof', 'Kuitaart' en 'Strooienstad' was het muisstil. Daar kon je zelfs geen winkeltje aantreffen, laat staan een 'kroechie'. En toch, de mensen leven er heel open en onbevangen. 's Avonds in het donker en je loopt voorbij die huisjes voel je je zelfs een beetje een voyeur. Gordijnen of rolluiken aan de vensters die angstvallig alle blikken naar binnen moeten weren tref je er niet aan. Je kijkt zo, ongeremde of ongecontroleerde curiositeit natuurlijk, wat er op of in het bord van de bewoners ligt. De mensen storen zich daar hoegenaamd niet aan. Opmerkelijk en misschien is het ontbreken van enige schroom wel een typisch kenmerk van de volksaard daar in die contreien.
In Hengstdijk kregen we toch stilletjes zin in een goeie koffie en de Ronny verkoos als toemaatje nog een neut jonge klare. Het 'Jagershuis' was het enig toevluchtsoord dat in Hengstdijk onder de noemer 'Horeca' kon gecatalogiseerd worden. Een mooie stulp weliswaar. Een établissement dat volgens Margot, de uitbaatster, voornamelijk bezocht wordt door een kalandizie dat zich bezighoudt met het ombrengen van dieren als hobby. Het intérieur van Margot was overvloedig voorzien van artefacten die appeleerden aan de jacht. Opgezette beesten, jachttrofeetjes, geweien, jachthoorns, schedels enzovoort. Geweren heb ik er niet zien hangen. Al goed. De Ronny was al een tijdje op zoek naar een schedel van het één of ander beest voor zijn pergola om er wat sfeer in te brengen. Toen Margot hiervan hoorde ging ze prompt haar zolder op en kwam terug met 2 mooie exemplaren. De Ronny kreeg ze kado van dat mens. Sympathiek hé ? Een lieve dame die Margot !
Nog 9 kilometertjes tot aan eindpunt vielen er te stappen. En binnen een uurtje zou de zon al ondergaan. Nog wat nagenieten van het weidse polderlandschap en stilaan konden we weeral hopen op een mooie zonsondergang. Die kwam er ook. Fantastisch mooi dat kleurenspel. De fuchsiatinten onder de laaghangende wolken gaven de wolkenranden violette korstjes, Daaronder de oranje vuurgloed van Laura die zachtjes aan verschaald en in haar zwanenzang nog een purperen schijnsel tovert dat een groot deel van de einder omspant. Machtig schouwspel, je moet de magie er in zien. Ons wandelingetje zat er ook op. Een mooie dag, 27 kilometertjes op voornamelijk asfaltbaantjes wat iets, maar niet veel minder was. Prachtig weer ook en enkele lieve mensen tegengekomen. Ik heb weer gelukkig kunnen zijn vandaag. Wat een geschenk toch !!!
Tijd om naar huis te keren. Een klein half uurtje bollen had de Ronny nodig om me thuis te brengen. Volgende week zien we weeral uit naar een volgend tochtje en nu zondag ga ik eens Hazewinkel tegen Klein Willebroek verkennen. Stappers uit Mühlbach worden er verwacht. Ben benieuwd.
Naar foto-album : Album Zeeland
En nu op stap richting zeegat langs de Scheldedijk. Beneden de dijk was het een stuk zachter dan er bovenop. Daar stond er een stevige en frisse bries. Maar het is er zalig wandelen. Aan de éne kant krijg weidse akkers gekaderd in landelijke tafereeltjes, kijk je de andere kant op dan zie je de Scheldestroom, de kloppende zilveren ader van onze welvaart, Een prachtig stilleven is het wanneer je die oceaanreuzen op de stroom ziet dobberen in de richting van de Antwerpse havens. Ze komen haast zo dicht bij de oever dat je, wanneer het avond zou zijn en donker, de matrozen aan boord zou kunnen horen zingen ...
Niet dromen Jan, Was dat niet uit den tijd van de grote zeilschepen, de sierlijke windjammers en de toen opkomende stoomboten ? Nee, niet dromen, maar nostalgie, awel da krijgt nog zijn plaatske in mijnen blog.
We, ttz ik, de Ronny en de Catsjoe hebben tot de hoogte van de 'ouwe haven' van Kloosterzande de dijk gevolgd. Daar zijn we dan landinwaarts richting Kloosterzande getrokken. Een verlaten terrein ter grootte van een basketbalveld lag bezaaid met carnavalsreuzen uit wel een ganse carnavalsstoet. Het terrein lag aan de afslag naar Kloosterzande. Triestige aanblik was dat. Die reuzepoppen opeengestapeld en ineengewrongen. 't Voelde doods aan. Net een kerkhof van afgestorven plezier en volksvermaak. Brrr.
In Kloosterzande wilden we een 'kroechie' opzoeken voor het aperitiefje maar helaas. Dat was er niet te vinden in dit stukje Nederland. Althans niet eentje dat er op dit schabouwelijke uur al zijn deuren had geopend voor vertier en drank.
Zonder het gebruikelijke voorafgaande aperitiefje hebben we ons dan maar aan een straatkappeletje neergeploft, Uit de wind voor de vuurtjes van onze openlucht-cuisine. Appelspijs uit het kiloke dat Sneeuwwitje verleden week had gekocht, appelmoes ter verduidelijking voor onze Noorderburen, bruin zuurdesembrood, broodjes, zwarte pensen, witte pensen en pensen met calvados en stukjes appel. Dit alles gechaperonneerd door een fleske rode wijn van eenvoudige komaf. Voor de Catsjoe was er nog een halve frikadellekoek voorzien, een overschotje van gisteren. Wie doet er beter :-) ? 't Heeft weeral goed gesmaakt. Dat gaan we nog doen !
Opmerkelijk hoeveel huizen er te koop staan in die Zeelandse polderdorpjes. In elk straatje vind je er wel een stuk of 5. Nette huisjes, keurig onderhouden. Het is net alsof er een exodus aan de gang is van de dorpsgemeenschap. Nochthans is het er zeer vredig wonen. Misschien wel een beetje te vredig voor de moderne gehaaste mens. Zeker in de gehuchtjes waar we doorwandelden zoals 'Oude Stoof', 'Kuitaart' en 'Strooienstad' was het muisstil. Daar kon je zelfs geen winkeltje aantreffen, laat staan een 'kroechie'. En toch, de mensen leven er heel open en onbevangen. 's Avonds in het donker en je loopt voorbij die huisjes voel je je zelfs een beetje een voyeur. Gordijnen of rolluiken aan de vensters die angstvallig alle blikken naar binnen moeten weren tref je er niet aan. Je kijkt zo, ongeremde of ongecontroleerde curiositeit natuurlijk, wat er op of in het bord van de bewoners ligt. De mensen storen zich daar hoegenaamd niet aan. Opmerkelijk en misschien is het ontbreken van enige schroom wel een typisch kenmerk van de volksaard daar in die contreien.
In Hengstdijk kregen we toch stilletjes zin in een goeie koffie en de Ronny verkoos als toemaatje nog een neut jonge klare. Het 'Jagershuis' was het enig toevluchtsoord dat in Hengstdijk onder de noemer 'Horeca' kon gecatalogiseerd worden. Een mooie stulp weliswaar. Een établissement dat volgens Margot, de uitbaatster, voornamelijk bezocht wordt door een kalandizie dat zich bezighoudt met het ombrengen van dieren als hobby. Het intérieur van Margot was overvloedig voorzien van artefacten die appeleerden aan de jacht. Opgezette beesten, jachttrofeetjes, geweien, jachthoorns, schedels enzovoort. Geweren heb ik er niet zien hangen. Al goed. De Ronny was al een tijdje op zoek naar een schedel van het één of ander beest voor zijn pergola om er wat sfeer in te brengen. Toen Margot hiervan hoorde ging ze prompt haar zolder op en kwam terug met 2 mooie exemplaren. De Ronny kreeg ze kado van dat mens. Sympathiek hé ? Een lieve dame die Margot !
Nog 9 kilometertjes tot aan eindpunt vielen er te stappen. En binnen een uurtje zou de zon al ondergaan. Nog wat nagenieten van het weidse polderlandschap en stilaan konden we weeral hopen op een mooie zonsondergang. Die kwam er ook. Fantastisch mooi dat kleurenspel. De fuchsiatinten onder de laaghangende wolken gaven de wolkenranden violette korstjes, Daaronder de oranje vuurgloed van Laura die zachtjes aan verschaald en in haar zwanenzang nog een purperen schijnsel tovert dat een groot deel van de einder omspant. Machtig schouwspel, je moet de magie er in zien. Ons wandelingetje zat er ook op. Een mooie dag, 27 kilometertjes op voornamelijk asfaltbaantjes wat iets, maar niet veel minder was. Prachtig weer ook en enkele lieve mensen tegengekomen. Ik heb weer gelukkig kunnen zijn vandaag. Wat een geschenk toch !!!
Tijd om naar huis te keren. Een klein half uurtje bollen had de Ronny nodig om me thuis te brengen. Volgende week zien we weeral uit naar een volgend tochtje en nu zondag ga ik eens Hazewinkel tegen Klein Willebroek verkennen. Stappers uit Mühlbach worden er verwacht. Ben benieuwd.
Naar foto-album : Album Zeeland
maandag 30 november 2015
Rond Duffel, waar de Nete stroomt.
Zondag ben ik terug gestart met wandelingetjes te maken met de vriendenkring. Op de site Marching.be kan je zo elke dag een uitgestippeld wandelingetje meepikken georganiseerd door de één of andere wandelclub. Een wandelclub uit Temse had een parcours uitgetekend in de Durmevallei met startplaats in Elversele. Ik lag in een deuk toen ik de commentaar las die de wandeling wat meer aantrekkingskracht moest opleveren. ... Je wandelt naar het hoogste punt in de streek tot op een hoogte van 35 meter vanwaar je een prachtig panorama kunt aanschouwen. Alle respect hoor voor de inrichters van zulke wandelingen, ze verdienen een medaille, maar als je enkele weken geleden nog naar toppekes van 1400 meter bent geklauterd dan vind je dit beslist een grappige beschrijving. Maar het was een mooie wandeling. Een klein incidentje met wielerterroristen op het jaagpad niet te na gesproken. Het is verdorie toch godgeklaagd dat sommige van die kerels zich heer en meester wanen over de wegen die ze moeten delen met wandelaars. Een bel om zich van hun komst te verwittigen hebben ze niet en dan scheren ze je rakelings met hoge snelheid voorbij. Als je hen dan naroept dat ze moeten bellen dan krijg je de wind van voor. Maar ik snap het nu. De Ronny heeft me dat uitgelegd. Alles draait om het kilometertellertje dat op hun veloke staat. Afremmen voor een voetganger betekent immers dat hun gemiddelde snelheid daalt en daar draait het om. Na hun raids moeten ze in hun stamcafé kunnen pronken met een indrukwekkend getalletje op hun tellerke. De wandelaars op hun spoor, die moeten maar opzij springen voor al die agressie op wielen en ruiken wanneer ze eraan komen gestormd.
Gisteren zijn we er nog eens op uit getrokken voor een toertje in de provincie Antwerpen. 't Hoeft niet altijd ver van huis te zijn en daarom viel de keuze deze keer op Duffel. Een gemeente die in de 15de eeuw vermaard werd door haar weefkunsten. Nu nog herinnert het woordje 'duffel' aan de ruwe zware stof die indertijd geweven werd. Rond 8u30 stapte ik al af in het stationneke van Duffel. De Ronny, Angelo en de Catsjoe stonden al op wacht. Mooi weer, beetje fris dat wel maar gans de dag zou er geen spatje regen vallen. Even door de dorpskern lopen en via de ruïnes van het kasteel ter Elst de afgesloten zijarmen van de Nete volgend en dan in een grote boog om het dorp tot in Waarloos heenlopen werd de bedoeling.
Het is opmerkelijk dat je telkens verrast wordt door de schoonheid van zo een wandeling. Deze keer had ik het trajectje gepikt op de site van de Grote Routepaden. Een dagstapper. Keurig waren er de gekende rood-witte plakaatjes langs het pad aangebracht. Een eerste stop was al voorzien in het Brouwershof in Waarloos. Kwestie van een beetje brandstof voor het tochtje in te slaan en tegelijkertijd een opwarmertje meepikken.
Mooi stukje natuur en zo te zien heeft de herfst er al flink zijn tanden in gezet. De paadjes lagen bedekt onder een dik bladertapijt. Dat stapt zachtjes. Een hemelsgroot verschil met de keienpaadjes in Spanje. Overwegend door weiland geploeterd met hier en daar een klauterpartijtje over een afspanning. Den Angelo had in de fourage voorzien met Chili con Carne, een gekende Mexicaanse hap. Een vogelkijkhut aan een meertje ten noorden van de Nete was vervolgens een uitstekend plaatsje om de kookpotten boven te halen. Lekker, een paar fleskes wijn erbij verzekerden de ambiance. De Catsjoe mocht als beloning de potjes schoonlebberen. Daarna alles netjes achtergelaten en hop erug op weg voor de laatste 8 kilometer. Op die 8 kilometer kwam ik nog een cafeetje tegen dat, zo bleek, een stop te zijn voor Santiagopelgrims. Tja, er binnen gesukkeld en ook daar was het aangenaam toeven. De Ronny pakte er een gitaar uit den hoek en begon er een liedje over 'Sneeuwwitje' op te tokkelen. De cafébaas, een joviale speciale, had zijn grootste twijfels aangaande de Ronny zijn muzikale capaciteiten al op voorhand laten blijken. 'Volgens mij kunde gij er geen kl.... van' gekscheerde hij. Een bedenkelijke tronie daarbij trekkend onderlijnde zijn inschatting.
't Was heel var van hier en 't is heel lank geleeje
da 7 kabouters met sneeuwwitje vreeën
da was in den tijd dat de beesten nog spraken
die zalige tijd van heksen en draken
Sneeuwwitje da was een braaf maske
Ze naaide ze waste en plaste
Want 7 kabouters, dadis gene lach
daar zedde mee bezig de godganse dag
Ze was overal de grote vedet
in den dag in de keuken en 's avonds in bed
Toen kwam er een heks met een stootkarreke aan
die leurde met appeltjes langs de baan
En Sneeuwwitje kocht er een kilooke van
ze dacht: "Daar maak ik straks appelspijs van."
Maar had ons Sneeuwwitje 't geweten
Dan had ze er nooit in gebeten
Want al dat fruit was vergiftigd en rot
en Sneeuwwitje viel op de grond lak nen blok
De kabouterkes vonden haar 's avonds in 't stroet
't Verdriet was groet want Sneeuwwitje was doet
In 't midden van 't bos wier ne put gegraven
de kabouterkes gingen Sneeuwwitje begraven
de vogeltjes zongen een droevig refrein
en allman blètte van smart en sjagrein
Maar swengst dat ze stonden te bidden
verscheen der ne Prins in hun midden
Die woonde wa verder in een groot kasteel
dat kroppestevol zat met geld en juwelen
En a gaf Sneeuwwitje ne kus op de mond
en geloof het of nie, maar ze wier terug gezond
Het maske wier wakker en dacht dat is straf
met die rijkaard zen'k van die klein mannen vanaf
De prins zei: "Lief kind spingt maar mee op mijn peerd
Die sukkeltjes daar zijn uw schoonheid niet waard."
Der zee nog nen dwerg: "Excellentie
gij hebt gij verrekt veel pretentie!"
Maar ze waren er al met hunne schimmel vandoor
en de dwergskes kloegen, na ston w'er slecht veur
Dien does is met ons Sneeuwwitje gaan lopen
en wie gaat er nu klein kabouterkes kopen
Van toen af ziede geen kabouters nie mier
het afscheid van Sneeuwwitje deed hun te zier
ze blijven nu thuis, Sneeuwwit kan verrekken
na zitten ze 's avonds een kaartje te trekken
en Sneeuwitje leeft nu in rijkdom
Maar ze geeft er ocharme geen knijt om
ze zit daar alleen in dat machtig paleis
Heure prins die is altijd met vrienden op reis
vor nog rijker te weure met oorlog te vure
Ze zit nu al weken door't venster te ture
Sneeuwwitje zei 't leven is triestig en rot
ik vind mijne lakkere nooit op zijn kot
'k had beter die dwergskes niet genegeerd
Want wie 't klein niet begeert, dien is t grote niet weerd
Maar hij had ongelijk. Als tegenprestatie kroop hij achter zijn piano en gaf voor ons een klein recitalleke. Eventjes weer zo een happygevoel ervaren van 'Wat kan 't leven toch schoon zijn als je je gelukkig voelt met de simpelste dingen". Een trippeltje Petrus maakte het zaligheidsgevoel nog completer.
We moesten nog naar huis en ondertussen was het al donker geworden. Gelukkig hadden mijn 2 stapmaten een lichtje bij. 't Was nodig want dat laatste stuk liep door de bossen en veel licht heb je daar niet. Aan de statie afscheid genomen van de Catsjoe, de Ronny en den Angelo en ik naar huis. Een prachtige dag was het weeral voor het geval je het me wou vragen.
Vrijdag dag nog een klein toerke gelopen aan het Galgenweel met de Jef, een oud collega, de Ronny en de Catsjoe. Van de Jef was het ondertussen al 3 jaar geleden dat ik er nog een teken van leven van had gehad. Wat gaat het toch allemaal zo vlug vooruit. Tussen pot en pint de verloren tijd ingevuld en we zien weeral uit naar een volgende ontmoeting. Hopelijk moet ik geen 3 jaar meer wachten. Mekaar eens meer ontmoeten bij een pintje en een toerke is me veel meer waard dan mekaar ooit nog eens polleke te mogen schudden bij de één/éne of andere zijn/haar begrafenis.
Zaterdag werd de 'Terugkomdag van de pelgrims anno 2015' gehouden in Oud Heverlee. Het Vlaamse genootschap van Santiago richtte dit in en het vormingscentrum voor de Salesianen 'Don Bosco' diende als opvang voor de talrijke opkomst. Een lunch, wat voordrachten, een boswandeling, een Santiagokwis stonden op het programma. Tesamen met Hugo Peregrinus ben ik daarheen gegaan. Die boswandeling werd begeleid door Dees, de pater Salesiaan die op de pelgrimswijding een toespraak hield. Die wandeling sprak me nog het meest aan. Tuurlijk, ik had het kunnen weten, het werd een spirituele themawandeling en Dezeke Vader ontbrak niet op het appel. Niettegenstaande m'n vrijzinnige kijk op elke religie was ook dit weer een verrijking. Ook weer fijne gesprekken gevoerd tijdens de wandeling met andere pelgrims die getuigden van hun wedervaren en de opgedane indrukken.
Vrij laat heb ik dus mijn blogbijlage geleverd maar ook zondag stond er nog een wandelingetje van 15km in Oelegem op de agenda. Ik zal vlug mijn bottienen weer moeten laten verzolen als dat zo blijft doorgaan.
Naar foto-album : Album Duffel
Gisteren zijn we er nog eens op uit getrokken voor een toertje in de provincie Antwerpen. 't Hoeft niet altijd ver van huis te zijn en daarom viel de keuze deze keer op Duffel. Een gemeente die in de 15de eeuw vermaard werd door haar weefkunsten. Nu nog herinnert het woordje 'duffel' aan de ruwe zware stof die indertijd geweven werd. Rond 8u30 stapte ik al af in het stationneke van Duffel. De Ronny, Angelo en de Catsjoe stonden al op wacht. Mooi weer, beetje fris dat wel maar gans de dag zou er geen spatje regen vallen. Even door de dorpskern lopen en via de ruïnes van het kasteel ter Elst de afgesloten zijarmen van de Nete volgend en dan in een grote boog om het dorp tot in Waarloos heenlopen werd de bedoeling.
Het is opmerkelijk dat je telkens verrast wordt door de schoonheid van zo een wandeling. Deze keer had ik het trajectje gepikt op de site van de Grote Routepaden. Een dagstapper. Keurig waren er de gekende rood-witte plakaatjes langs het pad aangebracht. Een eerste stop was al voorzien in het Brouwershof in Waarloos. Kwestie van een beetje brandstof voor het tochtje in te slaan en tegelijkertijd een opwarmertje meepikken.
Mooi stukje natuur en zo te zien heeft de herfst er al flink zijn tanden in gezet. De paadjes lagen bedekt onder een dik bladertapijt. Dat stapt zachtjes. Een hemelsgroot verschil met de keienpaadjes in Spanje. Overwegend door weiland geploeterd met hier en daar een klauterpartijtje over een afspanning. Den Angelo had in de fourage voorzien met Chili con Carne, een gekende Mexicaanse hap. Een vogelkijkhut aan een meertje ten noorden van de Nete was vervolgens een uitstekend plaatsje om de kookpotten boven te halen. Lekker, een paar fleskes wijn erbij verzekerden de ambiance. De Catsjoe mocht als beloning de potjes schoonlebberen. Daarna alles netjes achtergelaten en hop erug op weg voor de laatste 8 kilometer. Op die 8 kilometer kwam ik nog een cafeetje tegen dat, zo bleek, een stop te zijn voor Santiagopelgrims. Tja, er binnen gesukkeld en ook daar was het aangenaam toeven. De Ronny pakte er een gitaar uit den hoek en begon er een liedje over 'Sneeuwwitje' op te tokkelen. De cafébaas, een joviale speciale, had zijn grootste twijfels aangaande de Ronny zijn muzikale capaciteiten al op voorhand laten blijken. 'Volgens mij kunde gij er geen kl.... van' gekscheerde hij. Een bedenkelijke tronie daarbij trekkend onderlijnde zijn inschatting.
't Was heel var van hier en 't is heel lank geleeje
da 7 kabouters met sneeuwwitje vreeën
da was in den tijd dat de beesten nog spraken
die zalige tijd van heksen en draken
Sneeuwwitje da was een braaf maske
Ze naaide ze waste en plaste
Want 7 kabouters, dadis gene lach
daar zedde mee bezig de godganse dag
Ze was overal de grote vedet
in den dag in de keuken en 's avonds in bed
Toen kwam er een heks met een stootkarreke aan
die leurde met appeltjes langs de baan
En Sneeuwwitje kocht er een kilooke van
ze dacht: "Daar maak ik straks appelspijs van."
Maar had ons Sneeuwwitje 't geweten
Dan had ze er nooit in gebeten
Want al dat fruit was vergiftigd en rot
en Sneeuwwitje viel op de grond lak nen blok
De kabouterkes vonden haar 's avonds in 't stroet
't Verdriet was groet want Sneeuwwitje was doet
In 't midden van 't bos wier ne put gegraven
de kabouterkes gingen Sneeuwwitje begraven
de vogeltjes zongen een droevig refrein
en allman blètte van smart en sjagrein
Maar swengst dat ze stonden te bidden
verscheen der ne Prins in hun midden
Die woonde wa verder in een groot kasteel
dat kroppestevol zat met geld en juwelen
En a gaf Sneeuwwitje ne kus op de mond
en geloof het of nie, maar ze wier terug gezond
Het maske wier wakker en dacht dat is straf
met die rijkaard zen'k van die klein mannen vanaf
De prins zei: "Lief kind spingt maar mee op mijn peerd
Die sukkeltjes daar zijn uw schoonheid niet waard."
Der zee nog nen dwerg: "Excellentie
gij hebt gij verrekt veel pretentie!"
Maar ze waren er al met hunne schimmel vandoor
en de dwergskes kloegen, na ston w'er slecht veur
Dien does is met ons Sneeuwwitje gaan lopen
en wie gaat er nu klein kabouterkes kopen
Van toen af ziede geen kabouters nie mier
het afscheid van Sneeuwwitje deed hun te zier
ze blijven nu thuis, Sneeuwwit kan verrekken
na zitten ze 's avonds een kaartje te trekken
en Sneeuwitje leeft nu in rijkdom
Maar ze geeft er ocharme geen knijt om
ze zit daar alleen in dat machtig paleis
Heure prins die is altijd met vrienden op reis
vor nog rijker te weure met oorlog te vure
Ze zit nu al weken door't venster te ture
Sneeuwwitje zei 't leven is triestig en rot
ik vind mijne lakkere nooit op zijn kot
'k had beter die dwergskes niet genegeerd
Want wie 't klein niet begeert, dien is t grote niet weerd
Maar hij had ongelijk. Als tegenprestatie kroop hij achter zijn piano en gaf voor ons een klein recitalleke. Eventjes weer zo een happygevoel ervaren van 'Wat kan 't leven toch schoon zijn als je je gelukkig voelt met de simpelste dingen". Een trippeltje Petrus maakte het zaligheidsgevoel nog completer.
We moesten nog naar huis en ondertussen was het al donker geworden. Gelukkig hadden mijn 2 stapmaten een lichtje bij. 't Was nodig want dat laatste stuk liep door de bossen en veel licht heb je daar niet. Aan de statie afscheid genomen van de Catsjoe, de Ronny en den Angelo en ik naar huis. Een prachtige dag was het weeral voor het geval je het me wou vragen.
Vrijdag dag nog een klein toerke gelopen aan het Galgenweel met de Jef, een oud collega, de Ronny en de Catsjoe. Van de Jef was het ondertussen al 3 jaar geleden dat ik er nog een teken van leven van had gehad. Wat gaat het toch allemaal zo vlug vooruit. Tussen pot en pint de verloren tijd ingevuld en we zien weeral uit naar een volgende ontmoeting. Hopelijk moet ik geen 3 jaar meer wachten. Mekaar eens meer ontmoeten bij een pintje en een toerke is me veel meer waard dan mekaar ooit nog eens polleke te mogen schudden bij de één/éne of andere zijn/haar begrafenis.
Zaterdag werd de 'Terugkomdag van de pelgrims anno 2015' gehouden in Oud Heverlee. Het Vlaamse genootschap van Santiago richtte dit in en het vormingscentrum voor de Salesianen 'Don Bosco' diende als opvang voor de talrijke opkomst. Een lunch, wat voordrachten, een boswandeling, een Santiagokwis stonden op het programma. Tesamen met Hugo Peregrinus ben ik daarheen gegaan. Die boswandeling werd begeleid door Dees, de pater Salesiaan die op de pelgrimswijding een toespraak hield. Die wandeling sprak me nog het meest aan. Tuurlijk, ik had het kunnen weten, het werd een spirituele themawandeling en Dezeke Vader ontbrak niet op het appel. Niettegenstaande m'n vrijzinnige kijk op elke religie was ook dit weer een verrijking. Ook weer fijne gesprekken gevoerd tijdens de wandeling met andere pelgrims die getuigden van hun wedervaren en de opgedane indrukken.
Vrij laat heb ik dus mijn blogbijlage geleverd maar ook zondag stond er nog een wandelingetje van 15km in Oelegem op de agenda. Ik zal vlug mijn bottienen weer moeten laten verzolen als dat zo blijft doorgaan.
Naar foto-album : Album Duffel
zondag 15 november 2015
Op bezoek bij de Ravelse Pieren. Ravels in het noorden van de provincie Antwerpen.
---------------------------------------------------------------------------------
Toe maar loop maar
eerst de duinen links waar het gras naar rechts
de zee voor je neus en wat zand in je ogen
straks je eigen berg je gaat ander water over
-
loop maar
vergeet niet te bochten
volg het gras waar de hemel ook mag gaan
snuif de zon waar de wolken en de wind
-
zijn briesjes op het pad
je langs zoveel leven puft
heuvel na geen heuvel te veel
de maan je dan op een oor zegt
-
loop dan maar
ga de hekken over tevreden
sla niets van alles over
als je op nieuw gras belandt
-
maar vergeet niet de duinen links
waar het gras naar rechts, de zee
het oude water waar je woont
Gwen van den Breul
---------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------
Zo, we zijn weer vertrokken. Een klein beetje poëzie publiceren om aan te sluiten op mijn juist voltooide camino vind ik een mooie overgangsfaze. Nu ik even, en ik ga dat woordje onderlijnen, het pelgrimsleven moet opgeven moet ik terug wennen aan het leven van weleer. Dat vraagt opnieuw een beetje aanpassing. Met af en toe een stevige wandeling moet dat geen probleem zijn. De ontwenningsverschijnselen kunnen daardoor beperkt worden. Ik was nog maar enkele dagen thuis en het begon al terug te kriebelen. Naar mijne stapmaat gebeld en al direct een voorstel gelanceerd voor een tripke. Een toerke in Genk in het Limburgse, 'De Limburg' horen die mannen ginder niet graag, was eerst het voorstel maar het zou te laat worden omdat ik 's avonds niet te laat thuis kon komen wegens verplichtingen. Wat een onzalig woord ... 'verplichtingen'. Bijna 2 maand lang was dat woord uit mijn woordenboek verdwenen :-) . En nu staat dat er, verdorie nog aan toe, opeens terug in. Maar goed, iets dichter een bestemming gezocht en de keuze viel op Ravels.
GPX file Ravels 23,3 km
GPX file Ravels 23,3 km
Aansluitend op de eerder gelopen landlopersroute vond ik en mijn 3 stapmaten, de Ronny, de Catsjoe en den Angelo dat een prima alternatief. Tja er is een nummer 3 bijgekomen. Hoe meer zielen hoe meer vreugde. De Ronny heeft tijdens mijn afwezigheid onze nieuwe stapmaat ingewijd in het kaart- en GPS gebruik zodat hij meteen mee is wat betreft de mogelijkheden om routes en tracks naar eigen believen op te maken. Eens die microbe in je lijf zit ... hoe krijg je ze er nog uit ?
Om 8 uur was ik al bij de Ronny. Op 10 meter van zijn deur kon ik de Catsjoe al horen blaffen. Hoe die beesten dat aanvoelen is me een raadsel. Wat voor een uitbundig weerzien met dat beestje was me dat zeg ! Ik werd bijna opgefret van contentement. Het beesteke was door het dolle heen. Opspringen, likjes, ronddraaien, op de duur wist ze met haar eigen geen blijf meer. Ze week gene seconde van me af. De Ronny was ondertussen den Angelo aan de statie van Hemiksem gaan oppikken, ik kon met Lieve een taske koffie drinken in afwachting. Eventjes over de camino geklapt, de Ronny was er ondertussen terug en vulde daarbij nog een thermoske met wat rode wijn, kwestie van niks te kort te komen tijdens het openluchtschof. Kort daarna zijn we opgestapt.
Aan het kanaal Dessel - Schoten heb ik mijn karretje geparkeerd. Een stukje langs het kanaal gelopen om dan direct de Baalse Hei in te duikelen. Ook weeral een prachtig natuurgebied. Mooie dreven in hun prachtige herfskleuren. De bergen afgevallen bladeren, de vergankelijkheid van alle leven duidend, als een puzzel uitgestrooid op de bodem. Het weer viel nog geweldig mee. Eerst voor in de namiddag werd er regen verwacht. Onderweg viel den Angelo zijne frank. We waren vergeten om broodjes te kopen voor de picknick. dan maar een ommetje gelopen van een goeie 3 kilometer tot in Turnhout waar een bakker gevestigd onder de naam 'Het verloren Brood' het manco kon aanvullen. Eerst aperitieven in het Veldekenshof met een goeie Kannunik, een Kasteelbier en een onvervalste Geuze van 37,5 cl. Prima aanloop voor de openluchttafel. Hotdogs met zuurkool, rookworst, American Saucisse en spek. Bijgesausd met een glazeke rode wijn. Lang naar dit momentje uitgekeken. Op mijn camino waren het graanrepen, een chorizoworst of een donut al naargelang het aanbod van de lokale middenstand onderweg. Dit alles doorgespoeld met een klets water uit de camelbag. Toch was dit ook genieten ... in alle vrijheid.
Terug op pad langs de Dombergheide en voor het fotorepertoire gezorgd. De grijze regenwolken wolken pakten al vlug bijeen en er kwam een stevig wind opzetten. Nog juist op tijd de regenkledij aangetrokken want de hemelsluizen werden opengezet. Den Angelo kwam tot de conclusie dat een regenbroek geen overbodige luxe is. Ocharme toch, doorweekt tot in zijn bottienen. En forgeant on devient forgeron zegt een Frans spreekwoord. Zo een broek kan hij op zijn kerstlijstje zetten :-).
Tijdens de regenbui zijn we nog even gaan schuilen in een Turkse moskee in aanbouw. De Turkse bouwheer, een gast van een jaar of 30 was zo vriendelijk ons uit te nodigen om te komen schuilen in de bouwwerf. Een hele uitleg over zijn bouwplannen en zijn opzet werden ons deel. Van deur tot deur ging hij in het Limburgse bij Turkse gezinnen aankloppen om geld in te zamelen voor zijn project. Nog succesvol op de koop toe naar zijnen uitleg te oordelen.
Na het hevigste van de regenbui waren we vlug terug aan mijn karretje. 3 verzopen kiekens en een hond. De dag zat er op. Weeral een stapdagje rijker. Den Angelo,de Ronny en de Catsjoe werden keurig afgezet aan hun stulpje en het varkentje met de lange snuit kwam aangelopen. Het vertellingske is uit.
Naar fotoalbum : Album Ravels
Naar fotoalbum : Album Ravels
zaterdag 31 oktober 2015
Pelgrimstocht Sevilla - Santiago de Compostela
Zo, deze weg werd gelopen tussen 15 september en 31 oktober 2015.
De link er naartoe : http://santiagoviadezilverroute.blogspot.be/
of in het kolommetje rechts hiernaast.
woensdag 9 september 2015
Een stukje Meetjesland, het Mauritzpad en het eigenzinnige Assenede
Een weekendbezoekje bij onze vrienden Luc en Maria op hun boerderijtje in Leisele op de Franse grens in de westhoek was een aangename verpozing in de aanloop naar mijn pelgrimstocht. Gezellig aperitieven, lekker eten, wat bijpraten over kroost en gezin in een relakssfeertje ... hemels ! Op zaterdag wipten we even de grens over naar Hondschote in Frans Vlaanderen. Daar was het jaarmarkt. In de 17de eeuw behoorde gans Frans Vlaanderen en ook Romaans Vlaanderen nog bij het Graafschap Vlaanderen maar het ganse gebied werd toen kado gedaan aan het Franse koninkrijk. Opmerkelijke geschiedenis en wat de streek zo boeiend maakt is dat je begot in Frankrijk zit en dat de mensen daar nog het Oud Vlaams kunnen spreken. Als je een beetje vertrouwd bent met het Westvlaams kan je het zeer goed verstaan. Een pelgrimsstandje van de 'Association des Amis du Westhoek' op de jaarmarkt was even een bezoekje waard. Pèlerins du westhoek
Uit sympathie met hun inzet voor de pelgrims heb ik er een sleutelhangertje als aandenken gekocht. Op zondag werd er gewandeld op de rommelmarkt in Kemmel. Vermoeiend, wel 10 km aan standjes met exposanten maar echt de moeite waard. Ik overdrijf niet. Zeker 5 uur hebben we er over gedaan om die ganse rommelmarkt af te struinen. Terug op het boerderijtje was de gastvrijheid van gastheer en gastvrouw weer troef. Een geweldig weekend kortom. Fijn zulke vrienden te hebben.
Woensdagavond werd ik dan vereerd met een bezoekje van Hugo Peregrinus. Ter memorie, Hugo stapte onlangs de Camino vanuit ons buurdorp Temse. Nog even de wedervaringen oprakelen en ja, de goesting om meteen de rugzak op je bult te heisen en te vertrekken wordt alleen maar aangescherpt. Nog 5 dagen en Halleluja, we zoeken eventjes een volledig andere leefwereld op, eentje waar je jezelf nog eens kunt tegenkomen.
Ziedaar, het laatste wandeltochtje voor de grote start eraan komt ! Mijne stapmaat, de Ronny, heeft tussen zijn werkzaamheden door nog een gaatje gevonden om er nog eens een dagje mee op uit te trekken. Deze keer werd de kaart getrokken van het Meetjesland en met wat geïmproviseer kon er een stukje Prins Mauritzroute bijgehaspeld worden.
De Mauritzroute, in hoofdzaak een fietsroute, ontleent haar naam aan Prins Mauritz die in 1588 een gans bolwerk in het achterland van Terneuzen oprichtte. Oude forten, linies en schansen zijn er nog aan te treffen. Hopelijk zouden we die tegenkomen op de 8 km wandelweg die de fietsroute deels overlapt.
Een wandeling door het Meetjeslandse krekengebied ontbrak dus nog in de voorbereiding. Deze streek was vroeger zee. Volgens heemkundige geschriften hebben ze 1000 jaar geleden de zee met hun inpolderingen bedwongen. Dit zou de specifieke mentaliteit van de Assenedenaars kunnen verklaren. Weliswaar een hypothese. Aan de dorpelingen aldaar wordt een zekere verwaandheid en zelfingenomenheid verweten. Het zou kunnen dat hun specifieke dialect mee aan de basis ligt van deze vooringenomenheid. In de buurgemeenten van Assenede wordt hun dialect reeds als moeilijk verstaanbaar bestempeld. In de rest van Oost Vlaanderen zelfs onverstaanbaar. Wat moet dat dan worden met mijn dialect van 'den basseng ' (de Antwerpse dokken) ? M'n curiositeit is alvast geprikkeld.
In het noorden van het gebied vind je polderland met vruchtbare kleigrond (oei, de bottienen zouden zwaar kunnen gaan wegen) en in 't zuiden voornamelijk droge zandgrond. Let's Go, en we nemen voor de fun nen tikkenhaan mee want we wandelen voor een groot stuk pal op de grens met Nederland. Eens checken naar welk land z'n ei rolt ! 8 meter niveauverschil blijkt er te zitten tussen de kleigrond in 't noorden en de zandgrond in 't zuiden.
De Ronny en de Catsjoe stonden om 9 uur reeds aan de deur. Het beloofde een mooie dag te worden met prachtig weer. Nog vlug een taske koffie en weg ermee. Rond 10 uur stonden we al in Assenede, het mosseldorp van weleer. Nu heeft Assenede die titel moeten afgeven aan de Philippine, haar Nederlandse buurgemeente. Startplaats van het wandelexploot was even de hoofdstraat uit aan het pleintje waar we bij terugkeer een enthousiaste schare pensionnés gaaibollers zouden aantreffen. Een wandeling starten doe je in stijl vind ik. Nog wat aperitiefhapjes, sprot en chorizo opgediend voor ons gedrieën en we konden vertrekken. Het eerste deel van de wandeling was rustig langs mooi aangelegde baantjes maar jammer genoeg waren deze grotendeels verhard. Prachtige zichten op polderdijken, kreekjes en geulen, allemaal getuigen uit een ver verleden waar de strijd met de zee een nimmer aflatende bezigheid was. Een strak en fris windje onder een wolkenloos hemelspan liet je weten dat we de laatste zomerdagen aan het opsouperen waren. Bordjes met de benamingen van de verschillende polders troffen we regelmatig aan op de wandeling. De verwijzing onderaan het bordje naar een eeuw ver in het verleden deed bij mij het vermoeden rijzen dat de Assenedenaars hun verleden van dijkbouwers levend hebben willen houden. Ook veel straten en gehuchtjes tot zelfs standbeelden verwijzen naar hun veroveringen op en rampspoed met de zee. Onder meer het plekje de ‘bodemloze put’ dankte zijn naam aan een stormvloed in 1808 die de zeedijken verwoestte en vervolgens de polderdijken teisterde waarbij het kolkende water een immense ronde put in de aarde boorde. Wandelend op de grens met Nederland en aangekomen aan de ‘bodemloze put’ hebben we nog maar eens onze openluchtkeuken geïnstalleerd. In de voortuin van een feeëriek boerderijtje stond een antiek picknicktafeltje met dito stoeltjes. Stijlvol gedecoreerd met aardewerk, bloempotjes en andere curiosa. Gezellig stulpje. De bewoonster van het boerderijtje, een sympathieke Nederlandse dame, bood ons direct koffie aan toen we vroegen of we haar antieke tuinmeubeltjes even mochten bezigen om even onze openluchtkeuken te mogen installeren. Tot grote ergernis van de Ronny sloeg ik het aanbod af. De valse bescheidenheid van den Belz stak nog maar eens bij mij de kop op. Dat was lang geleden die openluchtkeuken ! Het werd een onvervalst hamburgerkraam. Onderweg had de Ronny nog een ajuin gevonden, best bruikbaar voor de komende dis. Een fles rode bourgogne, een cadeau van de Ronny zijn vroegere baas, leek ons uiterst geschikt om het hamburgerfestijn wat luister te geven. Gezellig weeral en de Catsjoe heeft meegeceest want 4 hamburgers heeft ze soldaat gemaakt. Aan het einde van het dineeke kwam Patsy, want zo heette de bewoonster nog een praatje maken. Op Google Earth kon je haar stekje terugvinden. Iemand, waarschijnlijk ook onder de indruk van haar charmant huizeke, had er een foto op geplaatst met de naam ‘Heaven on Earth’ . Ook bezat ze een bootje waarmee je toertjes op de bodemloze put en omliggende slootjes en kreekjes kon maken. Prachtig. Het aansluitende deel van de wandeling was op onverharde weg tussen bossen door en langs de ontelbare kreekjes. Over mooi begroeide dijken, boswegeltjes en noem maar op met wat je een natuurliefhebber kan bekoren en je trof het eraan. Paddenstoelen zo groot als een strandbal had ik nog nooit gezien, ontelbare roofvogels op zoek naar een hapje fladderden in het zwerk, boerenzwaluwen met dozijnen vlogen hun zwanenvlucht, vossenholen, watervogels noem maar op. De wandeling liep met 27 paaltjes bijna ten einde. Nog een versnaperingeske in Assenededorp op een terrasje was onontwijkbaar. Hier zouden we te weten komen of het karakter van de Assenedenaren wel klopte. Niks van aan, gezellige mensen zijn het. Op het terras zat een schare klanten hun pintje te drinken. Een bont gezelschap van een kunstenaar in Sherlock Holmeskostuum inclusief de pijp, een lokale zwerver die zijn sleutelbeen had gebroken maar toch eens naar Santiago wilde tenen binnen enkele dagen en wat toevallige passanten. De dorpskerk stond helemaal in de steigers. Een roekeloze puber was helemaal tot in het topje van de stellingen gekropen om zo bleek later, wat fotootjes te nemen. Ik zou niet graag getuige geweest zijn van een wanhoopsdaad. De terrasklanten waren er enigszins gerust in. Enigszins benieuwd naar het vakgebied van de kunstenaar stelde de Ronny hem de vraag. Dada was zijn antwoord. Het Dadaïsme met andere woorden. Om dat te verduidelijken gaf hij een voorbeeld aan de Ronny. Zijn laatste creatie was een omgekeerde schoendoos bovenop een paal …. Soit, hij gaf eerstdaags een vernissage en we kregen een uitnodigingskaart. Erg vriendelijk maar ik heb een ander idee over kunst. Na wat uitleg mijnentwege had de zwerver zich een Santiagotochtje dan toch enigszins anders voorgesteld maar hij bleef bij zijn besluit. Een later toegekomen dame aan het tafeltje voerde nog een amicaal debatje met Sherlock over haar interpretatie van zijn kunst. Gezellig. Nog een colake en weg. Om onze Dadaïst te plezieren zijn we met een ommetje naar de auto teruggewandeld. Hij woonde in een kasteel, daar zijn we nog even gepasseerd voor een fotootje.
Uit sympathie met hun inzet voor de pelgrims heb ik er een sleutelhangertje als aandenken gekocht. Op zondag werd er gewandeld op de rommelmarkt in Kemmel. Vermoeiend, wel 10 km aan standjes met exposanten maar echt de moeite waard. Ik overdrijf niet. Zeker 5 uur hebben we er over gedaan om die ganse rommelmarkt af te struinen. Terug op het boerderijtje was de gastvrijheid van gastheer en gastvrouw weer troef. Een geweldig weekend kortom. Fijn zulke vrienden te hebben.
Woensdagavond werd ik dan vereerd met een bezoekje van Hugo Peregrinus. Ter memorie, Hugo stapte onlangs de Camino vanuit ons buurdorp Temse. Nog even de wedervaringen oprakelen en ja, de goesting om meteen de rugzak op je bult te heisen en te vertrekken wordt alleen maar aangescherpt. Nog 5 dagen en Halleluja, we zoeken eventjes een volledig andere leefwereld op, eentje waar je jezelf nog eens kunt tegenkomen.
Ziedaar, het laatste wandeltochtje voor de grote start eraan komt ! Mijne stapmaat, de Ronny, heeft tussen zijn werkzaamheden door nog een gaatje gevonden om er nog eens een dagje mee op uit te trekken. Deze keer werd de kaart getrokken van het Meetjesland en met wat geïmproviseer kon er een stukje Prins Mauritzroute bijgehaspeld worden.
De Mauritzroute, in hoofdzaak een fietsroute, ontleent haar naam aan Prins Mauritz die in 1588 een gans bolwerk in het achterland van Terneuzen oprichtte. Oude forten, linies en schansen zijn er nog aan te treffen. Hopelijk zouden we die tegenkomen op de 8 km wandelweg die de fietsroute deels overlapt.
Een wandeling door het Meetjeslandse krekengebied ontbrak dus nog in de voorbereiding. Deze streek was vroeger zee. Volgens heemkundige geschriften hebben ze 1000 jaar geleden de zee met hun inpolderingen bedwongen. Dit zou de specifieke mentaliteit van de Assenedenaars kunnen verklaren. Weliswaar een hypothese. Aan de dorpelingen aldaar wordt een zekere verwaandheid en zelfingenomenheid verweten. Het zou kunnen dat hun specifieke dialect mee aan de basis ligt van deze vooringenomenheid. In de buurgemeenten van Assenede wordt hun dialect reeds als moeilijk verstaanbaar bestempeld. In de rest van Oost Vlaanderen zelfs onverstaanbaar. Wat moet dat dan worden met mijn dialect van 'den basseng ' (de Antwerpse dokken) ? M'n curiositeit is alvast geprikkeld.
In het noorden van het gebied vind je polderland met vruchtbare kleigrond (oei, de bottienen zouden zwaar kunnen gaan wegen) en in 't zuiden voornamelijk droge zandgrond. Let's Go, en we nemen voor de fun nen tikkenhaan mee want we wandelen voor een groot stuk pal op de grens met Nederland. Eens checken naar welk land z'n ei rolt ! 8 meter niveauverschil blijkt er te zitten tussen de kleigrond in 't noorden en de zandgrond in 't zuiden.
De Ronny en de Catsjoe stonden om 9 uur reeds aan de deur. Het beloofde een mooie dag te worden met prachtig weer. Nog vlug een taske koffie en weg ermee. Rond 10 uur stonden we al in Assenede, het mosseldorp van weleer. Nu heeft Assenede die titel moeten afgeven aan de Philippine, haar Nederlandse buurgemeente. Startplaats van het wandelexploot was even de hoofdstraat uit aan het pleintje waar we bij terugkeer een enthousiaste schare pensionnés gaaibollers zouden aantreffen. Een wandeling starten doe je in stijl vind ik. Nog wat aperitiefhapjes, sprot en chorizo opgediend voor ons gedrieën en we konden vertrekken. Het eerste deel van de wandeling was rustig langs mooi aangelegde baantjes maar jammer genoeg waren deze grotendeels verhard. Prachtige zichten op polderdijken, kreekjes en geulen, allemaal getuigen uit een ver verleden waar de strijd met de zee een nimmer aflatende bezigheid was. Een strak en fris windje onder een wolkenloos hemelspan liet je weten dat we de laatste zomerdagen aan het opsouperen waren. Bordjes met de benamingen van de verschillende polders troffen we regelmatig aan op de wandeling. De verwijzing onderaan het bordje naar een eeuw ver in het verleden deed bij mij het vermoeden rijzen dat de Assenedenaars hun verleden van dijkbouwers levend hebben willen houden. Ook veel straten en gehuchtjes tot zelfs standbeelden verwijzen naar hun veroveringen op en rampspoed met de zee. Onder meer het plekje de ‘bodemloze put’ dankte zijn naam aan een stormvloed in 1808 die de zeedijken verwoestte en vervolgens de polderdijken teisterde waarbij het kolkende water een immense ronde put in de aarde boorde. Wandelend op de grens met Nederland en aangekomen aan de ‘bodemloze put’ hebben we nog maar eens onze openluchtkeuken geïnstalleerd. In de voortuin van een feeëriek boerderijtje stond een antiek picknicktafeltje met dito stoeltjes. Stijlvol gedecoreerd met aardewerk, bloempotjes en andere curiosa. Gezellig stulpje. De bewoonster van het boerderijtje, een sympathieke Nederlandse dame, bood ons direct koffie aan toen we vroegen of we haar antieke tuinmeubeltjes even mochten bezigen om even onze openluchtkeuken te mogen installeren. Tot grote ergernis van de Ronny sloeg ik het aanbod af. De valse bescheidenheid van den Belz stak nog maar eens bij mij de kop op. Dat was lang geleden die openluchtkeuken ! Het werd een onvervalst hamburgerkraam. Onderweg had de Ronny nog een ajuin gevonden, best bruikbaar voor de komende dis. Een fles rode bourgogne, een cadeau van de Ronny zijn vroegere baas, leek ons uiterst geschikt om het hamburgerfestijn wat luister te geven. Gezellig weeral en de Catsjoe heeft meegeceest want 4 hamburgers heeft ze soldaat gemaakt. Aan het einde van het dineeke kwam Patsy, want zo heette de bewoonster nog een praatje maken. Op Google Earth kon je haar stekje terugvinden. Iemand, waarschijnlijk ook onder de indruk van haar charmant huizeke, had er een foto op geplaatst met de naam ‘Heaven on Earth’ . Ook bezat ze een bootje waarmee je toertjes op de bodemloze put en omliggende slootjes en kreekjes kon maken. Prachtig. Het aansluitende deel van de wandeling was op onverharde weg tussen bossen door en langs de ontelbare kreekjes. Over mooi begroeide dijken, boswegeltjes en noem maar op met wat je een natuurliefhebber kan bekoren en je trof het eraan. Paddenstoelen zo groot als een strandbal had ik nog nooit gezien, ontelbare roofvogels op zoek naar een hapje fladderden in het zwerk, boerenzwaluwen met dozijnen vlogen hun zwanenvlucht, vossenholen, watervogels noem maar op. De wandeling liep met 27 paaltjes bijna ten einde. Nog een versnaperingeske in Assenededorp op een terrasje was onontwijkbaar. Hier zouden we te weten komen of het karakter van de Assenedenaren wel klopte. Niks van aan, gezellige mensen zijn het. Op het terras zat een schare klanten hun pintje te drinken. Een bont gezelschap van een kunstenaar in Sherlock Holmeskostuum inclusief de pijp, een lokale zwerver die zijn sleutelbeen had gebroken maar toch eens naar Santiago wilde tenen binnen enkele dagen en wat toevallige passanten. De dorpskerk stond helemaal in de steigers. Een roekeloze puber was helemaal tot in het topje van de stellingen gekropen om zo bleek later, wat fotootjes te nemen. Ik zou niet graag getuige geweest zijn van een wanhoopsdaad. De terrasklanten waren er enigszins gerust in. Enigszins benieuwd naar het vakgebied van de kunstenaar stelde de Ronny hem de vraag. Dada was zijn antwoord. Het Dadaïsme met andere woorden. Om dat te verduidelijken gaf hij een voorbeeld aan de Ronny. Zijn laatste creatie was een omgekeerde schoendoos bovenop een paal …. Soit, hij gaf eerstdaags een vernissage en we kregen een uitnodigingskaart. Erg vriendelijk maar ik heb een ander idee over kunst. Na wat uitleg mijnentwege had de zwerver zich een Santiagotochtje dan toch enigszins anders voorgesteld maar hij bleef bij zijn besluit. Een later toegekomen dame aan het tafeltje voerde nog een amicaal debatje met Sherlock over haar interpretatie van zijn kunst. Gezellig. Nog een colake en weg. Om onze Dadaïst te plezieren zijn we met een ommetje naar de auto teruggewandeld. Hij woonde in een kasteel, daar zijn we nog even gepasseerd voor een fotootje.
Dit was het
laatste tripje voor de grote reis. De kriebels zijn nog nauwelijks onder controle
te houden.
Een bedankje
en mijn appreciatie voor de tot nu toe getoonde interesse in mijn blog.
woensdag 2 september 2015
Sightseeing in de Antwerpse Zuiderkempen : Het Molse Merenpad
Voor een testje met dataroaming op de GSM kwam een zeiltochtje op het Hollandse Veerse Meer in 't weekend erg gelegen. Prachtig weer maar veel te weinig wind om de zeilen bol te kunnen zetten. Picknick op een eilandje in 't meer, spelevaren, een verfrissende duik in 't water, restaurantje als afsluiter ... een topdag. Ik ben fier op mijne zoon kapitein. Samen met scoutsvrienden slaagden ze erin om de Défi om te toveren van een schrootschuit naar een prachtige zeilboot. Jarenlang heeft hij er aan gewerkt.
Goed, m'n Gsmmeke werkt in het buitenland. Dat is dus getest. 4Mb aan dataload voor een blog bericht door te sturen. Een abonnementsuitbreiding van 300Mb/maand/buitenland aan 21€ en een sjiek zal volstaan om dagelijks een berichtje op mijn blog te posten.
Ondertussen lopen de eerste stortingen voor het project Novastoshnah al binnen. Althans volgens de beheerder van de sponsorrekening. Ikzelf heb daar geen zicht op omdat ik dat zo heb gewild. Maar een bedankje zeggen tegen de milde schenkers, dat wil ik natuurlijk wel.
Nu er voorspeld werd dat de temperaturen in vrije val zitten heb ik eventjes gecheckt waar het woensdag nog het warmste zou worden. Dat bleek in de Kempen te zijn. Een tochtje aan de Molse meren lag nog in de solden en dat heb ik er dan maar uitgepikt. We wagen het er nog eens op om den IJzeren weg als vervoermiddel te kiezen.
Het was eerst nog niet zeker dat de Ronny en de Catsjoe present konden zijn. Als je met verbouwingen bezig bent en rekening moet houden met onbekende leveringsdata van je bouwmateriaal dan wordt het moeilijk om op voorhand je vrije tijd te bepalen. Soit, 't is in orde gekomen en om 8 uur spoorden we richting Mol uit. Mol, de heimat van de sopweikers. Al van in 1300 graasden er tienduizenden schapen op de Molse weiden. Die zorgden voor wol voor de kledingsnijverheid. Dit tot grote ergernis van de grote steden die hun nijverheid bedreigd zagen door de beterkope concurrentie. De Mollenaars kwamen aan hun bijnaam 'de sopweikers' omdat ze de bergen vuile geklitte scheerwol, afkomstig van het achterlijf van de schapen, lieten weken en spoelen in de rustig kabbelende Nete. Dat de wolindustrie gedragen werd door arme mensen blijkt uit het feit dat om te kunnen overleven er 50 tot 90% van het dagloon van een spinner werd besteed voor de aanschaf van 450 gram roggebrood en 1,4 kg aardappelen.
Een mooie dag is het geworden, magnifiek. Om 9 uur stapten we al af op het perron in Mol. GPSke ingesteld en dat vertelde ons dat het een tripke van tegen de 30km zou worden. Peanuts met die nieuwe zolen. De Catsjou was direct in haar nopjes. Rennen, snuffelen en verder de roedel bijeenhouden. Dat beestje beleeft in 1 dag waar vele honden een heel jaar of langer over moeten doen. Mijne maat heeft er alleszins heel veel plezier aan. Hij steekt er veel tijd in maar het resultaat is een beestje waar je met plezier mee naar buiten komt. Geen getrek, geblaf naar andere honden, gehoorzamen op de knip. Zo hoort het te zijn.
Een mooi stuk heide lag op de eerste 5km van het trajectje. Stappen door het mulle zand gaat niet zo vlot maar dat geeft niet. Je komt vooruit en ondertussen kan je volop de natuur bewonderen. Is het niet prachtig hoe struikhei met haar bloemen een immens purperen tapijt voor je ogen ontrold ? Binnenkort komt de herfst er weeral aan en vallen de bladeren. Niet veel later is het gedaan en trekt de natuur haar winterkleed aan.
Onderweg naar het Miramarmeer lijnde de Ronny de Catsjoe vlug aan. Hij dacht een boswachter gespot te hebben. 80€ boete als je hond niet aangelijnd is, 120€ bij een 2de overtreding en 200€ geloof ik bij een 3de. Veel geld dat eigenlijk niet in verhouding staat met het misdrijf. Als je al van een misdrijf kunt spreken. Niks te boswachter, 't was de lokale rattenvanger die zijn vallen ging inspecteren. Een goede rattenvanger laat er altijd enkele leven zodat hij niet zonder werk valt. Zo dacht ik althans. De ratten waren allemaal verdwenen wist hij me te vertellen maar nu waren het bevers die voor overlast zorgden voor de boeren. Het vooruitzicht om deze dieren mogelijk te moeten likwideren stemde hem wat somber. Een vriendelijke mens die de Ronny met raad bijstond over het bij wet verboden gebruik van vallen met springveren en allerlei vergiftige spullen.
Onderweg zijn we nog een visser tegengekomen die een paar lijntjes had uitgeworpen. Hij viste op de zwartbekgrondel. Nog nooit van gehoord zei ik en prompt haalde hij uit zijn visbak een foto van dit specimen. Meegekomen met water uit de schepen hun balasttanks. Een beetje speurwerk op internet leert me dat men deze vis de Oostblok Pirana noemt. Een roofvis uit het Oostblok die de inheemse soorten op het Albertkanaal en de Nete verdringt. Vissers krijgen geen andere vissen meer aan hun lijn en vrezen dat het gedaan is met hun sportvisserij net zoals het de sportvissers op de Moezel verging. Tijdens zijn uitleg kreeg hij begot beet van zo'n zwartbekgrondel. Eens op het droge trok die vis de aandacht van de Catsjoe. Ze betrouwde het niet al te veel zo'n spartelende vis.
De sas 4 toren is een imposante metalen constructie aan het kanalenkruispunt Bocholt-Herentals en Dessel-Kwaadmechelen. Na 217 treden zit je 34 meter hoog en heb je een prachtig panoramazicht over het ganse merencomplex daar in Mol. Op het platform boven op de toren stond een windroos opgesteld met de afstanden tot de wereldsteden. Peking, Parijs, Johannesburg. Een verrekijker opgesteld op het platform moest de illusie wekken dat je tot in China kon kijken :-). De arme Catsjoe kon niet mee naar boven omdat er aan de metalen antisliptreden scherpe randjes zaten waaraan ze haar pootjes zou verwonden. Geduldig wachtte het beestje onderaan de trappen tot we terug beneden waren. Aan een picknicktafeltje hebben we de boterhammetjes aangesproken. Fleske rode wijn erbij voor de gezelligheid en klaar. Begon dat daar toch niet te regenen zeker. Een schuilhutje bracht enig soelaas maar het was verdorie flink afgekoeld. Een thermometer in de buurt wees amper 15°C aan. We hebben de Catsjoe ondergestopt met een trui. Ze kon het verdragen.
Wel, de resterende kilometertjes waren zeker ook de moeite. Erg mooie zichten op de verschillende meren. Het Rauwse Meer, het Zilvermeer, het Kanaalmeer kwamen allemaal aan bod. Deze meren op zich worden verbonden met gezellige wandelpaadjes tussen de bossen. Echt magnifiek en geen mens in't rond te bespeuren. De traditionele stop voor een lekker biertje ontbrak nog. In de jachthaven Port Aventura, een naam die klinkt als een scheepsbel, was er wel een gelegenheid te vinden om dit mankement te verhelpen. Gezeten op het terraske van het jachtclubcafé smaakte de Hopus naar meer. Gebrouwen met maar liefst 5 hopsoorten alstublieft. Er volgde een 2de en voor de Ronny een Molder. Het streekbier uit Mol.
Op de terugweg naar de statie hebben we het de laatste 500 meter nog op een spurtje moeten zetten om de trein te halen. Hij reed voor onze neus de statie binnen. We hebben hem gehaald zodat we nog op een treffelijk uur thuis geraakten.
Loopt er hier nog juist een mailtje binnen zie van de Freddy, een fijne excollega die me komt uitwaaien in Sevilla. Ik ga hem morgen antwoorden. Een beetje finetunen voor het treffen daar. 't Zou erg jammer zijn moesten we elkaar mislopen. Ik zie ernaar uit.
En voila zie, al 30 km sleet op mijn nieuwe zolen, dat is met de regel van 3 ... 1500km @ 43€ ... 30km ... uitgerekend voor 0,86€ rubber dat er nu aan de Molse bodem plakt. Nog altijd goedkoper dan De Lijn. 't Leven is ontzettend duur :-)
Volgende week de laatste uitstap bij leven en welzijn en dan begin ik aan mijne rugzak. 't Begint te korten hoor !
Abonneren op:
Posts (Atom)