Het zou droog blijven vandaag. Hooguit een spatje miezer in de loop van de dag dus een uitstapje kon er best af. Een wandelingetje niet ver uit de geburen lag al klaar. Alhoewel Den Machtigen Stroom niet in zicht zou komen, zouden we nog maar eens het prachtige Scheldegebied gaan verkennen. Ditmaal het gebied rond Ruisbroek-Sauvegarde, Hingene en omliggende straten.
Over Ruisbroek heb ik al eens een blogpost gemaakt op 6 december 2019 . In 't kort geef ik nog even het relaas van deze overstromingsramp : Op zaterdag 3 januari 1976 raast een Noordwesterstorm over België. Het is springtij. In Ruisbroek aan de Rupel breekt de dijk van de Vliet, een getijdenzijriviertje van de Rupel. Bijna heel het dorp liep toen onder. Op sommige plaatsen stond het water tot 3 meter hoog. Een monument met de naam De Waterhoek geeft aan hoe hoog het water precies stond tijdens de overstroming. Vele inwoners werden verrast en verloren nagenoeg al hun bezittingen. Ruim 2000 mensen werden geëvacueerd. De ramp had vermeden kunnen worden, en de hulpverlening kwam maar traag op gang en verliep stroef. Het Sigma-plan werd getekend. Dit moest zulke rampen in de toekomst vermijden.
Om 9u gold er afspraak met de stapmaten Ronny en Catsjoe. In Sauvegarde zouden we van start gaan. Maar mijne maat zijn gps moet tilt geslagen hebben want hij stond aan de Kerkstraat in Willebroek. Z'n wandelgps bleek, wat later op de dag, ook door de duivel bezeten te zijn want die begon ineens in mijlen te berekenen. Rond kwart na 9 waren we ribbedebie, de natuur in.
We liepen in een grote lus rond het gesloten natuurgebied De Moeren tot aan de spoorlijn St. Niklaas - Mechelen. Dit natuurgebied, ook wel Het Moer genoemd, is 79ha groot. Het is één van de drie grote moerassige laagten in Klein Brabant. Vroeger deed het dienst als turfwinningsgebied, maar in de 17de eeuw werd de huidige structuur gecreëerd door het opwerpen van dijken, het graven van grachten en het beplanten van de dijken met hakhout.
Aansluitend bij Het Moer vind je het 17ha grote Parkdomein Hof van Coolhem. De naamgeving 'Coolhem' gaat terug tot de 7de-8ste eeuw. Vanaf de 12de eeuw komt het gebied in bezit van de familie Van Oyenbrugge. In de 15de eeuw worden de bewoningssite en Het Moer door de toenmalige eigenaar verkocht aan de Sint-Bernardusabdij van Hemiksem. Van het voormalige abdijdomein, die lange tijd dienst deed als toevluchtsoord, blijven enkel nog de fundamenten over. De nog aanwezige abdijhoeve en schuur dateren uit het einde van de 17de eeuw. Van het oorspronkelijk omliggende park zijn enkel de ringgracht en de herstelde boomgaard herkenbaar.
In het park is een milieu-educatief centrum gevestigd. Erg leerrijk voor een hele resem doelgroepen. Je vindt er voorts een oude en een nieuwe boomgaard, een waterzuiveringsproject, een historische tuin en een bijen- en vlindertuin. Er is ook een drie kilometer lang leerpad. En daar wandelden we door, het was net of we een tijdreiziger waren en in het verre verleden waren aanbeland. Werkelijk een heel prachtige lokatie. Hier wordt jaarlijks het aspergefestival van Puurs georganiseerd. We versierden een picknicktafeltje aan een ateliertje waar de know-how van de Puurse aspergeteelt werd uitgebeeld. Aangezien de Covidmaatregelen ons nog beletten van in het eerste het beste kroegje een koffietje te consumeren vonden we daar aan dat tafeltje tijd genoeg om uitgebreid te aperitieven. We kunnen het niet laten en dienen blijvend onze Bougondische status alle eer aan te doen.
We kraamden daarna op. Er moest nog een heel eindje verder gestapt worden. De Catsjoe liep onaangelijnd vlak naast ons. We zaten in het beboste deel van dat parkdomein. Niemand te bemerken in de geburen tot er plots een jogger opdook, ons passeerde en het niet kon laten om hierover een opmerking te maken. Mogelijk was hij het trieste lot van Dribbeltje indachtig, misschien ook angst of was hij simpelweg een onverdraagzame regeltjesfreak ??? Het gaf ons weeral voer tot het verkennen van elkaars enigszins uiteenlopende meningen hieraangaande. In alle vriendschappelijkheid uiteraard en waar ik volmondig mee akkoord kan gaan is dat een bekwaamheidsattest van de hondeneigenaar alsook een gedragsrapport over de hond in kwestie een goede zaak zou zijn. Het zou alleszins wat meer vrijheid kunnen betekenen voor vele honden aangezien de hondenlosloopweiden of -gebieden eerder aan de schaarse kant zijn hier in België.
We stapten verder, even over verharde paden tot aan de Goorlagbeek om dan iets later westwaarts de oever van de Vliet te volgen tot aan de Rijksweg. Even werd het verkeerslawaai spelbreker maar niet voor lang. Langs smalle paadjes vervolgden we onze weg en kwamen tot het besef dat we verkeerd aan het lopen waren. Een kleine wijziging in het parcours drong zich op. Eens het sfeervolle rode St. Benedictuskapelletje voorbij stapten we het domein van het kasteel van Ursel binnen. Ook weeral mooi, een uitgelezen decorum voor ons schaft.
Gezeten op een bankje met uitzicht op het kasteel schreef de Ronny ter plekke een wedstrijd uit voor de passanten met de mooiste glimlach. De prijs die er mee kon gewonnen worden kon je echter met je ellebogen aanpakken. De lange schafttijd noopte ons eens te meer om het toerke een beetje in te korten. Hierdoor viel het stukje Schelde-oever letterlijk in het water. Ook weeral niet erg, de Schelde zal nog wel een tijdje blijven liggen denk ik. Daarna ging het onverbiddelijk richting eindpunt uit. We stapten door het landschap waarin de Vliet kronkelt en uiteindelijk bereikten we al stappend door de modderige wegeltjes van de vochtige broekbossen via de Eikse Amer het dorp Eikevliet. Vanaf hier werd het terug droger terrein. De landbouwpercelen liggen er netjes ingebed in het drevennet van de Eikerheide. Het tochtje zat er weeral op. Ik onthoud van deze trip dat we toch in een min of meer andersogend landschap waren verzeild geraakt. Houten bruggetjes, hobbelige kasseibaantjes, donkere bossen, kronkelende beekjes, mysterieuze poeltjes, sprookjesachtige bomen waar zelfs ganzen in huizen, de vele sporen uit het verleden die getuigden ... en dit alles nu getooid in een herfstkleed gaf dit wel een betoverende indruk. Er is zichtbaar veel verschil met de landschappen die zich iets verderop over de rijksweg bevinden. Voilà, het zit er weeral op zie ! Alles is eindig. Welk tripje zal ons de volgende week het genoegen brengen ?
De weersvoorspelling voor vandaag kon je niet in een feeststemming brengen. Regenbuien, wind draaiend naar het noordoosten en overwegend zwaarbewolkt. Voor mij en de Ronny was dit geenszins een belemmering en rond 9u maakten we ons stapklaar om een rondje St. Amands in het Scheldeland te consumeren. De Catsjoe was ook nog van de partij. Alhoewel haar hondejaren zichtbaar beginnen door te wegen, ze bibbert als een espenblad, doet het beestje nog kranig haar best om mee op te trekken. En het doet haar zichtbaar deugd. De Ronny doet er dan ook alles aan om haar het wandelplezier nog zo lang mogelijk te gunnen. Momenteel experimenteert hij met cannabis ! Met succes zo blijkt want waar ze voorheen bij wat vochtig weer begon te manken, blijft dat nu met haar drugs achterwege. Ik ben wel vergeten te vragen hoe het haar wordt toegediend. Ik zie de Catsjoe nog niet zo direct een jointje smoren. Catsjoe een junkdog zeg ! 😕
In klokwijzerzin zou het toerke verlopen, aan het grafmonument van Emile Verhaeren klonk het startschot.
Emile Verhaeren (St.Amands, 21/05/1855 - Rouen (Fr), 27/11/1916)was een Franstalig Belgisch auteur en een vertegenwoordiger van het symbolisme. Hij was dichter, schreef kortverhalen, kunstkritiek en toneel. Zijn werk is vertaald in 28 talen waaronder meer het Engels, Russisch, Duits, Chinees en Japans. Hij debuteerde in 1883 met Les Flamandes, een naturalistische bundel geïnspireerd door de wellustige taferelen uit de Vlaamse schilderkunst van de 16e en 17e eeuw. In 1886 volgt Les Moines in de sfeer van het religieus mysticisme. Van 1888 tot 1891 publiceert hij zijn zwarte trilogie: Les Soirs (1888), Les Débâcles (1888) en Flambeaux noirs (1891). De bundels, uitgegeven bij Edmond Deman in Brussel, baden in de duistere fin-de-siècle-sfeer van zwaarmoedigheid en zelfkwelling. Het zijn de jaren waarin Verhaeren aan neurasthenie lijdt. Mijne stapmaat heeft daar naar eigen zeggen ook al eens last van 😊.
Emile Verhaeren komt op 27 november 1916 om het leven bij een tragisch treinongeval in het station van Rouen. Nog voor de trein naar Parijs op het perron stilstaat, springt Verhaeren ongeduldig op de trede van de wagon, maar verliest zijn greep en komt onder de wielen terecht. De mythe wil dat "Mijn vrouw, mijn vaderland" zijn laatste woorden waren. Het stoffelijk overschot van Verhaeren werd aanvankelijk begraven op het kerkhof van Adinkerke. Uit veiligheidsoverwegingen werd het eind 1917 overgebracht naar het kerkhof van Wulveringem. Pas in 1927 kreeg Verhaeren zijn monumentale grafmonument in een bocht aan de Schelde te Sint-Amands. (*)
Een wandeling van om en bij de 20km was het opzet. De eerste 5 km, overwegend verharde wegen hadden niet veel te bieden. Beetje bewoond, beetje industriezone en overwegend beton dus daar raak je vlug op uitgekeken. Eens onder Oppuurs aanbeland kwamen de onverharde paadjes tussen de uitgestrekte weidevlakten aan bod. Je kan niet meer ontkennen dat de herfst volop regeert. Ook onder een dreigend wolkendek vertonen de landschappen hun kleurenpracht. Dat leverde soms erg mooie fotootjes op. Vrij veel wind en met naar de donker dreigende lucht te oordelen was er een stevige bui in aantocht. Het werd bijgevolg hoog tijd om te gaan aperitieven vooraleer de regen ons zou verrassen wel te verstaan.
Daar was er al een bankje zie. Van dit bankje maakten we, althans in onze verbeelding, een gezellig prieeltje. Een fris pintje kwam tevoorschijn, een hoge zomerzon werd er bij gefantaseerd. Olijfjes, gerookte forel en wat ansjovisjes werden dan tussen de slokken door opgediend door rondborstige señiorita's. Zalig, lang leve het gedachtengoed aan de levenswandel van Lamme Goedzak ! En dan mag je gerust weten dat er bij 10°C een strakke wind stond bij een loodgrijze hemel van waaruit binnen de kortste keren een stortvlaag zich naar beneden wilde keilen. Probeer dat maar eens uit te leggen aan een weldenkend iemand. Een bewoner van een huis wat verderop bleek ons te willen bespieden vanachter zijn deurvenster. Elke keer de Ronny zijn blik naar zijn kot richtte, dook hij weg achter het raam. Mijne maat begon er een spelletje van te maken. Wanneer er naar hem gewuifd werd dook hij sneller weg en liep hij bijna zijn eigen benen voorbij. Er mag al eens gelachen worden niet ? Ware het niet makkelijker geweest om eens terug te wuiven ?
Er volgden nu wat mooiere paadjes waarop de Catsjoe even niet aangelijnd kon lopen. Ze blijft steeds dicht in de geburen. Ze beschouwt het als haar taak om het wandelgezelschap bijeen te houden. Wanneer we met meerdere maten stappen en er blijft iemand wat achterop dan gaat haar instinct spreken en gaat ze de achterblijver opwachten. Eens terug bij de groep begint haar staart terug te kwispelen. Het is prachtig om die toewijding te zien.
Het verbaast me nog steeds dat er chauffeurs zijn die wandelaars aan hoge snelheid rakelings voorbijrazen. Zeer irritant, gevaarlijk zelfs en op die smalle betonbaantjes zijn dat allesbehalve aangename ervaringen. Niet zelden ontlokt een dergelijk rijgedrag spontaan een opgestoken vuist en niet voor publicatie vatbare verwensingen bij de verschrikte wandelaar. Is het dan zo moeilijk voor een chauffeur om eventjes te vertragen ? Het zou getuigen van savoir vivre. Vandaag viel zo een opgestoken vuist niet in goede aarde. De stuntman in kwestie stopte en kwam achteruit gereden. Een artikel in de krant over verkeersagressie was daarbij in de maak. Maar hij moet zich bedacht hebben, stopte en reed al gauw verder. Wij stonden juist op punt om een modderig aardewegeltje in te slaan. Jammer, moest hij uitgestapt en ons achternagelopen zijn, het zou hem een paar mooie slijkkloefen opgeleverd hebben.
De dreigende stortbui bleef uit, enkele sappige regenvlaagjes namen haar taak over. Schafttijd diende zich aan. Een overdekt schuilplaatsje op het kerkhof van Lippelo bood een ideaal onderkomen. Dit keer pakten we uit met een onvervalste kaastafel annex glazeke wijn. Met inachtname van de respectregels dat zulk een oord van je verwacht, lieten we het ons goed smaken. De serene rust dat zulk een dodenakker uitstraalt is voelbaar. Bovendien konden we rekenen op de goedkeuring van de ter eeuwige rust gelegde omstaanders. Zwijgen is goedkeurend toestemmen werd er me ooit geleerd. En dat het smaakte zeg !
Na dit peisvolle intermezzo stapten we op richting Opdorp. Een knappe wandeling kende alzo haar vervolg. Rond km 15 belandden we aan in de bebouwde kom van Opdorp. Aan een haag van een voortuin hielden we even halt. Waarom ? Dat weet ik niet meer maar de bewoners van het huis kwamen er juist aangereden. Curiositeit naar onze aanwezigheid aldaar aan die haag was oorzaak dat er een fijn gesprek op gang kwam. Meneer en mevrouw waren ook Compostelagangers geweest. Weliswaar met de fiets maar dat doet er helemaal niet toe, je zit meteen op eenzelfde golflengte. Het werd een aangename ontmoeting met deze mensen. Voilà ziedaar nog eens een waardevol moment met mensen waarvan je enkele stonden voorheen zelfs het bestaan niet eens vermoedde. Wat een verschil met mensen die je nauwelijks een blik gunnen, ja zelfs je als lucht inschatten wanneer je hen begroet. Leuke ontmoetingen daarentegen geven aan het stappen een extra dimensie. Je kan je tijd nemen om te luisteren naar iemands verhaal. Al fietsend ligt dat iets moeilijker, met de auto wordt het sowieso onmogelijk om vlug tot een praatje met vreemden te komen. Tenzij iemand stopt, achteruitrijdt en uitstapt om naar de betekenis van een opgestoken vuist te informeren 😄. Mijne maat bleef maar doorratelen en ik moest hem er aan herinneren dat Vadertje Tijd het vallen van de avond niet zou uitstellen. Deze mensen zouden beslist eens naar m'n blog kijken en daarop bezorgde de Ronny hen de link. We trokken verder.
Vanwege het onvoorziene maar toch leuke oponthoud zagen we ons verplicht van het toerke wat in te korten. Er werden 2 paaltjes afgepitst zodat we toch nog in de klaarte het tripje konden afronden. De laatste kilometers werden opgevuld met wat gefilosofeer over vriendschappen en relaties. Diepgaande pittige conversaties zijn het maar steeds respectvol voor de soms haaks op elkaar staande meningen of opinies. Onder deze voorwaarden zijn ze vooral verrijkend. Ondanks het sombere weer, het mindere parcours bij de start, heeft dit wandelingetje toch maar weer haar nut bewezen. Het hoofd is op de mooie herinnering na leeg, de buik vol, de dorst gestild en het vertrouwen dat er nog goedheid bestaat onder de mensen weeral aangescherpt. Tot een volgende maar weeral.
Ook voor vandaag werd er nog voortreffelijk stapweer in het vooruitzicht gesteld. Een wandelingetje zou er nog afkunnen. Waarom niet de gok eens wagen op het Buggenhoutbos ? Ik probeer momenteel het openbaar vervoer nog wat te vermijden vanwege de corona. Geen trein of bus bijgevolg en dan biedt de kar uitkomst. Het geeft me bovendien het voordeel van nog enkele onbewandelde maagdelijke lapjes Vlaanderen te verkennen. Wat zou je denken van het Buggenhoutbos in Klein Brabant ? Klinkt alleszins goed in mijn oren. Het is een beetje eigenaardig dat de streek genaamd 'Klein Brabant' in de provincie Oost-Vlaanderen ligt. Hopelijk zal deze territoriale paradox dan ook nooit tot een oorlog leiden. Mijn keuze voor deze lokatie werd ingegeven door gemakzucht want wederom heb ik maar eens een 'knooppuntentrackje' gepikt op Routeyou. Vervolgens wat gepimpt om tot een redelijk wandelingetje te komen. Kroegjes moesten niet ingecalculeerd worden, dat schol letterlijk een slok op een borrel en maakte van het uitstippelen een makkie. 20 paaltjes kwamen er uit mijn tekenpen. Schoofzakje maken, bidonneke thee check, koekske check, nog 2 mandarinnekes en arrividerci Hans! De bottienen waren al terug proper gemaakt en ingevet, waar wachtte ik nog op ? Op naar het bos voor een mooie herfstwandeling. Het werden er maar 18 ipv 20 want het trackje moest een boogscheut ingekort worden wilde ik nog voor den donkere thuis geraken.
Buggenhout, is me helemaal geen onbekende lokatie. Meerdere keren ben ik daar vroeger een collega thuis gaan afzetten na een uit de hand gelopen personeelsfeestje. Ik herinner me de wirwar aan baantjes, ik reed me er telkens hopeloos verloren. Nee geen troebel zicht vanwege ... Een echte doolhof is het daar in de geburen. Het verbaasde me telkens dat ik na het ten huize droppen van m'n collega de weg naar huis nog terugvond. Je moet weten dat een gsm toen nog enkel in science-fiction films voorkwamen. Vandaag was het opnieuw van Jan ! Zelfs met een Gsm tot mijner beschikking. Een kilometer of 5 heb ik daar in Buggenhout rondgetoerd en verloren gereden om de kasteelstraat te vinden. Daar wilde ik starten aan een parking. Het is me dan toch uiteindelijk gelukt. Rond 11u kon ik starten in het Buggenhoutbos. Een minuut later zat ik al middenin het bos.
Dit roemrijke bos dat oorspronkelijk duizenden en op het eind van de Middeleeuwen 470 ha groot was, werd in de loop der geschiedenis behoorlijk getrimd. Er blijft niet zoveel meer over. De monniken van Affligem, die het bos cadeau kregen, rooiden er een groot deel van. Ook de latere eigenaars kapten veel bomen. In 1887 bleven er nog slechts 400 ha van over. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de helft van het bos volledig vernield door den Duits. Toen het door de staat werd aangekocht in 1936, bleven er nog amper 140 ha over. Vandaag de dag is het bos 177 ha groot: 157 ha is domeinbos en 20 ha is in privébezit. Het bos bestaat vooral uit loofbomen: 55% wintereiken, 40% beuken. Dan is er nog wat haagbeuk, berk, esdoorn, es en enkele naaldbomen. In het bos liggen een aantal vijvers die gevoed worden door beken. Deze bezorgen het bos haar schilderachtige look. Sinds kort zijn er plannen om het Buggenhoutbos na de eeuwenlange terugval opnieuw uit te breiden. De komende jaren zouden tientallen hectaren bos worden aangeplant.
Dat Buggenhoutbos loont echt de moeite om er een wandeling in te maken. Nu de herfst zich volop naar een hoogtepunt uitrolt was het er uitzonderlijk mooi. Meerder mensen moeten dat gedacht hebben want er liep wel wat volk rond. Een overhoop was het echter niet, op het Journaal heb ik zojuist andere beelden gezien van volkstoelopen in wandelgebieden. Op de mooie brede wandelpaden kwam je regelmatig wel een wandelend gezinnetje tegen. De kleinere paadjes met de talrijke bruggetjes over grachten en beekjes waren me iets interessanter, die hadden m'n voorkeur. Stilte troef, opnieuw vond ik hier, net zoals op de vorige wandeling, het perfecte terrein om nog wat onkruid uit het hoofd te wieden. Top-meditatie noem ik dat ! Toch een 8km heb ik daar in dat bos rondgezwalpt vooraleer ik richting de Vondelbeek trok. In de bedding van die Vondelbeek werd er ook aan natuurbeheer gedaan. In combinatie met een aangelegd spaarbekken werd daar ook aan natuurheropwaardering gedaan en vind je daar nu een volwaardig natuurgebied. Jammer maar vele paadjes waren er afgesloten. De reden is me onbekend. Modderige tractorwegen middenin de uitgestrekte velden brachten me tot op de grens met Lebbeke. Ik meende daar een paadje in te slaan maar een kereltje van 8 jaar oud verzekerde me dat het pad nergens naar toe leidde. Hij beweerde de bossen te kennen zoals zijn broekzak en ik geloofde dat kereltje nog op de koop toe. Een heel stuk verder was het de moeite niet meer om nog op mijn stappen terug te keren. Weliswaar gescheiden door een beek en wat prikkeldraad kon ik verderop op afstand wandelaars spotten op de weg die ik moest genomen hebben. Het kostte me een dikke omweg, hij had me zuiver die aap. Maar het is dat ventje vergeven ! Waarschijnlijk zat er een gat in dat ventje zijn broekzak !
Zo, alleen is maar alleen en hiermee worden ook de avontuurlijke hoogtepunten enigszins gereduceerd. Het taske koffie, de trippeltjes, het gezever onderweg ... ik ga het nog even moeten missen. Het stappen in gezelschap is dus nu wel wat teruggeschroefd maar ooit zal dit ook terug anders zijn. Ik ben benieuwd hoe lang het gaat duren vooraleer het leven van weleer zich kan hervatten. Het begint zwaar te wegen voor velen en met de winterperiode in aantocht vrees ik dat er veel mensen in een dipje zullen terecht komen. En toch ... ook in deze tijden ervaar ik het heil dat m'n pelgrimstochten me hebben bijgebracht. Op zo een tocht moet je het één en ander ontberen en moet je je tevredenstellen met het lenigen van de basisbehoeften. Je treedt erg ver uit je vertrouwde comfortzone. Nu met de pandemie wordt er je ook veel ontzegd. Heel veel, op verscheidene aspecten van het leven. Dit geeft je veel stof tot nadenken en aanvaarding, zo niet dan wel stof tot klagen en jammeren. In het eerste geval komt er besef. Besef dat we in de voorbije jaren kwa luxe en levensstandaard niet misdeeld zijn geweest. Bij het hernemen van het leven van weleer zal de vreugde eens zo intens zijn om dit allemaal terug te mogen beleven. Er kan afgetoetst worden want het besef heeft je een referentie opgeleverd. In het andere geval zal er blijvend geklaagd en gejammerd worden over het ondergane leed. Er werd niets geleerd, er was blindheid voor de eigen voorspoed waardoor men zich kan blijven wentelen in de slachtofferrol. Ik wil nu hier vooral ook niet veralgemenen. Er zijn jammer genoeg wel degelijk mensen die door het noodlot en de daaruitvolgende miserie dermate getroffen zijn dat mijn beweringen voor hen van generlei waarde zijn. Dit even terzijde. Ik stapte nu richting Opstal. Hier heb ik het toerke met een 2-tal kilometertjes ingekort. De avond begon te vallen en daarbij, de eindmeet kwam al in zicht. De hemel was ondertussen deels opgeklaard. De zon kwam nog eens piepen tussen de hoge wolken en wierp lange schaduwen op de grond. Het landschap kleurde zich in magnifieke herfstinten onder haar stralen. Prachtig dat we hiervan mogen en nog hebben kunnen genieten. Een mooie dag weeral.
Mooi weer ! In de wetenschap dat het aantal dagen die hiermee nog gezegend zullen worden eerder aan de magere kant zal zijn kon ik het niet laten om vlug vlug m'n rugzakske operationeel te maken. Dit met het oog op een toereke te maken ten dienste van de gemoedsrust. Nee, helemaal geen huzarenstuk ! Wat bokes smeren, toespijs, fleske water, wat koeken van de kleinkinderen meepikken, ze mogen weeral even niet meer komen, vandaar want aan oudbakken koekskes hebben die mannekes ook niets meer. Dus die gingen mee de 'ransel' in.
M'n toerke lag al klaar : Belsele - Hamme in een vette lus van 23 paaltjes waarbij een lapdance met Waasmunster, Sombeke en Elversele, en dit los op de schoot een beetje voor het volume aan kilometertjes moesten zorgen. Het zou naar wens verlopen. Het wordt moeilijk om nog een origineel toerke te versieren dat zich hier in het Land van Waas afspeelt. Ik, en ik niet alleen maar ook de stapmaten, hebben ondertussen al ongeveer half Vlaanderen, ik ga niet zeggen platgelopen, maar dan toch grotendeels onder de bottienen geplakt. De Ronny vertelde me al meermaals dat hij verbazing opwekte bij zijn Lieve wanneer er op TV beelden worden getoond van stukjes Vlaanderen. Bij wielerwedstrijden bvb. Daar en daar, en zie daar ... ik ben daar al geweest ! Niet te verwonderen eigenlijk. Om en bij de 250 posts aan 20 paaltjes, een klein rekensommetje leert me dat hier op onze Vlaamse wegen al om en bij de 5000 km werden afgebonjourd. Dat is noordwaarts voorbij de Noordpool, zuidwaarts ergens in Nigeria, oostwaarts Afghanistan en naar het westen zou ik in Canada Quebec terecht gekomen zijn. En tot m'n eigen verwondering lukt het me toch nog elke keer om iets uit de mouwen te toveren. Ik verschiet er nog elke keer van. Belsele was 'The place to Start' vandaag. Van hieruit zou het in een grote omtrekbeweging richting Hamme gaan.
Ik was zinnens om vroeg te vertrekken maar een Covid-overlijden in de Waalse aangetrouwde familie maakte dat het iets later werd vooraleer ik vertrok. Klote ! M'n echtgenote heeft veel verdriet bij dit overlijden, ik ook al zal je het niet merken. Fijne mensen die je ziet gaan, geen franjes, warm hart en oprecht. Triest maar dit hoort evengoed bij het leven. Ik ga het nu al vermelden, 's avonds bij terugkeer hoorde ik dat er een 2de sterfgeval viel te betreuren in haar familie. Ook Covid, ik wil vooral vloeken nu ! Wat helpt het ? - dat ze nu in vrede rusten !
Het was na elven dat ik in Belsele van start ging. Van hieruit vertrekkende had ik 23 paaltjes bijeen geknutseld. Rekening houdend met het ontbreken van een kroegstop, ze zijn toch allemaal gesloten, viel dit best mee. Het werd dus nog maar eens een solotoerke. Dat went uiteraard ook maar soms is het toch veel plezanter met wat compagnie. En toch, soms heb je enkel nood aan jezelf als stapgenoot. Zulke solotrippekes op een wandeling waarmee je enkele uurtjes zoet bent, niet die kleintjes van rond de kerktoren welteverstaan, bieden je het ideale podium om tot zelfreflectie te komen. Héwel, ik heb er vandaag mijn voordeel bij gedaan. Eventjes terug "remettre les horloges de ma vie". Mindtwisters, piekertoestanden over relaties, verhoudingen in familiekring, onzekerheden in je vriendenkring, je onmacht, je ergernissen ... laat het de revue maar passeren er komt tijdens je stappen wel perspectief. Belangrijk is, volgens mij althans en dat heb ik op de camino's geleerd, dat je bij zulke oefeningen niet vanuit het 'ik' moogt observeren. Zo wel, dan leg je onvermijdelijk de oplossing bij anderen en niet bij jezelf. Je moet even buiten jezelf treden, je een boom indenken waar je inklautert en waarna je vanop een hoogte heel intens naar jezelf kijkt. Je komt dan tot verbijsterende vaststellingen waarbij je jezelf ter orde kunt roepen. Heel leerrijk, maar goed we gaan nu een beetje de beentjes strekken.
Eens m'n karreke gedeponeerd in de dorpskern van Belsele zat ik al vlug in de tuin van het kasteel van Belsele. Het trajectje dat ik had getekend zou pal door de wijnkelder van het kasteel lopen dus een correctie dringde zich na welgeteld 2 minuten al op. De toegangen tot het kasteel waren afgesloten maar die correctie bood me ter compensatie een verfrissende blik op de tuinen van het kasteeldomein. Een onbestemd stukje Belsele volgde nu tot aan de E17. Grotendeels door weide en bos waarbij je regelmatig de stuipen werd aangejaagd door overijverige mountainbikers. Zonder bel. Deze die-hards, je vraagt je soms af waarom, rijden zich de ziel uit het lijf. Met de bruine slijkstreep op hun kont en een smoelwerk te vergelijken met deze van een dokwerker na een dubbele shift cement in prise te hebben gelost, snorren ze je voorbij en dwingen ze je de brandnetels in . De geëpileerde beentjes wijd uiteen op de pedalen om hun bravoure te etaleren. Met die gekromde benen wordt de indruk gewekt dat je over XL-familiejuwelen moet beschikken om dergelijke fietsprestaties neer te kunnen zetten. Jan toch, je wordt een onverbeterlijke zagevent ! Kruip nog maar eens in die boom !
Het stukje richting Beneden Durme verliep erg rustig. Hier zorgde het Edmond Verstraeten pad op het Sombeke wandelpad voor. Dit pad heb ik enkele kilometers gevolgd. Het liep voornamelijk tussen weiden met hier en daar een houten bruggetje om een beekje over te steken. Edmond Paul Marie Verstraeten werd geboren in Waasmunster op 16 februari 1870 en stierf op 16 september 1956, hij werd begraven in Sombeke. Edmond was schilder die het leven gaf aan meer dan 1.000 schilderijen. Hij is een van de grootste Belgische luministen en impressionisten. Dit ter info. Ik stapte nog wat verder. Na het oversteken van de Durme aan de Mirabrug kwam Hamme in zicht. Ik volgde de kaai tot aan het natuurgebied waar de Oude Durme van haar pensioen geniet. Sjiek hoor ! Ondanks de feestdag was er weinig volk op de been ! Het geeft me het vermoeden dat de Vlaming geen, of toch weinig weet heeft van de vele prachtige wandelgebieden die Vlaanderen te bieden heeft. In de nieuwsuitzendingen worden beelden getoond van overvolle wandelgebieden. Mensen zoeken precies de drukte op. De toegenomen interesse in het wandelen ten gevolge van de coronaperikelen is een pluspunt. Een beetje promotie van ons natuurpatrimonium zou mogen want nu worden voornamelijk beelden uit gekende recreatieterreinen getoond. De immense waaier aan wandelgebieden die Vlaanderen biedt wordt nauwelijks in de kijker gezet.
Op een bankje hield ik even rust voor een boke en een slok. Ik had hier een rustig en mooi uitzicht. Hier en daar een visser aan de oeverkant, een aalscholver in een verre boom, maretakken eveneens, waterkiekens die verschrikt hun schuilplaats induikelen, kalende bomen, een ros bladertapijt op de paadjes, een gesloten kroeg aan de oeverkant, een slok van den 'bidon' om het boke door te spoelen, doorgeschoten onkruid ... Edmond Verstraeten zou hier wellicht een mooi tafereeltje van hebben geschilderd. Het vervolg van de wandeling ging over paadjes die me erg bekend voorkwamen. Deze paadjes had ik al eens bewandeld. Ik stesselde Waasmunster binnen waarna het opnieuw richting E17 uitging. Het laatste stukje naar Belsele toe liep naast deze E17. Een echt modderpad geschapen door de vele mountainbikers die er passeren. Maar dat was nog zo erg niet. Die bottienen maken we wel terug proper maar ik kreeg verdomme ineens schele koppijn van het monotone lawaai op die snelweg naast me. Ik was blij er terug van weg te kunnen lopen. Nog een stukje bos en daar kwam Belsele al terug in zicht. Het kasteelpark was de laatste te nemen horde. Ik was hierbij terug bij af. Een kleine 25 kilometer afgewalst. Voldaan jawel ! Het was weeral mooi geweest.