donderdag 9 juli 2015

In het Pajottenland : Ninove

Het is weeral een paar dagen geleden dat de kilometerteller op mijn bottienen nog bewogen heeft. Een klein stadswandelingetje in Gent met enkele vrienden-logees niet te na gesproken maar dat was met gewone schoenen. Nu, met die hittegolf mochten ze gerust even op het schap blijven staan. Veel te heet om te stappen, vandaar. De Ronny en de Catsjoe hebben hun toerke in Luxemburg ondertussen afgerond en zo te horen was het in die ondraaglijke warmte gene kattepis. Vooral de Catsjoe had het lastig. Veel te heet op de asfaltstukken en het beestje haar tong was net iets te kort om de grond te kunnen raken. Ocharme en ze kunnen het niet vertellen. Toch was het een geslaagde onderneming.



Ninove nu ! En dat voor een 25 km lang partijtje wandelen. Met de trein moet je 150 km sporen om er te geraken. Dan maar het karretje nemen om de amper 50 km tot daar te overbruggen. Deze keer heeft de Ronny me opgepikt rond halfnegen. In Ninove ben ik nog nooit van mijn leven geweest. De enige relatie dat ik met die stad kon leggen was deze met een jeugdzonde : Spelen met de stekskes van 'Union Match' het luciferfabriekske. 


Maar Ninove blijkt na wat opzoekingswerk de oudste, de stoutste en de wijste aller steden te zijn. De stad werd de oudste genoemd vanwege haar naam die sterk lijkt op die van de Assyrische en Bijbelse stad Nineve. De stoutste omdat ze wanneer ze door de Aalstenaars werden aangevallen hun stadspoorten open zetten en ze deze met open poorten opwachtten. De wijste omdat het de enige stad was die geen hofnar had omdat ze die niet wilde betalen. In alle geval is de naam 'Ninove',  ten gevolge van  enkele linguïstische ontwikkelingen in de loop der jaren van Neonifus over Nineve naar Ninove ge-evolueerd. De oorspronkelijke vertaling van de naam Ninove nl. Nieuw Weiland valt er nog moeilijk in te herkennen. In de Flandria Illustrata schreef Antonius Sanderus : Nineve quattor habet portas. Hae portae, quamvis possint, vix umquam clauduntur : unde vulgari loco Ninove dicitur antiquissima, audaccissima, sapientissima. Als den Bart de Wever dit leest moet hij eventjes gaan zitten denk ik :-). Wat de Ninovieters hun spotnaam 'de Wortelkrabbers' betreft, valt er naar mijn gevoel niet al te veel heraldiek te bespeuren. Maar ze hebben er nog een 2de en die vind ik veel sympathieker : 'De Kaffeegieters'. Deze naam hebben ze te danken aan een oude traditie. Bedevaarders uit West-Vlaanderen trokken in grote getale tijdens de pinksterdagen naar Halle. Tijdens hun passage door Ninove staken de Ninovieters de mei uit als teken dat ze bij hen een kopje koffie konden komen slurpen. De traditie is in onbruik geraakt maar de gastvrijheid en vriendelijkheid van de Ninovieters heeft haar zeker niet gevolgd. We kunnen er van meeklappen !

Het eerste stuk van den trip, een goeie 4 km leidde hoofdzakelijk via asfalt en betonbaantjes naar Meerbeke. Op de met vele mooie bloembakken versierde straten en pleintjes van Ninove na, was dit niet het uitgelezen wandelparcours maar eens Meerbeke gepasseerd kwam het Neigembos in zicht. Dit bos is net zoals het Zoniënwoud een overblijfsel uit het Grote Kolenwoud, een oerbos dat zich in tijden van de Romeinen zich uitstrekte van de oevers van de Rijn tot de Noordzee. Het bos bestaat hoofdzakelijk uit eiken en beuken. Met een golvende bodem tussen de 20 en 90 meter hoogte is het er prachtig om te wandelen. Holle wegen en diverse reliëfplateaus in het bos zelf geven het een sprookjesachtige 'look'. 

Ondertussen was het beginnen miezeren en dat zou op enkele zwakke opklaringen na, de hele dag zo aanhouden. Telkens het regenpak aan en uit, want als je blijft doorwandelen ben je voor je het weet doorweekt. Dat zorgt wel voor wat oponthoud. Toch werd het een hele dag vol aangename verrassingen. Een kriekenboom met witbuiken stond volop in de bloei. Koop zo maar eens een bakje in de winkel en je weet wat je kwijt bent. Hier kon je ze zo plukken, gratis voor niets en lekker dat ze waren. Een rijtje frambozenstruiken met overrijpe vruchten wat verderop zorgde voor een andere lekkere versnapering. Het deed me denken aan de wijngaarden in Rioja waaruit ik onderweg naar Compostela met regelmaat een troske pikte. St. Jacob kneep voor deze zonde immers toch een oogske toe voor zijn pelgrims. Verder slingerde het tochtje door wuivende graanvelden, weidse akkers en bospercelen. Opmerkelijk was het grote aantal graasweiden dat je tegenkwam voor paarden. Ik ken niets van paarden maar het moeten er alleszins erg dure zijn geweest. Voor het verschil met doordeweekse rossen te merken moest je geen kenner zijn. 
Op het grondgebied van Lieferinge heeft er tot de jaren 70 een kapelletje gestaan. Op die plaats werd er nu een houten bouwsel getimmerd  voor een mirakelspel. Enigszins gefascineerd door de opzet van het bouwwerk zijn we er eens gaan neuzen. Het teloorgegane kapelletje werd de 'beddezjiëkere' kapel genoemd. Een processie naar dat kapelletje moest de kinderen die hun bed niet droog konden houden enig soelaas bieden. Het houten bouwsel dat er nu staat werd ten behoeve van het mirakelspel de kapel van Santa Urina gedoopt en met een opschrift bij het kapelletje wordt er je naar de één of andere poëtische ontboezeming gevraagd. Deze mag je dan vereeuwigen met een stift op de houten muren. Dit was alleszins een grappige noot in de wandeling.
Zoals ik al eens heb vermeld heeft mijne stapmaat een zeer scherp oog. Na de nodige honneurs te hebben betoond aan Santa Urina werd hij door haar beloond en vond hij een briefke van 20€ op de weg. Moe van telkens dat regenpak aan en uit te trekken zijn we met die 20€ er maar éne gaan drinken in de hoop dat het geen arme sukkelaar betrof die nu 20€ armer werd gemaakt. Café 'De Kroon' in Denderwindeke werd het doelwit. Hier kreeg mijn indruk dat de Ninovieters lieve en sympathieke mensen zijn nog meer gestalte. Alhoewel het mijn bedoeling niet is om reclame te maken in mijn blog wil ik toch onderstrepen dat je dit etablissement niet zo maar mag voorbijlopen moest je ooit in de geburen komen. Met een assortiment van 100 verschillende bieren vind je ongetwijfeld je gading. Voor de Ronny een 'Malheur' van 10° en voor mezelf een 'Witkap Pater'. De bazin van de taverne luisterend naar de naam Christel is een erg lieve dame afkomstig uit Pollare, een deelgemeente van Ninove. Direct een praatje in het gezellige dialect, tv aan voor de koers, een stuk sauzies voor de Catsjoe maar wat me bijzonder getroffen had was haar verhaal over 2 Poolse zwervers die, op zoek naar een slaapstee, door haar onderdak werd geboden. Opnieuw een raakpunt met de Camino ! Ik kan het niet laten en geef bij wijze van bewondering voor deze dame en ook als dank voor de fles Delirium Tremens die we nog meekregen even de link mee naar deze Denderwindekense Albergue : Taverne De Kroon
Voilà, zie en 't bestaan van dit dorstlessend oord kan nu de wereld rondgaan :-)

Nog een kleine 10 kilometerkes viel er nog te stappen. En nog steeds dat miezerige weer alhoewel er af en toe een bredere opklaring viel te bespeuren. Regenpak aan, regenpak uit.  't Laatste stuk langs de oostkant van Zandbergen om zo het kronkelende jaagpad van de Dender te volgen tot in Ninove. Wederom een heel mooi en vredig ogend stukje natuur. Na een kleine 3 uurkes stappen kwamen we terug in het centrum aan.
'Hier in't café zien ze graag honden' sprak een stamgast van café 'De slag bier' ons vanop de dorpel van zijn biertempel aan. Nog een doorspoelerke dan maar om de fijne dag af te sluiten. Inderdaad de Catsjoe werd het eerst bediend en zijn bakske water en hondensnoepke stond er rapper dan onze pint. Ook hier weeral allemaal goedgezinde en vriendelijke mensen waar je onmiddelijk een klapke mee kon beginnen. Ik zou het niet weten maar ik denk dat de lucht daar in Ninove er voor iets tussen zit. Nog een paar 100 meter en een pakske frieten aan de statie verder .... het wandelingetje zat er op voor vandaag. Ondanks de miezer een prachtige dag !


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.